In de trein naar Vlissingen dient het festival zich al aan. Schuin tegenover mij converseren twee dames over films en boeken. Ze bladeren in een programma en vragen zich af of het zal lukken Sophia Loren te zien. Inderdaad, mijn vermoeden klopt. Ze gaan een weekend naar Film by the Sea. “Het is onze eerste keer. We gaan veel naar festivals samen en dit stond al lang op ons lijstje.” Ze verheugen zich op de collegereeks ‘Liefde voor verhalen’ die ze gaan volgen. Ze kennen de organisator van dit programma-onderdeel Harry Peters van lezingen in het filmhuis in Alkmaar.
Het prachtige, stoer-sensuele posterbeeld voor Film by the Sea dat beeldend kunstenaar Aat Veldhoen dit jaar ontwierp siert de entree van de CineCity-bioscoop in Vlissingen. Gisteren is hier de twintigste editie van het festival geopend met een gala-voorstelling van Becoming Astrid. De Zweedse biopic over de jonge Astrid Lindgren, later beroemd geworden als schepper van onsterfelijke jeugdliteratuur. Denk aan Pippi Langkous en Ronja de Roversdochter. Vandaag barst in alle acht zalen het evenement echt los.
Boekverfilmingen
Film en literatuur noem je hier in Vlissingen al snel in één adem. Al vanaf de tweede editie heeft Film by the Sea zich geprofileerd met een hoofdcompetitie van boekverfilmingen. Artistiek directeur Leo Hannewijk, die het festival in 1999 samen met Ad Weststrate van CineCity oprichtte, zag daar destijds een kans. “Ik ontdekte dat er op de hele wereld geen enkel festival bestond dat was gewijd aan boekverfilmingen. Terwijl toch een kwart van het filmaanbod uit boekverfilmingen bestaat. Het was een manier om Film by the Sea tussen al het festivalgeweld onderscheidend te maken. Overigens staan bij de beoordeling de filmische kwaliteiten voorop. Het is niet nodig dat de jury, dit jaar voor de vijfde keer onder voorzitterschap van Adriaan van Dis, al die verfilmde boeken ook heeft gelezen.”
Hannewijk beaamt dat Film by the Sea geen festival is dat zich perse toespitst op het doen van nieuwe ontdekkingen. “Het is niet nodig om Rotterdam te imiteren. Al gebeurt het natuurlijk wel eens dat we, omdat we aan het begin van het nieuwe filmseizoen staan, een titel van Rotterdam afsnoepen.” Bij de keuze ligt de nadruk op arthousefilms en mooie bioscooptitels uit Europa en Amerika. “Het verre Oosten zijn we niet zo in gespecialiseerd.”
Het lééft
In vergelijking met de neiging tot overdaad die we elders wel zien is het relatief kleine Film by the Sea aangenaam compact en overzichtelijk. Aan een tafeltje op het Cinecafé-terras zegt Hannewijk: “Het is intiem en niet zo formeel.”
Dat is ook wat bezoekers die ik spreek prettig vinden. “Alles in één bioscoop bij elkaar. Het lééft”, vinden de trouwe festivalgangers Ivette (57) en Marth (23). “Het is goed georganiseerd en de mensen zijn aardig.” De gezellige sfeer is ook iets dat Annie (63) aanspreekt. Ze is er nu met een vriendin uit Middelburg en komt hier al vanaf het begin. Ze is ook als vrijwilliger scout voor het festival en kijkt daarvoor veel films. Children of the Snowland and Breathing Into Marble zijn bijvoorbeeld twee titels die ze kan aanbevelen.
CineCity is de locatie, met een klein deel van het programma in het nieuwe Vlissings Filmtheater. 125 titels in totaal, waarvan 25 schoolvoorstellingen. Een flink deel van het aanbod bestaat uit films die al een distributeur hebben en later in het jaar worden uitgebracht. En eerlijk gezegd zie ik zelfs een paar titels die al draaien in de bioscoop, zoals BlacKkKlansman. Maar ook, zoals Hannewijk aangeeft, “heeft 25% van de selectie nog geen distributeur. Daarvoor bieden we een podium.”
