Het Drentse dorp Erica werd in het laatste weekend van april opgeschud door het knusse herriefestival Pitfest. En dat trok een bonte mix mensen. Ik liep er een dag rond.
Een golfkar zoemt over de rotonde van het 4-sterrenresort in het buitengebied van het Drentse plaatsje Erica. Rechts van het asfalt liggen strak gemaaide golfbanen, links is een kaveltje land afgezet. Achter de hekken staan twee tenten van rood-wit zeil. Verder een landweg en uitgestrekte weilanden. In de verte vieren de wilde ritmes van een percussieband de monarchie.
Het decor voor een dagdeel asperges slurpen of vergelijkbare dikdoenerij, zou je zeggen. Maar op 27 en 28 april wordt deze plek overgenomen door Pitfest; een minifestival voor liefhebbers van extreme gitaarbands. Groepen met namen als Bloodbath en Rotten Sound overnachten in het hotel. In de wei kamperen bezoekers. Een oudere punker in een spijkerjack ramvol bandemblemen verkoopt parkeerplekken. Uit de golfkar stapt een bebaarde kerel.
Ruimdenkend publiek
‘Het aanbod van extreme gitaarmuziek is nihil in noord-Nederland’, zegt Pitfest-organisator Maik Reuvers (43). ‘En in Drenthe is al helemaal geen ruk te doen. Voor bands moeten we naar Utrecht of Amsterdam.’ Dat wil hij veranderen. ‘Uit dadendrang’, zegt hij. ‘Ik wil bewijzen dat het wél kan, een festival met extreme muziekstijlen in deze regio.’ Met een klein clubje begon hij in 2015 Pitfest. In eerste instantie als dagfestival in een dorpscafé.
Dit jaar is de eerste buiteneditie. Het terrein is super intiem, binnen een minuut kan je een rondje maken. De eerste bezoekers druppelen halverwege de dag binnen. Ik zie meisjes met geschoren hoofdflanken en naar achteren geföhnd haar, strakke spijkerbroeken boven kisten met ijzeren knoppen, felle hanenkammen en zwarte bandshirts met bloedende typografie. Ik zie vriendinnengroepen, hipsterstelletjes, oudere echtparen, kale hoofden met inkttekeningen en gevlochten baarden. Mensen vallen elkaar in de armen, shagbuilen gaan vrolijk rond.
‘Wij trekken veel 30-plussers’, zegt Maik. ‘Volgens mij is het uniek dat wij verschillende extreme gitaargenres op een hoop gooien. Bands die bij ons spelen moeten vooral hard, of vies en vuig zijn.’ Hij denkt dat Pitfest daardoor een ruimdenkender publiek trekt dan de puristische gitaarfestivals die zich op een subgenre richten. Bovendien mogen inwoners van Erica gratis naar binnen. ‘Ik hoop dat mensen zien hoe relaxed het is. Dat we ook eventuele vooroordelen wegnemen. Ik ben tot aan mijn tanden getatoeëerd en leid een uitzendbureau. Het overkomt me tijdens m’n werk weleens dat mensen me zien en meteen denken: ‘wat een aso.’
‘Over tien jaar ga ik met een groep meiden concerten af’
Rond vier uur is Pitfest op gang. Fenne (7) zit op de nek van haar vader Ferry (42). Ze valt nogal op, maakt duivelsoortjes met wijsvinger en pink, zwiept woest met d’r haren. Ik spreek de twee terwijl ze frieten uit een puntzak plukken. ‘We logeren in een bungalowpark in Aalde.’, zegt de Ferry. ‘Mijn vriendin, onze zoon en de grootouders zijn vandaag wat anders gaan doen. Die willen absoluut niet mee.’ Tegen zijn dochter, Fenne: ‘Wij zijn de metalheads he?’ Ze knikt.
Ferry is in het dagelijks leven machinebouwer. Fenne zit in groep 3. Ze wonen in het Brabantse Son en Breugel. Ferry: ‘Maandelijks bezoek ik een concert in de regio. Vaak alleen, want ik heb geen vriendengroep waar ik dit mee kan doen. Gelukkig maak ik makkelijk een praatje. Harde muziek is een uitlaatklep, ik krijg er energie van. Sinds mijn vijftiende bezoek ik concerten. Nu appelleren shows aan een prettig gevoel uit mijn jeugd, snap je? Vorige zomer ging ik met Fenne naar Dynamo Metal Fest, op de schaatsbaan in Eindhoven. Het was haar eerste festival. Ooit begon het voor mij ook bij Dynamo.’
