Toen op 12 maart van dit jaar de longlist van de Man Booker International Prize bekend werd gemaakt vielen twee dingen op. Ten eerste natuurlijk dat onze eigen Tommy Wieringa een plekje op deze lijst van in het Engels-vertaalde fictie had veroverd. Nog opvallender was het dat elf van de dertien titels verschenen waren bij kleine, onafhankelijke uitgevers.
Die ontwikkeling van groot naar klein is ook in Nederland gaande. Misschien vormt het een deel van het antwoord op de vraag wat er in de boekenwereld moet veranderen. We spraken erover met Wanda Gloude, die voor zichzelf begon met Gloude Publishing and Out of the book, en auteur Jacqueline Zirkzee, die besloot selfpublisher te worden en haar boek in eigen beheer uitgaf.
‘De echt goede onafhankelijke uitgevers zijn culturele talentscouts geworden. Als kleine uitgever heb je de mogelijkheid om je literaire of persoonlijke voorkeur te volgen. Bij de grote uitgeefhuizen is dat heel erg moeilijk.’
Dat schreef The Guardian naar aanleiding van de constatering dat elf van de dertien genomineerde titels bij kleine, onafhankelijke uitgevers verschenen zijn. Opvallend is dat ook de Nederlandse editie van Wieringa’s genomineerde boek, De dood van Murat Idrissi, destijds niet bij zijn eigen Bezige Bij verscheen, maar bij het veel kleinere Hollands Diep van Robbert Ammerlaan.
Eerste druk van 100.000
Wanda Gloude kent het verschil tussen grote en kleine uitgeefhuizen uit eigen ervaring. Na een lange carrière als bij Ambo Anthos, onderdeel van het nog veel grotere Veen, Bosch & Keuning, begon ze dit jaar voor zichzelf. ‘Bij grote concerns draait het de laatste twee decennia in de eerste plaats om de cijfers en niet meer op het maken van mooie boeken voor een geïnteresseerd lezerspubliek.’
In 1998 verscheen IM, het boek dat Connie Palmen schreef over haar relatie met Ischa Meijer. Dat was het eerste boek in Nederland dat een eerste druk van honderdduizend exemplaren kreeg. ‘Terugkijkend denk ik dat dat het begin was van de ontwikkeling waarin grote volumes, het creëren op hypes, het belang van bestsellers en grote getallen begonnen is. Niet langer was het adagium dat ‘een goed boek zichzelf wel verkoopt. In plaats daarvan werden marketing en ster-auteurs enorm belangrijk.’
Een oeuvre opbouwen
Niet alleen de uitgevers, ook de kopers en lezers van de boeken zijn in die tijd veranderd. Het aantal titels neemt enorm toe, maar de oplages lopen terug. Een gemiddelde eerste oplage ligt tegenwoordig rond de 500 exemplaren, en pas rond de 2000 gaat de uitgever er iets aan verdienen. De royalty’s voor auteurs zijn al die tijd hetzelfde gebleven en liggen rond de 10 procent van de verkoopprijs. Het wordt dus, met die kleine oplages, steeds moeilijker om van het schrijven te kunnen leven.
Voor Jacqueline Zirkzee, auteur van onder meer vijf historische romans, was dat een van de redenen om haar nieuwste roman De eerste priesteres in eigen beheer uit te gaan geven. ‘Als ik er 11 procent aan overhoud is het al een goede zet geweest.’ Met behulp van een faciliterende uitgever die haar ondersteunde bij zaken als distributie en contacten met de boekhandels, stuurde ze het boek de wereld in. Dat is goed te doen, zegt ze, maar ze vindt het jammer dat de rol van uitgevers zo ontzettend uitgehold is. ‘Toen ik in 2001 mijn eerste contract tekende, zag de uitgever het als zijn taak om zijn auteurs te helpen een oeuvre op te bouwen en hun schrijverschap verder te ontwikkelen. Je ging een relatie voor de lange termijn aan, maar dat idee is bijna verdwenen.’
Minder concentratie
Ook de buitenwereld is in de afgelopen jaren enorm veranderd. Gloude steekt om te beginnen de hand in eigen boezem: ‘Wat me wel zorgen baart is dat iedereen, ook ikzelf, minder tijd en concentratie heeft om boeken te lezen.’
Daarnaast is het medialandschap enorm veranderd. Niet alleen zijn er veel minder kranten en tijdschriften dan 25 jaar geleden, degenen die er nog wel zijn besteden veel minder ruimte aan boekbesprekingen of auteursinterviews. Andere media als televisie, internet en de beschikbaarheid van series ‘on demand’ strijden allemaal om de beperkte tijd en aandacht van de consument.
Gloude denkt daarom dat de toekomst van het boek ook ligt in nieuwe verschijningsvormen. Het papieren boek zal zeker niet verdwijnen, verwacht ze, maar ‘lezen’ zal steeds meer door middel van e-book en luisterboeken gaan gebeuren. ‘Ik kan me voorstellen dat je thuis in een boek begint, dan in de auto een stukje luistert en op vakantie in je e-book verder leest. Daarom voer ik de imprint Out of the Book; er zijn zoveel andere manieren ontstaan om boeken te lezen.’
Mooie dingen maken
Dat er nu, ruim twintig jaar later, een tegenbeweging op gang lijkt te komen die van groot naar (veel) kleiner gaat, juicht Wanda Gloude dan ook toe. ‘Het contact met de auteur heb ik altijd het leukste aspect van mijn vak gevonden. Succesvol zijn betekent voor mij niet veel geld verdienen, maar mooie dingen maken.’
Voor Jacqueline Zirkzee was juist het gebrek aan aandacht reden om haar eigen uitgever te worden. ‘Het is belangrijk om jezelf en je boek in de etalage te zetten. Social media als Facebook en Instragram zijn daarbij onmisbaar. Toen ik nog bij een uitgever zat, stak ik daar net als nu heel veel tijd en energie in, maar het verschil is dat de opbrengsten van die inspanningen nu alleen naar mij toegaan.’
Bijkomend voordeel is dat steeds meer aspirant-schrijvers die op zoek zijn naar een schrijfcoach haar weten te vinden, merkt Zirkzee. ‘Ik bied persoonlijke begeleiding bij het schrijven van hun boeken. Daar is en blijft grote behoefte aan.’
De shortlist van de Man Booker International Prize verschijnt op 9 april. De winnaar wordt bekend gemaakt op 21 mei.