Veel aandacht trekt Film by the Sea dit jaar met hoofdgast Sophia Loren, die morgen de Grand Acting Award voor acteurs met een bijzondere staat van dienst krijgt uitgereikt. Een van de laatste echte diva’s van de Europese film is ze genoemd. In 1977 speelde Loren naast Marcello Mastroianni de ontroerende en aangrijpende hoofdrol in Una Giornata Particolare van Ettore Scola. “Een film die”, aldus Hannewijk, “ook veel voor mijn ontwikkeling betekende.”
Daarbij was Scola in 2003 de eerste filmmaker die de Lifetime Achievement Award van Film by the Sea kreeg uitgereikt.
Bergman
Een blikvanger van de 20ste editie is het Bergman-retrospectief. Dit is het door het Zweeds Filminstituut georganiseerde eerbetoon aan Ingmar Bergman, de beroemde Zweedse filmmaker die dit jaar 100 jaar geworden zou zijn. Vlissingen is er snel bij. Pas volgend jaar zal dit fraaie programma in Eye en op andere locaties in Nederland te zien zijn.
Zo kort na mijn aankomst zie ik hier nog weinig collega-filmjournalisten rondlopen, maar Hannewijk vindt wel dat de bekendheid gestaag is toegenomen. “Toch is het gek dat een journalist van de VPRO bij de verslaggeving vanuit Venetië The Sisters Brothers als een van de hoogtepunten noemt, maar dan niet even vermeldt dat het ook de slotfilm is van Film by the Sea.”
Filmroes
Volgens Hannewijk komt een flink deel van de bezoekers inmiddels van buiten de regio. Zo te zien klopt dat wel. Van de festivalgangers die ik zo af en toe aanschiet komt ruim een derde van buiten Zeeland. Na de uitloop van de verfilming van Ian McEwans On Chesil Beach tref ik bijvoorbeeld de Amsterdammers Bart (45) en Roos (43) met twee vrienden. Ze zijn opgeleid aan de Filmacademie en dompelen zich hier al sinds 2008 jaarlijks onder in een filmroes. Wat ze zojuist zagen vinden ze niet geweldig, maar dat tempert hun enthousiasme voor het festival niet. Als charme van Film by the Sea noemt Bart de kleinschaligheid, plus de afwisseling van arthouse met grotere titels. Ze blijven hier meerdere dagen.
Telde Film by the Sea in 1999 nog maar 5.000 bezoeken, tegenwoordig is dat gestegen tot rond de 46.000. Ter vergelijking: Vlissingen telt 45.000 inwoners. Het festival heeft volgens Hannewijk een goede naam en er is veel om trots op te zijn. Vandaar de hamvraag: waarom stopt Leo Hannewijk (1955) er dan nu mee?
Verjonging
“Na twintig jaar vind ik dat het tijd wordt om het stokje over te dragen. Ik wil nog graag andere dingen gaan doen, zoals bijvoorbeeld een groot cultureel project rond de Oostkerk in mijn woonplaats Middelburg. Het festival heeft ook verjonging nodig. Een groot deel van het publiek bestaat inmiddels uit vijftigplussers. En voor het organiseren van die verjonging ben ik niet de geschikte figuur. Ik twitter bijvoorbeeld niet. Hier ligt een mooie taak voor mijn opvolger.”
De eerste film die ik hier zelf zie is I Am Not a Witch. Een intrigerend Afrikaans drama dat inmiddels de Britse Oscarinzending is en komende donderdag in de Nederlandse bioscoop wordt uitgebracht. In de zaal rondkijkend vraag ik me af of die 46.000 bezoeken dit jaar wel gehaald gaan worden. Maar de magere twintig bezoekers bij deze film zijn een uitzondering. Latere voorstellingen zijn goed bezocht, en naarmate de dag vordert wordt het in de CineCity-foyer, het aangrenzende Cinecafé en de als feestlocatie neergezette Spiegeltent steeds drukker. Vooral het Filmboekenbal dat laat op de avond van start gaat met muziek en een vleugje burlesque (niet helemaal mijn smaak) trekt een grote menigte. Als ik hier om me heen kijk valt het ook met die vergrijzing wel mee. De eerste dag van mijn Film by the Sea-weekend zit er op.
