Ze verwachtte een manonvriendelijke avond, zei gastvrouw Griet Op de Beeck direct na de opening van de laatste Zomergasten van dit seizoen. “Vind je?”, vroeg gast Herman Koch met zijn bekende twinkeling in de ogen. “Omdat het allemaal mannen zijn die er niet goed van afkomen.” , zei Op de Beeck. Koch: “Maar er doet ook nog een vrouw mee.”
Interessante openingsdialoog voor de laatste Zomergasten van 2025, inderdaad een uitzending waarin de mannelijke gast fragmenten had uitgekozen waarin mannen de hoofdrol speelden. Tot en met de piloot die het vliegtuig met daarin die Braziliaanse volkszangeres had laten neerstorten. Waarmee de enige vrouw van dienst dus vooral dood was.
De andere vrouw die een hoofdrol speelde, was de moeder van Herman Koch. Niet in beeld, want ook dood, maar in tekst kwam ze regelmatig langs in het nogal keurig langs biografische lijnen verlopende gesprek tussen de internationale bestsellerauteur en de gevierde Vlaamse schrijfster.
Een echt gesprek
En een gesprek was het, zeker in het begin. Dat was weleens anders deze serie van Zomergasten. Dit keer sprongen ze er beiden heel relaxed in. Herman Koch had er zin in, maakte gretig oogcontact en Griet Op de Beeck vergat daardoor haar gast te onderbreken, aan te vullen en op te jagen. Tijdens het eerste uur. Daarna begon het invullen weer, en moest het napraten over de vertoonde fragmenten tot het uiterste minimum beperkt blijven.
Het werd daardoor een beetje het jarenzeventig vakantiedia-avondje met Ome Herman, want geen van beiden was van plan erg diepgaande analyses op elkaar los te laten. Herman Koch verklaarde ook plechtig aan het begin, dat hij ‘in tegenstelling tot de eerdere afleveringen’ niet in tranen uit zou gaan barsten.
Elke andere Zomergasten-presentator zou dat als een uitdaging kunnen opvatten om Koch toch aan de waterlanders te krijgen, alleen al om de eer, maar Op de Beeck vond het wel best zo. De enige keren dat ze doorvroeg op commentaren van Koch leek dat steevast in haar ‘oortje’ bevolen te zijn door de regie. Zo abrupt kwamen de ‘wat?’, ‘hoe?’ en ‘waarom?’s’ uit haar mond: niet in het laidback ritme van de verdere dialoog, en ook nooit gevolgd door een vervolgvraag op de vaak summiere uitleg van Koch.
Niets aan de hand
Het werd dus, ondanks de soms interessante fragmenten, een niets-aan-de-hand-avond met een auteur die van het nihilisme zijn levensmotto heeft gemaakt. Het ging drie uur over fragmenten waarin mannen niets actiefs deden, meer of minder machteloos meebewogen op de grillige golven van het lot, soms als slachtoffer, maar meestal als afstandelijk getuige.
Zo kennen we Herman Koch natuurlijk ook, als de licht geniepige, maar altijd charmante pestkop die al op de lagere school leerde hoe je het bloed onder andermans nagels vandaan kon krijgen. Zo kun je je nog steeds van veel sterke verhalen uit zijn autobiografie afvragen hoe waar ze zijn, maar omdat ze toch niet te checken zijn, gaan we allemaal mee in de mythe.
Prijzen
Het zouden ook allemaal leuke dingen zijn om twee auteurs over te zien filosoferen, maar de enige keer dat ze daarbij in de buurt kwamen ging het over literaire prijzen, en hoeveel pijn dat deed om ze nooit gekregen te hebben. Koch had daar geen pijn van, Op de Beeck wel, maar dat is alles wat we te weten kregen. Door naar het volgende fragment.
Dit gebeurde rond het moment dat de drank openlijk op tafel kwam en Griet al een keer geprobeerd had om naar aanleiding van een oud fragment over een Herman tijdens de dienstkeuring in de jaren vijftig, dat voor de grap aan Herman toe te schrijven. Wat niet echt heel veel hilariteit bij de andere aanwezigen opleverde.
Verkeerde huis
Er zit belachelijk veel verhaal in het niets van de nihilist, maar je moet van goeden huize komen om dat verhaal ook van de nihilist te horen te krijgen. Dat is duidelijk niet het huis van Griet Op de Beeck, die deze zes afleveringen lang slechts een enkele maal de gids werd die wij als kijker nodig hebben in deze formule.
Was ze bang voor kritiek op haar zelfverklaarde status van therapeut, dat ze nooit verder dan een huiddikte psychologie kwam? Was ze overweldigd, door de redactie overvoerd met informatie? Hoe vond ze zelf eigenlijk dat het ging? Het antwoord op die laatste vraag zal veel zeggen.
Ondertussen verlangen we hier terug naar top zomergasten-gastvrouwen als Janine Abbring en Margriet van der Linden. Via hen hoorde ik onbekende dingen van overbekende gasten. Daarvoor blijf je die zondagse zomeravonden thuis. Van Griet Op de Beeck lees ik volgend jaar liever een goed boek.