Twee tientjes
‘Ik neem nogal eens cd’s mee van optredens.’, vervolgt hij. ‘Als ik de kids de dag erop naar school rijd, wil Fenne meteen luisteren. Dan gooit zij het volume vol open.’
Fenne: ‘Dat hoort ook bij rockmuziek!’
Ferry: ‘Dit soort kleinschalige festivals zijn gemoedelijk. Ik wil best naar een Graspop, maar kijk alleen al wat zo’n festival kost…. Vindt Fenne dit niks, dan heb ik maar twee tientjes stukgeslagen. Mijn nichtje ontdekt nu ook de harde muziek. Over tien jaar ben ik chauffeur van een groep meiden waarmee ik concerten afga. Althans, daar hoop ik op. Je moet iets te dromen hebben toch?’
Richard (40) en Hellen (48) uit Emmer-Compascuum komen jaarlijks op Pitfest. Ik loop ze steeds tegen het lijf. Telkens kletsen ze met een ander groepje mensen. ‘We komen uit de buurt en kennen wat vrijwilligers achter de bar’, zegt Richard. ‘Geweldig dat deze muziek weer in de regio te vinden is. Ik ontdek nieuwe bands hier. Het gaat mij wat meer om de muziek dan Hellen.’ Hellen vindt de sfeer fijn: ‘Er is respect voor elkaar. Ik geniet van de verscheidenheid aan mensen.’
Richard: ‘Alleen de leden van het kabinet zouden hier problemen krijgen. Die hebben wel wat uit te leggen.’
Ontmoetingsplek voor gelijkgestemden
De sfeer op Pitfest is inderdaad bijzonder ontspannen. Bezoekers hangen rond het festivalhart, complimenteren elkaar met hun outfits. Aan de rand van het festival staat een piepkleine container met een pop-up tattoo shop. Een vrouw laat haar schouder tatoeëren. De tattoo-artiest mag zijn gang gaan, ze ziet het resultaat later wel.
Jordi (21) heeft een geweldige hanenkam met rode punten. Hij is lasser, op werkdagen draagt hij een pet: ‘Doordeweeks leef ik in een routine, in de weekenden ga ik los.’ Hij is hier met zijn vriendin Emily (23), die vrijkaartjes won. Emily studeert sociaal maatschappelijk werk en is spoken word-artiest. Ze speelt in kraakpanden, maar ook op meer commerciële evenementen. De twee komen uit de krakersscene in Leeuwarden en ontmoetten elkaar op het Into The Grave-festival. Ze kijken bands in Groningse kraakpanden, maar reizen ook naar Tsjechië voor een festivalvakantie. ‘Daar is het nog wat vrijer’, zegt Jordi. ‘Mensen lopen er naakt rond.”
Fijne gesprekken
Op festivals vinden ze gelijkgestemden: ‘Hier kan iedereen leuk met elkaar’, zegt Emily. ‘Dat vind ik zo tof aan dit soort plekken, ik voer fijne gesprekken. Dit festival is lekker compact.’Ik vraag naar hun muzieksmaak. ‘De muziek uit het illegale feestcircuit eigenlijk’, lacht Emily.
Rond middernacht slenter ik door de merchandise tent. Terwijl ik het album Suck Cocks in Hell van de Amerikaanse band Shitfucker bekijk – op de hoes een schuimbekkende hellehond vol goesting – onderhandelt een man over de prijs van een bundeltje platen. Het festivalterrein is bezaaid met platgetrapte bierbekers en sigarettenpeuken. De Poolse metalband Vader stort doodsrochels uit over een volle tent. Of je nu die jongen bent die zich keer op keer zwalkend in een pit stort, één van de twee buikige kerels in capuchontrui die de dag zwijgzaam rokend doorbrengen, of een meisje dat de kleuterklas maar net is ontgroeid: op Pitfest ben je sowieso welkom.
Correctie: In een eerdere versie van dit artikel stond dat er maximaal duizend bezoekers op het terrein van Pitfest passen. Dat klopt niet, volgens de organisatie waren er op 28 april 1200 bezoekers.
Prettig leesbaar geschreven Joost!
Grtz. Bé
Ik houd niet van die harde muziek , maar na het lezen van dit artikel, waarin de sfeer zo levendig beschreven wordt, krijg ik er gewoon zin in.
Comments are closed.