De noodzaak van verhalen
Zondag. Ik stap binnen bij het Vlissings Filmtheater om een van de filmcolleges mee te pakken. Toevallig loop ik Harry Peters tegen het lijf, de film & literatuurdeskundige die dit programma-onderdeel al een flink aantal jaren, deels samen met Gerlinda Heywegen organiseert. Gisteren heeft hij zelf de aftrap gegeven met een voordracht over het thema ‘de onbetrouwbare verteller’. Gevolgd door een voorstelling van het alle verhaalconventies tartende Tiere. Volgens beschrijving op de festivalwebsite een ‘grote mindfuck’. En volgens Peters geïnspireerd door de onmogelijke realiteiten van tekenaar Escher.
“Verhalen vertellen is voor mensen een noodzaak. Een manier om de chaos beheersbaar te maken”, aldus Peters. Dat geldt zowel voor boeken als films, alleen werkt het in beide gevallen net even anders. “Literatuur vertelt eerst, en laat daarmee iets zien. Een film toont eerst iets, waarna we daar betekenis aan kunnen geven.” Waarmee hij de strekking van zijn gisteren gehouden inleiding aanstipt: wie maakt nu eigenlijk het verhaal? Zijn wij dat als kijker zelf niet?”
Verzorgingshuis
Intussen zijn de college-deelnemers – hier wel veel grijze kuiven – de zaal uitgestroomd waar ze Being John Malkovich gezien hebben. Ook al een tamelijk ongewoon verhaal waarin het mogelijk blijkt in het hoofd van iemand anders te stappen. An & Dré (samen 140) uit Vlissingen bezoeken al vier jaar het festival en komen speciaal voor de college’s. Ze kennen Harry en Gerlinda en vinden de reeks heel interessant. Het zorgt voor verdieping en laat je ook anders kijken. Dat probeert An althans.
Ook twee middelbare dames (‘Noem ons maar studievriendinnen.’) komen op het festival veel films zien en zijn voor het derde jaar collegegangers. Ze vinden de reeks fantastisch, maar zijn niet tevreden over de nieuwe locatie. Het Vlissings Filmtheater zit namelijk onder één dak met het woonzorgcentrum Scheldehof. Ook de vandaag te openen expositie van werk van Aat Veldhoen vinden we hier. Maar hoe prachtig de oude scheepswerf waar alles is ondergebracht ook is verbouwd, de vriendinnen missen hier de festivalsfeer. Daarnaast vinden ze de combinatie met het zorgcentrum niet prettig. Volgens hen zijn er meer die er zo over denken.
Huisfilosoof
Na de pauze treedt Stine Jensen aan, de huisfilosoof van Film by the Sea. Haar betoog gaat over het intrigerende fenomeen ‘aap en vrouw’, een combinatie die sinds King Kong met zekere regelmaat in films opduikt. De studievriendinnen vinden het een mooi betoog, maar Dré laat me na afloop weten dat hij liever een meer psychologische invalshoek had gezien. “Er zat meer in dit onderwerp.”
Terug in CineCity ben ik net op tijd om te zien dat Van verlies kun je niet betalen, over een bejaarde Vlissingse groenteman, bezig is uit te groeien tot een echte festivalhit. De documentaire maakt deel uit van het blok Zeeuwse films – vast festivalonderdeel. Gisteren al voor 700 bezoekers in première gegaan in de XL-zaal. Nu opnieuw druk bezocht en hoog gewaardeerd, afgaande althans op de reactie van Linda (28) en David (37). “Ik ben speciaal voor deze film gekomen. Ik ken de maker en kwam als jongetje in die groentewinkel. Een heel mooie documentaire, echt een verhaal over het leven. Een aanrader.” Wallie Pollé van Windmill Film is er ook en laat me weten de documentaire uit te gaan brengen, samen met de korte film De letterschilder.
