Reisopera 2.0 presenteert zichzelf en blaast stof van het gala
Met een heus gala presenteert de Reisopera 2.0 zichzelf. En ontdoet gelijk het gala van het stoffige imago. Met dank aan het Nederlands Blazers Ensemble.
Henri Drost (1970) studeerde Nederlands en Amerikanistiek in Utrecht. Verkocht jaren cd’s en boeken, daarna communicatieadviseur. Schrijft/schreef voor o.a. GPD bladen, Metro, LOS!, De Roskam, 8weekly, Mania, hetiskoers en Cultureel Persbureau/De Dodo over van alles, maar als het even kan over muziek(theater) en sport. Andere specialismen: cijfertjes, de Verenigde Staten en gezondheidszorg. Luistert naar Waits en Webern, Wagner en Dylan en zo’n beetje alles daartussen.
Met een heus gala presenteert de Reisopera 2.0 zichzelf. En ontdoet gelijk het gala van het stoffige imago. Met dank aan het Nederlands Blazers Ensemble.
Wanneer zowel nu.nl, het BBC-nieuws en vrijwel elke Duitse krant gelijktijdig aandacht aan een opera besteden moet er wel iets aan de hand zijn. En dat is ook zo: nazi’s! Wagner! Woedende toeschouwers! Meer dan dat: artsen moesten erbij geroepen!
In een jaar de AKO- én Libris-prijs? De voorpagina’s van de kranten zouden er vol mee staan, om nog maar te zwijgen over de tientallen pagina’s in de boekenbijlagen. Componist Michel van der Aa moet het doen met kleine berichtjes, verstopt in de krant, terwijl het ontvangen van de Grawemeyer Award en de Mauricio Kagel Music Prize een nog niet eerder vertoonde dubbel is.
Wat maakt een opera tot een succes? De zonderlingen, leeghoofden, comici, lyrici en tragici menen het te weten, en verkondigen hun standpunt op de gekste momenten en zijn zelfs niet te beroerd om in de handeling in te grijpen. Welkom in wondere wereld van Prokofjevs L’amour des trois oranges, deze maand opnieuw op de planken in het Amsterdamse muziektheater.
Na ruim vier uur gebeurt het dan toch: emotie. Het vrije Zwitserland baadt in een gouden zonlicht en het koor zwelt aan over de mooiste orkestklanken die Rossini componeerde. Onwereldse klanken, die weinig van doen hebben met de bekendste klanken uit Guillaume Tell – de galoppade uit de ouverture.
Wat heeft een proefschrift over een vergeten Victoriaanse romanschrijver gemeen met een rushrelease van multinational Sony?
Einstein on the beach: een vijf uur durende minimalistische opera zonder plot, zonder pauze. Een opera met een welhaast mythische status, met beelden die uitgegroeid zijn tot theatericonen, maar die vrijwel niemand daadwerkelijk heeft gezien.
Een geluidstechnicus die op het podium met propjes papier oorverdovende klanken maakt. Poppenspel dat naadloos overgaat in filmprojecties en zangers die gedubbeld worden door acteurs. Een oersimpel toneel op het toneel dat echter wel degelijk hightech is. Een voorstelling in een van de grootste zalen van ons land, die echter doet denken aan een vlakke vloer voorstelling. Een vlakke vloer die wel alle kanten op kan bewegen, en even gemakkelijk een helling of een plafond kan zijn, dat dan weer wel.
Bijna waren ze weggegooid: George Tsypins immense decors voor Wagners Der Ring des Nibelungen. Niet omdat zijn enscenering niet succesvol was of inmiddels verouderd zou zijn, maar simpelweg omdat de opslag voor De Nederlandse Opera een te forse kostenpost vormde.
Klassieke muziek op televisie heeft altijd iets saais. Vaak een korte inleiding door een keurige heer of dame, gevolgd door het concert zelf. Close-ups van de dirigent en solist, een longshot van het hele orkest en na afloop applaus. Alsof het medium zo nauwgezet mogelijk de etiquette van de concertzaal probeert te evenaren. Zelfs de webstreams waar meer en meer grote orkesten zich meer en meer van bedienen wijken amper van deze formule af.
Het slotapplaus na de première van Götterdämmerung stormachtig noemen, is een understatement. Het leek alsof de volledig uitverkochte zaal de door Ed Spanjaard aan het Gelders Orkest ontrokken oerkrachten nog wilde overtreffen. Hier werd geschiedenis geschreven: op het toneel, door de solisten en het koor, in de orkestbak en achter de schermen, zes uur en twintig minuten lang.
