Shakespeare had it, Oscar savage had it, Monty Python had it and Simon McBurney has trucks full of it. So it is British and it is called humour, or rather the ability to show the absurdity of life as simultaneously hilarious and deeply tragic. And let that also apply to Russian Mikhail Bulgakov. So his unfinished novel The Master and Margarita has now had to wait almost 75 years for a director like Simon McBurney to turn it into theatre.
Navertellen is onmogelijk bij de roman van Boelgakov. Hij vlechtte drie verhaallijnen op zo’n onnavolgbare manier door elkaar dat het eigenlijk al na een kwartier lezen duizelt. Er is een dichter die in een gekkenhuis belandt, waar hij een museumsuppoost tegenkomt die ook schreef, maar dat moest bekopen met een opsluiting in hetzelfde gesticht. Zijn muze, Margarita genaamd, verkoopt haar ziel aan de duivel om haar Meester terug te krijgen. En die duivel heeft nog een appel te schillen met Pilatus, de Romeinse Procureur die ene Jezus van Nazareth aan het kruis liet nagelen, 2000 jaar eerder.
De voorstelling navertellen is even onmogelijk als het boek navertellen, maar laat ik een poging wagen. Op een vrijwel leeg toneel vertelt een team van 16 acteurs en nog een stoot technici en cameralieden het magisch-realistische verhaal, ondersteund door de beste HD en 3D-graphics die ooit in een schouwburg te zien waren. Er zijn geen wandjes om kamers aan te geven, maar met licht tekent McBurney lijnen op de vloer. Het verwijst naar Lars von Triers film Dogville.
Net als in zijn eerdere werk, en dan met name de al even weergaloze voorstelling A Disappearing Number, die in 2007 op het Holland Festival te zien was, kantelt McBurney zo nu en dan het hele toneel. Door camera’s die vanuit de nok van de toneeltoren op de liggende acteurs gericht staan, komen zij via projecties staand tot leven op de achterwand. En dan hebben we ook nog een met recht duizelingwekkende hoofdrol voor Google Earth.
De duivel in deze voorstelling is een rechtstreekse verwijzing naar Stanley Kubricks meesterlijke film Dr Strangelove, en het beroemde nummer van de Rolling Stones, Sympathy for the Devil, door Jagger geschreven als eerbetoon aan Boelgakovs roman, komt net niet langs. We blijven steken bij een ander nummer van de Stones. Daarom hier even, omdat ik het nummer na afloop niet uit mijn kop kon krijgen.
Mocht u denken: dat zijn allemaal wat veel toeters en bellen voor een toneelvoorstelling, dan heeft u dus geen gelijk, al zullen de tien mensen die na de pauze niet in de tot de nok uitverkochte stadsschouwburg terugkwamen er wellicht anders over denken. U zou gelijk kúnnen hebben als deze toeters en bellen in handen waren gekomen van mensen die er geen talent voor hebben. Maar Simon McBurney heeft dus wel talent. Maar meer nog: hij beseft dat een caleidoscopische roman als die van Boelgakov alleen met een uiterst beroep op de fantasie tot leven kan komen. En dat beroep doet hij met succes bij zichzelf, zijn medewerkers en vooral: bij ons, het publiek.
De acteurs zijn verteller en karakter in één, en doen dat overtuigend: ze zetten zichzelf niet vóór hun karakter, zoals bij sommige Nederlandse voorstellingen gebeurt, maar stellen alles in dienst van het verhaal. Zo slepen ze je moeiteloos mee, waarna je aan het eind minstens even verward bent als de karakters in Boelgakovs roman.
Want dat is misschien nog wel het mooiste aan deze voorstelling: in de enorme veelheid aan beelden, stijlen en verhaallijnen bereikt niet alleen de humor een extreem hoog niveau, maar slaat vooral de tragiek genadeloos toe.
Aan het eind was er tamelijk massaal gejuich. Dat gebeurt zelden bij een toneelpremière in Nederland. Maar het was meer dan verdiend.
Comments are closed.