De Catelaanse schrijfster Irene Solà (34) won voor haar eerdere romans al diverse prijzen, waaronder de Literatuurprijs van de Europese Unie. Met haar nieuwe, duistere en tegelijk sprookjesachtige roman Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis toont ze andermaal haar talent. Dat werd met de Europese Literatuurprijs bekroond.
Voordat Irene Solà zich helemaal toelegde op het schrijven, was ze tevens kunstenaar. Ze studeerde beeldende kunst in Barcelona, schilderde en tekende en maakte installaties. Een geweldige basis voor het schrijverschap, vertelt ze op het kantoor van haar Nederlandse uitgeverij Cossee, waar onlangs haar nieuwe roman Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis verscheen. ‘Daar heb ik geleerd hoe ik een creatief project moest opzetten, hoe het is om soms wel jarenlang dagelijks tijd en energie te besteden aan onderzoeken, nadenken, reflecteren en dat creatief te vertalen. Ook heb ik ontdekt welke onderwerpen me interesseren. Voor mij draait mijn werk vooral om het maakproces, de nieuwsgierigheid die eraan ten grondslag ligt, om de speelsheid en het plezier.’
Dat schrijfplezier is duidelijk voelbaar in haar intrigerende derde roman, Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis. Het verhaal draait om de huidige en vroegere bewoners van een hoeve, afgelegen in de Catalaanse bergen. De oude Bernadeta ligt op sterven, en de gestorven vrouwen uit haar familielijn bereiden zich voor op haar komst naar de eeuwigheid.
Solà verbindt de gebeurtenissen op één dag met die uit het verleden, waarin wolvenjagers, boeven en misvormde mensen figureren, en pacten worden gesloten met de duivel. Een roman die intelligent, prikkelend en een tikkeltje duister en mythisch is.
U vertelde net dat u ontdekt heeft welke onderwerpen u interesseren. Welke bijvoorbeeld?
‘Dat zijn er veel, maar als het gaat om deze nieuwe roman, was ik vooral geboeid door de vraag wie wel of niet de macht heeft zijn stem te laten gelden en zijn verhaal te vertellen, en de consequenties daarvan. Wat herinneren we ons, op individueel niveau maar ook als collectief? Is dat vrijwillig of worden onze herinneringen beïnvloed? Hoe bepalen we eigenlijk wat we meenemen of loslaten?
‘Verhalen vertellen interesseert me; die bepalen onze kijk op de werkelijkheid. In mijn eerste roman probeerde de hoofdpersoon Ada korte verhalen te schrijven; het is een boek over waar verhalen vandaan komen en welke macht er van ze uitgaat. Mijn vorige boek, over een familie in de Pyreneeën waarvan er twee een gewelddadige dood sterven, wordt verteld vanuit achttien verschillende perspectieven, die allemaal een puzzelstukje vormen. En mijn nieuwe roman speelt zich af in het nu, maar verweef ik ook het verleden, gezegdes, oude legendes en volksverhalen.’
U gebruikt een klassiek literair gegeven: de matriarch van de familie, Joana, heeft ooit een pact met de duivel gesloten omdat ze een echtgenoot wilde.
‘Inderdaad, dat iemand een deal sluit met de duivel is een verhaalgegeven dat in vrijwel alle culturen voorkomt, ook in de Catalaanse folklore. Dat wilde ik als magisch vertrekpunt nemen. Ik heb zoveel mogelijk verhalen gelezen die daarom draaien. Dat deed me ook denken aan het pact met de lezer. Want ook de maker van een boek of film en degene die het verhaal tot zich neemt sluiten als het ware een deal: namelijk om voor zolang het verhaal duurt te doen alsof het waar is wat er wordt verteld, alsof dat werkelijkheid is. Die volksverhalen en legendes laten zien hoe we als mensen, als verschillende groepen, naar de wereld kijken of hebben gekeken, en hoe we de werkelijkheid hebben geïnterpreteerd en verklaard. Ze tonen onze fouten en deugden, en welke opvattingen en vooroordelen we hebben geërfd.’
Noem eens een belangrijke?
‘Ik probeer ervoor te waken al te nadrukkelijk stellingen of meningen te verkondigen – ik stel liever vragen. Maar mijn roman reflecteert bijvoorbeeld op de manier waarop vrouwelijke personages en verhalen van vrouwen zijn afgeschilderd. In verslagen van heksenprocessen waarin vrouwen uit heel Europa terechtstonden voor hekserij, staan tal van namen en bekentenissen, want die vrouwen werden gemarteld. Maar als je al die verslagen leest, besef je ook: ze zijn opgeschreven door dezelfde mannen als die deze vrouwen hebben gemarteld en vermoord. Die documenten dragen onherroepelijk hún zienswijze en ideeën uit, niet die van de vrouwen over wie ze gaan en die machteloos waren.’
