Met een puntgave uitvoering van het Tweede Pianotrio van Mendelssohn besloot het Storioni Trio gisteravond het openingsconcert van het Storioni Festival in de Frits Philipszaal in Eindhoven. Verspreid over zes verschillende zalen in vijf Brabantse steden presenteert men een ambitieus programma, waarin bevriende musici en componisten optreden. Centrale gast is de Duitser Jörg Widmann, die acte de présence geeft in zijn hoedanigheid als klarinettist en als componist. Zijn Liebeslied voor ensemble en Air voor hoorn solo bleken publieksfavorieten, en hij nam dankbaar het overdonderende applaus in ontvangst.
Het Brabantse trio schotelde ons op zijn openingsconcert een zeer gevarieerd programma voor. Vanuit hun enthousiasme zoveel mogelijk moois te laten horen was dit enigszins overladen: de laatste noot klonk pas om kwart over elf. Het publiek in de uitverkochte zaal genoot echter met volle teugen en in de wandelgangen klonk waardering voor de hoeveelheid noten die je voor je goede geld kreeg voorgeschoteld.
Het concert werd geopend door het Nederlands Kamerkoor, dat onder leiding van dirigent Frank Hameleers bij wijze van ‘insmijter’ Die Tages Weihe van Schubert uitvoerde. Dit korte stuk werd gevolgd door een minstens even lang changement, wat enigszins de vaart uit het programma haalde. Een spreekstalmeester had hier wonderen kunnen verrichten.
Het wachten bleek echter de moeite waard, want Liebeslied is een boeiend stuk. Widmann lardeert dissonante samenklanken van onder andere hobo, klarinet, fluit en strijkers met intrigerende halen over de snaren van de piano en ferme klappen op gongs en tamtams. Het ritmisch uiterst beweeglijke stuk bevat ook momenten van humor, bijvoorbeeld als de slagwerker met een stokje ritselende klanken ontlokt aan de immense tamtam.
Het Nederlands Kamerkoor zong hierna de Vier Doppelchörige Gesänge van Schumann en trad na de pauze opnieuw aan in Die Nacht van Rheinberger, waarin zij begeleid werden door het met de altvioliste Dana Zemtsov uitgebreide Storioni Trio. Pas in dit laatste stuk vonden de zangers daadwerkelijk hun draai. De toon was zuiverder, de samenklank homogener en de inzetten waren minder onzeker, wellicht dankzij de instrumentale ondersteuning.
Het gelegenheidstrio van violist Svetlin Roussev, altviolist Gareth Lubbe en cellist Torleif Thedéen gaf een fraaie vertolking van Serenade van Dohnany. De musici bleken goed overweg te kunnen met de welhaast boerse ritmes en melodieën die de Hongaar ontleende aan de volksmuziek. Ook Chopin liet zich hierdoor inspireren in zijn Grand Duo concertant voor cello en piano. De pianiste Nino Gvetadze vertolkte met verve de parelende notenslierten en danste een ware polonaise met het publiek en Thedéen, die helaas soms moeite had met de intonatie.
De klapper van de avond was Air voor hoorn solo van Jörg Widmann, uitgevoerd door de Franse hoornist Hervé Joulain. Widmann schotelt ons een scala aan verschillende klanken voor. Nu eens klinkt de hoorn warm en ronkend, dan weer schetterend of uiterst ijl, op andere momenten lijkt hij te jammeren als een krolse kat. In razendsnelle motieven worden alle registers van het instrument verkend, waarbij niet zelden in één noot gewisseld moet worden van het allerhoogste naar het allerlaagste register.
Widmann toonde zijn meesterschap door een geopende vleugel achter de hoornist te plaatsen. De mee resonerende snaren schiepen een geheimzinnig soort polyfonie, die het publiek verbaasde en betoverde. Joulain vertolkte zijn virtuoze partij met grote inzet en accuratesse. Hij heeft bovendien een goed gevoel voor de subtiele humor in Widmanns werk en kreeg de lachers op zijn hand met zijn levendige mimiek. Net als Gvetadze communiceert Joulain op een vanzelfsprekende en aangename manier met het publiek. Daar kunnen de andere musici misscchien een voorbeeld aan nemen in de tien resterende dagen van het aansprekende festival.
Comments are closed.