Is a performance opera if not a note is sung? If the audience sits on a stand in a car park with headphones on their heads? Or if a man cries out like a dog with a tongue out of his mouth throughout the performance? The definitions of opera are stretched quite a bit at five Oerol performances. Interestingly, hardly anyone calls the performance opera. By necessity, musical theatre is often used, but that term does not really fall into a warm bath.
Een jaar of vijf geleden nam mijn vader me mee Der Rosenkavalier van Richard Strauss. Ik verweet mijn vader een gebrek aan culturele opvoeding omdat dit de eerste keer was dat ik naar een opera ging. Sindsdien ben ik nog wel eens naar moderne opera’s gegaan met, ehm, wisselend succes. Maar op Oerol kan ik mijn lol op; er zijn opvallend veel voorstellingen die zich opera noemen of operamuziek gebruiken. Dat hoeft alleen geen enkele voorbode te zijn van overeenkomsten. Op Oerol houden opera’s zich niet aan heersende opvattingen over opera. Ik vraag me daarom af wat een opera nu precies een opera maakt. In gesprek met makers blijkt dit helemaal niet zo’n domme vraag te zijn.
-
An opera is a sung theatre piece
Deze voor de hand liggende definitie schoffelt The Stolz Quartet met A Love Unsung. The Unsung Opera direct onderuit. Operacomponist Rob Zuidam werd door Marieke Schut van het kwartet van hobo, viool, altviool en cello voor een uitdaging gesteld: ze wilde een opera zonder zang. Na vergaderingen met veel wijn en vieze borrelnootjes kwamen ze tot een vorm waarin de verhaallijnen uitgesproken worden door een acteur op scherm tegenover vier muzikanten live op het podium. Volgens Schut komt het nooit voor dat musici het visuele beeld op toneel vormen. Al twee jaar geleden vroeg zij haar favoriete componist om deze ongezongen opera te maken. Voor Zuidam een ongewone werkwijze, hij is gewend het verhaal te laten vertellen door zangers. Schut: “Als ik muziek hoor, verzin ik er zelf meestal ook een verhaal bij. Alleen sommige mensen denken zo abstract.” Ze merkt nu toch dat publiek meegesleept wordt bij een cellosolo die verhalend is als een aria. Schut wil graag het imago van piep-knars-muziek dat aan hedendaagse muziek kleeft, van zich af schudden. “We hopen dat mensen hier met een vooroordeel minder de deur uit lopen. Net als met oesters denk je eerst misschien ook ‘getsiedekkies’ en op een gegeven moment kun je niet meer zonder.
-
An opera is through-composed
“Als muziek de handeling voortstuwt, dan is het een opera,” volgens Anna Maria Versloot. “Een stuk met een soundscape op de achtergrond is dat niet.” Met Being Arthur maakte zij een voorstelling over de legende van koning Arthur en zijn ronde tafel die aan deze voorwaarde voldoet. Er zitten drie operazangers in, maar er is ook een hoofdrol voor een actrice die lichte muziek zingt. Een continue muziekstroom is hiermee niet gegarandeerd. De voor de opera zo bekende recitatieven, half gesproken, half gezongen teksten, komen in deze voorstelling niet voor. “Daarin voldoe ik niet aan het criterium dat een echte opera is doorgecomponeerd.” “Maar als je vindt dat het opera is, wanneer een voorstelling over de allergrootste vraagstukken in het leven gaat, dan valt onze voorstelling weer wel binnen het genre. Being Arthur gaat namelijk over een mens in transformatie en de vraag wat voor leider we vandaag nodig hebben. Het is geen kleinmenselijk drama in de huiskamer.” Versloot gebruikt zang als emoties niet meer in tekst te vatten zijn. Sopraan Bauwien van der Meer zegt het zo: “het is kotsen van emotie, maar dan zingend.” Als personage Guinevere zegt zij tegen haar man Arthur dat ze een busje voor hun tweeën wil. Die boodschap komt niet aan. Pas als ze zingt: “Be a part of this marriage, because I can’t be married to myself” wordt het haar man duidelijk. “Er moet veel aan de hand zijn voor iemand gaan zingen,” zegt Versloot. “Ik zal nooit een aria schrijven waarin wordt gevraagd om een kopje koffie. Zingen is altijd een bewuste daad, daarom slaan sterfscènes in een opera ook nergens op.”