Het is de eerste massascène in Wagners Ring: Siegfried voert Brünnhilde naar de Gibichungenburcht en Hagen roept al zijn mannen bijeen. Vanaf het zijtoneel klinkt letterlijk oorverdovend hoorngeschal, maar dirigent Ed Spanjaard laat doorspelen. En terecht: in het orkest slaat een vonk over. Het hele toneel is in een oogwenk gevuld en het koor zwelt in kracht aan, luider en luider, alsmaar luider, tot de extatische apotheose:
“Die sprookjeswereld is nooit zo mijn wereld geweest,” verklaarde regisseur Ivo van Hove voor de première van Schrekers sprookjesopera Der Schatzgräber. Opmerkelijk, want Van Hove en zijn vaste scenograaf Jan Versweyveld waren bij De Nederlandse Opera eerder verantwoordelijk voor Tsjaikovski’s Iolanta en Janáčeks De zaak Makropulos – ook eerder sprookjes dan grootse dramatische werken.
Het begint mooi. Prominent op het podium staat het schilderij De Rode Kimono van Breitner. En dan geen kopie, maar the real thing, wat nog maar eens onderstreept wordt door de grote hoeveelheid kisten van het Stedelijk Museum, waarop ook de muzikanten van het Hexagon Ensemble geplaatst zijn. Acteur en danser Michael Schumacher loopt er achteloos naartoe en bekijkt het schilderij ongeveer een minuut – de gemiddelde tijd die een museumbezoeker naar een schilderij kijkt.
Dat Pierre Audi niet wegloopt voor religieuze symboliek, is bekend, maar het ware wonder bij Parsifal van De Nederlandse Opera bevindt zich in de bak. Daar zet het Concertgebouworkest in handen van meester-dirigent Iván Fischer een nieuwe Wagner-standaard. Ondanks een gigantische orkestbezetting bijna kamermuziekachtig licht, buitengewoon transparant en door zorgvuldige tempokeuzes met een prachtige dramatische spanning. Vijf uren lang.
Of: het vertrouwde wordt hier volkomen vreemd. Of: zinloosheid als het eerste principe omarmen. Honderd jaar na zijn geboorte staat John Cage centraal in HF-weekend.
Sinds Reinbert de Leeuw het speelde in het snelste praatprogramma op de Nederlandse televisie, is John Cage’s 4’33” in ons land een bekende compositie. Exact vier minuten en drieëndertig seconden speelt de muzikant geen enkele noot en hoort de toeschouwer niets anders dan de omgevingsgeluiden.
Een klassieke fout: Andries Knevel omschrijft Richard Wagner als de hofcomponist van Hitler. En wordt door niemand tegengesproken.
Om vijf ton extra binnen te kunnen halen, trekken het Nederlands Symfonie Orkest en het Gelders Orkest één lijn. En met succes: de provinciale overheden van Overijssel en Gelderland vangen de subsidiekorting van het rijk op. Nu blijkt echter dat de plannen waarmee die redding is binnengeharkt, dubieus zijn. De politiek heeft daar nauwelijks naar gekeken. Vragen over het businessplan kwamen in Overijssel vooral van de PVV, maar in Gelderland stemde die zelfde partij na een – opmerkelijk vernietigende – contra-expertise juist enthousiast in met de miljoeneninjectie.
Bijna dertien miljoen vroeg Het Gelders Orkest (HGO) aan de provincie Gelderland. Het kreeg drie-en-een-half. Precies genoeg om de korting op de rijkssubsidie de komende twee jaar op te vangen en toe te werken naar een nieuwe organisatiestructuur en een nieuw verdienmodel, zoals omschreven in een zeer ambitieus businessplan, dat…… wacht even. Hier hebben we toch al over geschreven?
We schreven al uitvoerig over de naamsverandering van het Orkest van het Oosten in het Nederlands Symfonie Orkest (NSO). Ook de merkwaardige operasubsidieaanvraag gebaseerd op een businessplan dat enorme risico’s in zich draagt had onze volle aandacht. Vaste partner de Nationale Reisopera was not amused.
Festival Grenswerk kreeg op dinsdag 21 februari te horen dat het na drie succesvolle jaren moet stoppen, omdat het niet spoort met de ambities van Stichting Enschede Promotie. Het in 2009 opgezette festival kreeg na een vernietigend rapport van deze opgekalefaterde VVV door de wethouder een dik eisenpakket opgelegd waaraan het niet kon voldoen.