In februari 2017 combineerde Het Collectief de radicale muziek van Galina Oestvolskaja met de hemelse gezangen van Hildegard von Bingen. Minder vreemd dan het lijkt, want beiden waren diep gelovig en componeerden vanuit innerlijke noodzaak. Donderdag 26 oktober plaatst het Spectra Ensemble Oestvolskaja naast Karel Goeyvaerts in Muziekgebouw aan ’t IJ. Oestvolskaja is hier te lande inmiddels genoegzaam bekend, maar wie was Karel Goeyvaerts?
Muzikale pionier
Karel Goeyvaerts werd in 1923 in Antwerpen geboren, de stad waar hij 70 jaar later ook zou overlijden. Hij studeerde er compositie aan het conservatorium en volgde muziekanalyse bij Olivier Messiaen in Parijs. Geïnspireerd door diens heldere analyses besloot Goeyvaerts de verschillende muzikale parameters als uitgangspunt te nemen voor zijn composities. Hij zette niet alleen de toonhoogte, maar ook toonduur, dynamiek, klankkleur en articulatie in een reeks. Zo stond hij mede aan de wieg van het zogenoemde serialisme.
Het eerste resultaat was de Sonate voor twee piano’s, die hij in 1951 samen met Karlheinz Stockhausen uitvoerde in Darmstadt, het Mekka van de nieuwe muziek. Zoekend naar nog meer klankmogelijkheden ontdekte hij de elektronica. In 1953 schreef hij Compositie nr.5, het eerste werk dat was opgebouwd uit pure sinustonen. Maar terwijl Stockhausen en diens collega’s Pierre Boulez, Luciano Berio en Luigi Nono de seriële en elektronische muziek verder ontwikkelden, kreeg hij steeds meer behoefte aan ‘het menselijke’.
Aquarius
Goeyvaerts ging religieuze stukken componeren waarin hij stijlfiguren uit de Barok verwerkte, zoals in De passie voor orkest uit 1963. Bovendien experimenteerde hij met vocale nonsensklanken in composities als Goathemala voor mezzosopraan en fluit. In de jaren 70 liet hij zich inspireren door het Amerikaanse minimalisme. Hij ging repetitieve stukken componeren, met als eerste hoogtepunt vijf genummerde Litanieën voor uiteenlopende bezettingen.
Vanaf 1983 tot vlak voor zijn dood werkte Goeyvaerts aan Aquarius. In deze opera drukte hij zijn verlangen uit naar een ‘betere samenleving, waarin iedereen aan zijn trekken komt’. Zoals Stockhausen jarenlang zo’n beetje elke nieuwe compositie onderdeel maakte van zijn opera Licht: die Sieben Tage der Woche, zo beschouwde ook Goeyvaerts elk nieuw werk voortaan als een schets of voorstudie voor zijn eigen magnum opus.
De titel Aquarius verwijst naar het astrologische idee van een nieuwe tijd die eind twintigste-eeuw zou aanbreken.Dan trad de wereld het tijdperk van het sterrenbeeld Waterman binnen. Dit zou een utopische maatschappij opleveren met volkomen gelijkwaardige intermenselijke verhoudingen.
Zum Wassermann
In 1984 schreef Goeyvaerts Zum Wassermann voor strijkkwintet, hout- en koperblazers, piano en slagwerk. Dat nu wordt uitgevoerd door het Spectra Ensemble. Het is te beschouwen als een kamermuzikale blauwdruk van het eerste bedrijf van Aquarius. De vier delen corresponderen met de vier scènes van de eerste akte, waarin de mens een valse start lijkt te maken op weg naar de toekomst. Het ideaalbeeld wordt (nog) niet wordt bereikt.
In ‘Vorspiel’ wordt de mens beknot in zijn individuele streven. Korte eruptieve motieven die maar niet echt op gang komen evoceren het geworstel van een gekooid wezen. Het hierop volgende ‘Erwachen’ begint als een uitbundige dans maar mondt uit in schrille dissonantie. Beukend slagwerk drijft de gevangene terug zijn cel in. Een mooie parallel met het gehengst op een houten kist in Oestvolskaja’s Compositie nr. 2, ‘Dies Irae’.
In deel 3 ‘Wassermann-Gesang’ kringelen lyrische lijnen om en door elkaar in opperste harmonie. Dit verbeeldt de intuïtieve, ‘vrouwelijke’ visie op de nieuwe wereld. Het vierde en laatste deel ‘Zum Wassermann’ symboliseert de rationele, ‘mannelijke’ benadering.
Het opent met dartele, hoketusachtige motieven die steeds asynchroner en kakofonischer worden. De moeizame pogingen uit het keurslijf van de rationaliteit te ontsnappen verzanden in amechtig dalende melodielijnen en afgeknepen samenklanken. Met een paar ferme klappen van het slagwerk wordt het laatste restje hoop op de utopie de grond in geboord.
Verlate première
Pas in 2009 beleefde Aquarius zijn wereldpremière, in een coproductie van de Vlaamse Opera en het Holland Festival*. Ook Zum Wassermann wordt niet vaak uitgevoerd. Jammer, want Goeyvaerts’ muziek is uitgesproken beeldend en heeft een grote emotionele zeggingskracht. – Net als het werk van Oestvolskaja. Hoe verschillend van temperament ook, Goeyvaerts ramt zijn boodschap minstens even dwingend onze ziel in als ‘de vrouw met de hamer’. Een concert om naar uit te zien.
Muziekgebouw aan ’t IJ, donderdag 26 oktober 2017, 20.15 uur. Om 19.15 uur spreek ik tijdens de inleiding met Filip Rathé, dirigent van het Spectra Ensemble. Info en kaarten
*In 2009 maakte ik hiervan een reportage voor Cultura.