Dat geldt ook voor wat we over de ‘geschiedenis’ hebben geleerd: die is overgeleverd vanuit een bepaalde hoek en perspectief.
‘Precies. Het perspectief van hele groepen mensen die niet konden lezen en schrijven, mensen zonder macht, is daarin niet vertegenwoordigd. Mijn roman bevraagt zulke kwesties. Welke personen, gebeurtenissen, meningen en verhalen vinden we belangrijk? Welke sluiten we uit? En wie bepaalt dat? De hoofdfiguren in mijn roman zijn personages die niet de hoofdrol spelen in de geschiedenisboeken, maar ook vrijwel nooit in romans of verhalen: een stelletje oude en zelfs overleden vrouwen, vrouwen die zogenaamd lelijk en verwerpelijk zijn, die niets in de melk te brokkelen hebben. Daarom blijven we de hele roman in en om dat huis, wat zeg ik, eeuwenlang! Want dat is de plek waartoe vrouwen in de geschiedenis werden gedegradeerd. Dat biedt me tegelijk te reflecteren op onderwerpen als geweld, seksualiteit, moederschap, romantische liefde. En dus ook op hoe vrouwen niet alleen in de geschiedenis, maar ook in fictieve context zijn geportretteerd.’
Het is krachtig en knap geschreven, en ook bijzonder hoe de vrouwen in de lijn van het heden soms haast in dezelfde zin die uit het verleden raken. Hoe ontstond die vorm?
‘Toen ik begon had ik nog helemaal geen idee hoe ik het zou aanpakken. Alleen Joana, de matriarch die het pact met de duivel sluit omdat ze een echtgenoot wil, was er al in een vroeg stadium. Maar zoals ik al zei: ik hou ervan te onderzoeken en spelen – voor mij is het maken belangrijker dan het eindresultaat. Ik stel mezelf open en luister heel goed naar wat het project me vertelt en van me vraagt. Zo werd me op een gegeven moment duidelijk dat het verhaal zich op één dag moest afspelen. Langzaam groeit het verhaal dan onder je handen, vindt het verhaal zijn eigen weg, zijn lagen, diepte en ritme. Elk onderdeel moet passen en kloppen. Dat vraagt veel tijd en geduld. Ook om de personages echt goed te leren kennen, zodat ik ze niet in een bepaalde richting probeer te forceren, alleen maar omdat het mij goed uitkomt. Dan worden het eendimensionale figuren, marionetten, in plaats van levensechte personen.’
Uw personages zijn bijzonder; ze missen bijna allemaal wel een bepaald lichaamsdeel, want het gevolg zou zijn van die afspraak met de duivel.
‘Voor mij is vooral hun subjectiviteit, hun perspectief, het meest interessant. Dat gaf me de kans op verschillende visies te geven op de thema’s die voorbijkomen. Neem bijvoorbeeld de relatie met herinnering: Margarida wil zich min of meer als de chroniqeur van het verhaal opwerpen die ‘de’ waarheid vertelt en zodoende bepaalde stemmen uitwissen. Een ander wil alleen maar lol maken en het verleden vergeten. Voor weer een ander is herinneren vooral verbonden met spijt. Zo hebben ze ook ieder hun eigen mening over bijvoorbeeld moederschap, liefde, familie, het huis.
‘Het was heel interessant voor mij als schrijver om te midden van al die stemmen en verhalen van Joana en Margarida ook een personage te hebben als Blanca, die geen tong heeft en voor wie taal dus helemaal niet relevant is. Is dat eigenlijk een probleem? Hoe is het om alles te weten en doorzien zoals Bernadeta? En is het slechte geheugen van Marta iets goed of iets slechts? Al die verschillende standpunten zorgen ervoor dat niet één visie als ‘de’ waarheid wordt gepresenteerd, maar dat ze naast elkaar kunnen bestaan, ook als ze elkaar tegenspreken. Zelfs binnen een familie zijn er talloze versies van de familiegeschiedenis. Er bestaat simpelweg niet zoiets als één objectieve waarheid.’
Vertaald uit het Catalaans door Adri Boon
Cossee, € 22,99
Irene Solà (1990) debuteerde als dichter en vervolgens als romanschrijver. Ze brak wereldwijd door met haar tweede roman, Ik zing en de berg danst, die werd bekroond met de European Union Prize for Literature 2020 en de Premio Anagrama, en door onder meer Thea Guardian werd geroemd als een van de beste boeken van het jaar. Sindsdien geldt Solà als een van de belangrijkste hedendaagse stemmen van Catalonië. Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis is haar derde roman. Het boek werd dit jaar bekroond met de Europese Literatuurprijs.
