Soms zijn mensen politiek zo boos dat ze de kans om zelf baas van het land te worden woedend afslaan bij het horen van het woord ‘premier’. Dat merkte Oscar Kocken, de vrolijke host en bedenker, samen met Daan Windhorst, van ‘Het Torentje’ afgelopen vrijdag. Hij probeerde een voorbijgangster warm te maken voor zijn voorstelling, in een tentje op het Paradeplein in Den Bosch. Ze luisterde zijn zin, over ‘wat ze met de toekomst van Nederland wilde en dat zij dat als premier…’ niet uit, maar begon bij dat laatste woord te razen over zakkenvullers en uitzuigers en liep verder, op weg naar iets minder politieks op deze zomerse vrijdagavond.
Terwijl Het Torentje zo leuk is. Borgen op zijn Hollands en live, als een gespeeld videogame, waarbij een toeschouwer in de rol van premier het verhaal alle kanten uit kan sturen. De schrijvers, gepokt en gemazeld door hun werk bij de live talkshow Order of the Day, hebben vooraf vierhonderd pagina’s aan korte scenes geschreven. Elke scene kan worden getriggerd door de voorgaande, en de steeds weer andere keuzes die de premier van die ene voorstelling maakt. Elk half uur is er dus een totaal andere voorstelling te maken, en dat gebeurt ook.
Knotsgek
Het levert knotsgekke toestanden op, en het plezier bij de makers is besmettelijk: de zaal deelt volop mee in de verrassingen en kan hier en daar ook nog over iets politieks nadenken. Die ene boze voorbijgangster had het halfuur van haar leven gehad. Het is te hopen dat Kocken de volgende keer meer succes heeft bij het werven, en het woord ‘politiek’ en ‘premier’ tot het allerlaatst bewaart.
Het Torentje is eigenlijk een vorm van live televisiecabaret en dat is ook de reden dat het geluid niet stoort. Maar dat geldt niet voor alle ‘tentjes-theatervoorstellingen’ in Den Bosch. Omdat het plein vol muziek en mensen is, maken alle performers in die piepkleine theatertjes van tentdoek tegenwoordig gebruik van zendermicrofoons. Die wormvormige aanhangsels, half weggeschminckt op de wangen, hebben echter nare bijwerkingen. Natuurlijk, ze zorgen dat het voor iedereen verstaanbaar is, maar ze koppelen ook het stemgeluid los van de spreker en vast aan de luidsprekers. Dat is in zo’n intieme setting echt dodelijk voor de ervaring.
Wall of Sound
Ik maakte dat mee bij twee meer traditioneel opgezette solocabaretvoorstellingen: ‘Geen Voorstelling’ en ‘Zalf’. In ‘Geen Voorstelling’ doet actrice Suzanne van der Horst een dappere poging tot intimiteit in het tentje tussen frietkot (biologisch en lekker) en toiletten (dit jaar ingericht als galerie), die helaas wat moeizaam op gang komt. Wellicht door de spanning van de premiere-avond zet ze haar tempo, maar vooral ook haar eigen stemvolume, hoog in. Daardoor zit je als toeschouwer op een meter afstand van een voortdenderende ‘wall of sound’. Dat maakt luisteren en kijken vermoeiend, terwijl het verhaal en de opzet van het programma van Van der Horst wel degelijk aandoenlijk zijn. Ik zal in ieder geval nooit meer naar Clint Eastwood kunnen kijken zonder haar beschrijving in mijn achterhoofd.
Groot talent
Op een iets andere manier gaat ook het volume bij Zalf van Kirsten van Teijn irriteren. Van Teijn is een nog piepjonge cabaretiere van een oud stempel. Haar bouche is geschoold en zuiver, haar dictie met alle r’s en g’s perfect en haar présence overdonderend. Hier staat niet alleen een groot talent, maar ook een toekomstig bespeelster van Carré in een klein tentje te spelen. En dat wringt dus ook een beetje. Het korte programma, een fragment uit de show waarmee ze later dit jaar in de grotere theaters te zien zal zijn, is misschien nog niet genoeg ingedaald. Daardoor is er meer afstand dan goed is voor het spelen op een halve meter van je publiek.
Het mag allemaal best wat minder haastig, wat zachter, wat rustiger: de lol is er niet minder om. En met die stem van haar kan ze ook zonder die vermaledijde zendmicrofoon dat hele Bossche plein tot zwijgen brengen.
Gewoon eens doen.