There are those who spend nights queuing for a ticket. After all, the Berliner Ensemble is mythologically big. As big as the Royal Shakespeare Company in England, or La Comédie Française in France. Monuments to cultural history, dedicated to one writer, like Brecht or Shakespeare, or to an entire history, as the French are used to. We Dutch have het Vondelpark, maar daar wordt maar zelden toneel gespeeld.
Wanneer het Berliner Ensembe dus op tournee gaat (wat ze zelden doen), met een unieke enscenering van een stuk van Bertolt Brecht, geregisseerd door de al even legendarische schrijver Heiner Müller, dan moet je daar heen. Of je programmeert dat, bijna 20 jaar na de première, als toonaangevend festival. Wie zich dus mocht afvragen waarom het Holland Festival een voorstelling binnenhaalt die al decennia te zien is geweest: daarom dus.
De schrijver van ‘De Weerstaanbare opkomst van Arturo Ui’ is dus al een halve eeuw dood, de regisseur gaf een half jaar na de première van zijn bewerking in 1996 de pijp aan maarten en naar verluid stonden vrijdagavond in Amsterdam niet de allerbest denkbare acteurs in de bijrollen. Wat echter niet veranderd was: de hoofdrol. En dat was maar goed ook.
Martin Wuttke.
Onthoud die naam, als je hem niet al kende uit Inglourious Bastards van Tarantino of de recente film Cloud Atlas. Wuttke is zeldzaam goed, omdat hij alles kan, en dan nog iets meer. Hij verleidt, hij schmiert, hij belazert de boel en hij ontroert, en wisselt tussen die toestanden op de momenten dat je het niet verwacht. Zulk acteertalent is de reden waarom toneelschrijvers schrijven en mensen naar het theater gaan. In deze voorstelling van Brechts parabel over de eerste jaren van de machtsgreep van Adolf Hitler, is hij perfect op zijn plek als Arturo Ui, de straatjongen die het dankzij slim gemanipuleer schopt tot maffiabaas van Chicago.
De voorstelling zelf houdt niet over. Heiner Müller friste Brechts origineel uit de jaren dertig op naar de standaard van 1996, en dat was al heel wat. Hij ontdeed het werk van allerlei tussentitels waarin werd uitgelegd waar alle scenes voor stonden en over gingen. Müller veronderstelde dat zijn publiek zelf slim genoeg was om de overeenkomst tussen de Reservoir Dog Arturo Ui en Nazileider Adolf Hitler te duiden. Wat daardoor overblijft is een stuk dat nog steeds vooral veel tekst bevat. Tekst die door de meeste personages luid gescandeerd wordt, en dat maakt het volgen vermoeiend. Er zijn geen rustpunten, maar vooral: er is heel weinig om naar te kijken. Het geëxalteerde, vormelijke spel van de Duitse acteurs maakt het er niet frisser op.
Slechts één scène is werkelijk de moeite waard, en dat is de scene waarin straathond Arturo Ui van een oudere acteur een mediatraining krijgt. Hier gaat het over alles wat werkt in het theater, en Martin Wuttke heeft de zaal aan zijn voeten.
Heel jammer is het dat de avond daarna nog zeker twee uur voortdendert met een eenzame Wuttke tussen heel veel kippen zonder kop-collega’s. We moeten wachten tot het allerlaatste moment om weer te weten waarom we voor acteurs als Wuttke naar het theater gaan. Hij brengt een hitlergroet aan het applaudisserende publiek, maar maakt daar vlak voor het doek valt een wuifhandje van. Over vilein gesproken.
Of u, na het missen van deze unieke kans om het Berliner Ensemble buiten Berlijn te zien, toch nog naar Berlijn moet om de voorstelling mee te maken: het is aan u. Wuttke is de omweg waard, maar de entourage zal je tegelijk een zware avond geven. Daar staat tegenover dat het ook een sentimental journey zal zijn naar een Berlijns verleden dat snel verdwijnt.
Bij de balie kun je voor een paar euro de petjes kopen die Bertolt Brecht ook zou hebben gedragen. Van die dingen.