Sophia Loren
Dan ter afronding van de dag snel naar de CineCity-XL-zaal voor de huldiging van Sophia Loren. Alles zoals het hoort, met mooie woorden van oud-festivalvoorzitter Hedy d’Ancona over de bevrijding van vrouwen, de prijsuitreiking door minister Ingrid van Engelshoven, een staande ovatie en een ontroerde dankwoorden van Loren. Mooi dat ze hier is.
Eerder deze middag had de dame bij de stand van de Vlissingse boekhandel ’t Spui me gevraagd of ik al op de boulevard was geweest. “De trots van Vlissingen.” Het blijkt vlakbij te zijn. Dat pak ik nu dus mee, op weg naar het station voor de trein terug. Een prachtige avondwandeling langs oude en nieuwe kades, strandjes en uitzicht op de Westerschelde, waar grote containerschepen statig voorbij varen.
Jan Doense nieuwe directeur
En wie gaat nu het stokje van Leo Hannewijk overnemen, vraagt u zich natuurlijk af. Het bestuur van Film by the Sea heeft als opvolger Jan Doense gekozen: doorgewinterd filmliefhebber, zakelijk leider van De Filmkrant, filmproducent en ervaren organisator van filmfestivals. Hij gaat leiding geven aan de inhoudelijke invulling van het festival. Het team van CineCity blijft de uitvoering verzorgen.
Voor hij in november in functie treedt wil Doense nog niet veel kwijt over mogelijke plannen. Ter geruststelling laat hij de huidige fans van Film by the Sea ieder geval weten geen grote koerswijziging voor ogen te hebben.
“Het is een uniek festival dat stevig in zijn schoenen staat en een trouw publiek heeft. Ik ga zeker broeden op nieuwe ideeën zonder aan de huidige formule afbreuk te doen.”
Als voorbeeld noemt hij nieuwe CCXL-zaal, die volgens hem nog beter benut zou kunnen worden met voorstellingen voor een groot publiek. Over de hier en daar geopperde suggestie dat het festival moet verjongen is hij tamelijk laconiek.
“Ik ben vier jaar jonger dan Leo Hannewijk, dus dat verschil is niet zo groot. Maar ik twitter wel. Verder wil ik over die verjonging niet al te krampachtig doen. Het hoeft niet perse allemaal jong en hip te worden. Het is ook leuk dat er een trouw en wat ouder publiek is dat Rotterdam te turbulent vindt.”
“Film by the Sea is een relaxed festival zonder al te veel industrie waar zowel filmliefhebbers als mensen uit de filmbranche graag komen. Ik zie het als een soort klein Cannes aan de Schelde, een prettige plek om te vertoeven, vlakbij een mooie boulevard om even pauze te nemen en oesters te eten.”
“Toen ik werd gevraagd of ik de artistieke leiding wilde overnemen kwam dat op een goed moment. In de tijd dat ik directeur was van het Imagine Film Festival [Hij nam daar in 2008 afscheid, LB] had ik de bijnaam Mr. Horror, maar ik heb meer te bieden. Nu eens geen genrefestival. Het trekt me juist aan dat Film by the Sea een breed aanbod heeft.”
Doense heeft van vaderszijde wel Vlissingse roots, maar blijft voorlopig in Amsterdam. “Ik verheug me op het lezen van boeken tijdens lange treinreizen. Ik ga er nog niet wonen, maar zal er uiteraard wel vaak zijn. Om te beginnen kom ik iedere week op dinsdagavond in het kader van ‘Film by the Sea door het jaar’ een film inleiden. Dat is een mooie manier om het publiek te leren kennen.”
Het ’20th international film festival Film by the Sea’ zoals het voluit heet, vindt plaats van 7 t/m 16 september in Vlissingen.