-
An opera has a clearly melodramatic story
“Opera is when someone gets stabbed in the back, but instead of bleeding, starts singing,” is de definitie van opera die Robin Block ooit hoorde. Met de mannen van project Wildeman en de zangeressen van Silbersee maakte hij Woycheck – een waanopera. “We noemen het een waanopera omdat er een psychedelische cocktail ontstaat tussen een conventionele opera en de driftwereld. De klassieke zangachtergrond van Silbersee combineert prima met de experimentele popwereld van project Wildeman.” Artistiek leider Bisschof zag ooit de vier mannen van project Wildeman optreden en vroeg zich wat er zou gebeuren als je daar de sereniteit van vier klassiek geschoolde vrouwen tegenover zou zetten. Blijkt dat in onze voorstelling de mannen uiteindelijk steeds tammer worden en de vrouwen steeds wilder.” Wanneer je deze voorstelling uitloopt heb je een idee van hoe het zal moeten voelen in je hoofd als er een psychose uitbreekt. Een heel duidelijk beeld weliswaar maar geen dramatisch verhaal met plot, personages en wending. De vlieger dat opera altijd een duidelijk melodramatisch verhaal in zich draagt gaat hier niet op.
-
In opera, text is secondary to music
“Volgens mij is bij opera tekst ondergeschikt aan de muziek. Voorstellingen van de Veenfabriek behandelen tekst en muziek veel meer gelijkwaardig.” Aan het woord is Ton van der Meer die de muziek maakte voor de voorstelling Arianna en heeft daarin hedendaagse popnummers tegenover de aria’s van Monteverdi gezet. Hij noemt wat hij maakt muziektheater, al is dat zo’n containerbegrip dat niemand daar echt blij van wordt. Opvallend is dat de naamgever van de opera Arianna niet zingend opgevoerd wordt. Het bekende klaaglied van Monteverdi wordt zelfs zonder de eerste stem opgevoerd. Van der Meer heeft daar een bewuste keuze gemaakt: “We hebben Arianna geïsoleerd van de rest zodat alles wat je ziet en hoort uit haar hoofd kan komen. Van alle contacten die ze heeft met andere spelers en muzikanten kun je je afvragen of die werkelijk plaatsvinden of alleen in haar hoofd. In de voorstelling Kintsukuroi van Spinvis en Saartje van Camp is de hoofdrol zelfs weggelegd voor dansers. Erik de Jong alias Spinvis vond het een ontdekking toen hij erachter kwam hoe goed dans werkt op een gesproken monoloog. “De functie van muziek in een opera is dat je wordt meegenomen in de lyriek van het verhaal. Dat doen wij nu met tekst waar veel herhalingen in zitten en beeldrijm. Dansers verbeelden de tekst die je hoort waardoor het altijd een soort prettige abstractie blijft, er wordt niet teveel voor je ingevuld. We noemen het nu opera maar dat is alleen maar omdat je in theaterland nu eenmaal geacht wordt jezelf ergens in te delen. Ik zou ook tevreden zijn met de term gedanst sprookje.”
Dus… De term opera wordt nog volop gebruikt, maar kan vele vormen en gedaantes aannemen. Anna Maria Versloot schreef een boek van 175 pagina’s over de definities van opera en kwam niet tot een sluitende conclusie. Ik pretendeer dat ook niet te kunnen in 1196 woorden. Muziektheater lijkt het redelijke alternatief, maar de ideale term staat nog open voor invulling. Iemand die daar een muzikale, doorgecomponeerde, melodramatische opera met veel zang over wil schrijven?
Karina Kroft i.s.m. De Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie – Romeo en Julia. Naar Romeo en Julia
Silbersee & Project Wildeman – Woycheck – een waanopera
Spinvis en Saartje van Camp – Kintsukuroi
The Stolz Quartet – A Love Unsung, the unsung opera
Kameroperahuis – Being Arthur
Oei, Veerle, eerst het woordenboek raadplegen voor je je waagt aan het gebruik van vaktermen. Opera melodramatisch? Dat kan, maar alleen als het 2e rangs werken betreft. Opera doorgecomponeerd? Ook dat kan, maar pas vanaf Wagner. Hij doorbrak de traditionele afwisseling van recitatief en aria die eeuwenlang als maatstaf gold. Zijn doorgecomponeerde opera’s waren revolutionair.
Comments are closed.