Ga naar de inhoud

Peiling Cultuur+Ondernemen bevestigt bevindingen Raad voor Cultuur: Code Cultural Governance is onhoudbaar

We zeiden het misschien wat boud, in het artikel Raad voor Cultuur vernietigend over Code Cultural Governance, maar ook een peiling onder culturele instellingen levert hetzelfde beeld op: de ‘code cultural governance’ voldoet niet. Het gebouw, waarvoor in het begin van deze eeuw de eerste steen werd gelegd, is inmiddels verworden tot een ratjetoe aan extra verdiepingen, een balzaal hier en daar, een aanbouw met tierlantijntjes en een paar extra torens op onverwachte plekken. Een mettertijd onleefbaar monument van verwoed beleidswerk waar niemand nog wijs uit kan. 

Volgens de respondenten in de enquête die Cultuur+Ondernemen afnam onder bestuurders in de culturele sector is de code te ingewikkeld geworden. Men heeft behoefte aan concrete checklists en praktijkvoorbeelden, en minder ambtelijke, juridische formuleringen. Die wens komt ook naar voren in het advies van de Raad voor Cultuur, en die verbindt er dan ook een paar praktische eisen aan. Sterker nog: de Raad vindt dat de Code helemaal opnieuw, van de grond af, opgebouwd moet worden. En dan niet door de huidige penvoerder Cultuur+Ondernemen, maar door de koepel van toezichthouders. 

Twee codes?

In het enquêterapport reageert Cultuur+Ondernemen niet op de motie van wantrouwen door de Raad. Is natuurlijk ook nog niet aan de orde. Vooralsnog is het advies nog niet door een minister overgenomen.

In plaats van de huidige, onbewoonbaar verklaarde code, stelt de Raad dat er twee aparte codes moeten komen, omdat er twee dominante bestuursmodellen zijn: de directeur/bestuurder die onder toezicht staat, en de directeur met een apart bestuur boven zich.

Dat laatste model wordt meestal geadviseerd aan kleine instellingen, maar in de praktijk kiest bijna elke cultuurmaker voor het als meer dynamisch geldende directeur/RvT-model. Waarbij de instelling dus inderdaad meer vrijheid heeft, maar ook is overgeleverd aan een toezichthouder die én werkgever is, én vanuit een puur zakelijke kant naar het functioneren kijkt. Wanneer dat botst is de positie van de directie kwetsbaar tegenover een toezichthouder die alleen aan de financiers verantwoording hoeft te geven. Dat heeft tot best veel pijnlijke toestanden geleid. 

Toezicht op toezicht

De enquête van Cultuur+Ondernemen, die vandaag uitkwam, bevestigt dus de wens dat er toezicht op de toezichthouders moet komen, maar alleen de raad geeft daar een concrete invulling aan. Die stelt dat de afstand tussen toezichthouders en makers te groot is geworden, en adviseert daarom dat het toezicht op de toezichthouders binnen de culturele sector moet blijven. Of dat toezicht houden ook een echt vak is? Daarover is iedereen het eens, en dus stellen de geënquêteerden bij Cultuur+Ondernemen ook dat er voor dat toezichthouden betaald moet worden. Ook wil de Raad, net als de sector, dat er budget komt voor scholing, en dat daar ook een verplichting op komt. Over de vraag hoe hoog en hoe verplicht dat allemaal moet, is nog geen overeenstemming. 

Dat men daar inhoudelijk weinig over zegt, bewijst nog maar eens dat we hier te maken hebben met een wolharige mammoet in de kamer: wie gaat dat allemaal betalen? In het dagelijks leven komt een toezichthouder niet voor minder dan 250 euro per vergadering, exclusief reiskosten, zijn, haar of hun bed uit. Als elke kleine, middelgrote en grote instelling minstens 5 toezichthouders moet hebben, liefst een beetje van buiten de sector, betekent dat dus dat er – met vier verplichte vergaderingen per jaar – 20 maal 250, ofwel 5000 euro per instelling de sector uitvliegt. Want het is geld dat betaald wordt aan externen.

2,5 miljoen

 Met 500 culturele instellingen in het land zijn er dan van het bestaande subsidiegeld 2.500.000 euro’s die niet aan kunst, maar aan toezicht worden uitgegeven. Voeg dat bij de ruim veertig miljoen die nodig is om binnen het bestaande stelsel fair pay mogelijk te maken, en er blijft verdomd weinig geld over om kunst mee te maken.

Met een verkiezing voor de deur, waarbij alle partijen op rechts van plan zijn om op cultuurgebied alleen nog wat aan erfgoed te blijven uitgeven, is de kans groot dat er in 2029 nog maar heel weinig instellingen kunnen voortbestaan.

Waardeer dit Artikel!!

Cultuurpers is onafhankelijk. Jij maakt dat mogelijk met een donatie aan de auteur van dit artikel. We maken je gift voor 100% over aan de auteur!

donatie
Ik doneer

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Betalingen geschieden via iDeal, Paypal, Creditcard, Bancontact of Automatische Incasso. Wilt u liever handmatig betalen, op basis van een factuur vooraf, rekenen we 10€ administratiekosten. Neem contact op als dat je voorkeur is.