In Groningen klinken minder vaak politiesirenes dan in een stad als Amsterdam. Toen ze afgelopen woensdagavond klonken, was dat omdat inwoners van de panden achter de lokale kunstacademie, Minerva, alarm sloegen. Op het dak stond geen uil, maar een vrijwel naakte man te schreeuwen dat hij de Coop zou gaan overvallen. Mads Wittermans, de acteur in kwestie, was vergeten de politie en de burgers in de omgeving op de hoogte te stellen van zijn voorstelling A Hard Day’s Night. Vandaar het kleinschalige terreuralarm, dat laat genoeg op de nacht kwam om twitter niet te halen.
Inmiddels zijn politie en omwonenden op de hoogte van deze nogal opgetuigde remake van een woeste monoloog van een skinhead, ooit uitgeschreeuwd door Marien Jongerwaard. We maakten donderdagavond met iedereen deel uit van het geheime genootschap op het dak van de kunstacademie.
Flashmob
In de trein van achttien over vier naar Assen werden forensen eerder die donderdag lichtelijk ontregeld omdat in hun coupé verschillende passagiers te pas en te onpas van hun stoel opstonden. In het krappe kwartier dat de intercity onderweg was tussen Groningen en de Drentse hoofdstad kregen steeds meer mensen door dat ze getuige waren van een flashmob. De deelnemers aan de flashmob, die geen flashmob mocht heten, trokken zich schielijk terug om vervolgens in een Asser winkelstraat zo onopvallend mogelijk naast een nietsvermoedende burger te gaan staan. Met zijn allen.
Ik was één van de flashmobbers, als deelnemer aan het project van Yan Duyvendak, die iets doet met onzichtbaar theater. Festivalbezoekers die elkaar van tevoren niet kenden, verbroederden doordat ze een geheim deelden. Stiekeme boodschapjes op WhatsApp in de trein terug naar Groningen versterken dat effect. Of we met mandarijntjes en etherische oliën de atmosfeer in de muffe spitscoupé onmerkbaar willen opfrissen. Leuk, maar je beseft ook hoe aantrekkelijk een geheime actie van een geheime broederschap is. Leermoment, zeggen we dan.
Eigen regels
Het is een speciale vorm van elite, dat idee van een geheim genootschap met eigen regels. Het kleeft natuurlijk een beetje aan kunst. Er zijn mensen die kunst maken, en er zijn mensen die er iets van vinden. Er zijn mensen die er buiten staan en er niet bij willen horen, en mensen die er graag bij willen. De New Yorkse kunstenaars van The Checkhov Project zijn op hun manier ook zo’n genootschap. De leider van het gezelschap heeft een buitenhuis aan een meertje, waar hij elk jaar met bevriende topacteurs in een week een stuk van Tsjechov in elkaar zet, met zijn buren als enige publiek voor de eenmalige uitvoering. Heel exclusief.
Ze hebben er een film van gemaakt die ze op Noorderzon mochten laten zien. In een woonboot voor een paar mensen per keer. Ook best exclusief en bijzonder. De film viel wat tegen. Komt ook een beetje doordat Amerikaanse acteurs de neiging hebben zichzelf heel erg serieus te nemen als ze Tsjechov spelen. Komedie, wat de 19e eeuwse Rus toch meende te schrijven, is in Amerika ver te zoeken. We kunnen ze momenteel geen ongelijk geven.
Een eigen meertje
Liever dan de film zou ik zien dat dit Amerikaanse gezelschap volgend jaar door Noorderzon zou worden uitgenodigd om zo’n Tsjechov-project aan een Gronings meertje in elkaar te zetten. Een weekje hebben ze nodig. Iedereen mag het werk in uitvoering komen bekijken. Tip voor de directie: toen ik die mogelijkheid opperde veerden ze op: ze zouden niets liever willen. Want dat is waar het ze om gaat. Kunst is voor hen iets heel exclusiefs op een exclusieve plek in een vreemd land. Amateurspelers genoeg om iets mee op te zetten.
Holleleuja
Dat er zo’n geweldig reservoir aan amateurspelers in Groningen is, bleek uit de wandelvoorstelling van het lokale gezelschap Schout bij Nacht. In groepjes van maximaal tien festivalbezoekers trokken we langs de oude, ietwat vergane homoscene van Groningen: Café de Rits met maar één wc, een peepshow in het nogal omvangrijke redlightdistrict en een paar openbare urinoirs waar de behoefte aan seks en geborgenheid gebotvierd wordt in wat minder welriekende omstandigheden. Zowaar zaten we weer in een exclusief genootschap, zeker toen we eindigden in een ruimte waar de onverbloemde porno ons aan alle kanten tegemoet hijgde, en daarna wat onwennig de gewone maatschappij weer instapten.
Het is een verdwijnende wereld, de wereld van de homoseksuele straatprostitutie. Internet heeft ook daar vernieuwing gebracht, en daar zijn niet alle oude hoeren blij mee. Het is bijzonder om daar deelgenoot van te kunnen zijn, en dat is precies waar een festival als Noorderzon zo goed voor is.
Stofjassen
Kunst is exclusief, dat is juist het mooie er aan. Dat bleek ook in het theater van het NNT, waar mannen in stofjassen een machine bedienden die bestond uit honderden slangen en buisjes. We moesten zonder schoenen met hen in een soort iglo samenkomen, alwaar zij het geluid van Antarctica herschiepen tot iets dat bij tijden zo klonk als het branden van het Braziliaanse regenwoud. Iets met perslucht, surround sound en heel ernstig kijken was het. Een ritueel met regels waar wij langs de kant maar de helft van snapten.
Niets mooiers dan exclusieve dingen meemaken waar je soms maar weinig van begrijpt. Een festival biedt de beste en meest laagdrempelige toegang tot die exclusieve wereld. Iedereen kan er deel van worden. Dat is het mooie van Noorderzon. Geldt ook voor die twee opgeschoten jongens met bijbehorende grote mond die bij de chicste frietkraam van het Noorderplantsoen voor het eerst de truffelfrites probeerden. Heel exclusief. Ze vonden het heerlijk. Dan komt de rest vast ook goed. Ooit.