Schrijver worden, zonder dat je vingers kunt gebruiken om te typen – Bianca Mastenbroek (44) draait er haar hand niet meer voor om. Afgelopen jaar won ze voor haar historische roman Hendrick, de Hollandsche indiaan de Thea Beckmanprijs. Terugblik op een jubeljaar: ‘Deze prijs is een kroon op mijn werk.’
Voor iedereen die jouw boek Hendrick, de Hollandsche indiaan nog niet heeft gelezen: waar gaat het over?
'Hendrick speelt zich af in 1659, toen New York nog Nieuw-Amsterdam heette. Het boek gaat over de 16-jarige kolonistenzoon Hendrick Pels, die echt bestaan heeft. Zoals het gros van de mensen in die tijd zag Hendrick de indianen als barbaren die de kolonisatie van het mooie en rijke nieuwe land in de weg stonden, en dus weggevaagd moesten worden. Hij zou ze allemaal voor de kop willen schieten, maar daarvoor is hij te laf. Als hij in de oorlog tussen de Hollanders en de Esopus-indianen gevangen wordt genomen, is hij doodsbang. Maar hij wordt niet vermoord of gemarteld, hij wordt opgenomen door de stam. Langzaam maar zeker leert hij de indianen en hun cultuur kennen. En dan moet hij voor zichzelf uitmaken wie nou de echte barbaren zijn.’
Wat betekent de bekroning met de Thea Beckmanprijs voor je?
‘Bekroning is echt het juiste woord: het is een kroon op mijn werk. Tijdens het schrijven had ik het idee dat dit het beste boek was dat ik ooit zou schrijven. Het is ook het boek dat ik al heel lang wilde schrijven – dus het voelde aan alle kanten helemaal goed. Als een jury – en dan zowel de kinderen als de volwassenen – dat dan beaamt, is dat ontzettend fijn. Het voelt echt als een erkenning van mijn werk en daar ben ik ontzettend blij mee en heel erg trots op.
Het winnen van de Thea Beckmanprijs heeft mij natuurlijk heel veel positieve aandacht opgeleverd. Ik voel mij nu serieus genomen als auteur. Mijn boek kreeg een tweede druk (met een mooie sticker) én de prijs heeft nog iets moois opgeleverd, maar sorry, daar mag ik tot de lente helaas nog niks over zeggen.’
Was je zelf vroeger fan van haar boeken?
‘Fan is een groot woord – natuurlijk las ik haar boeken, maar als kind las ik sowieso héél veel boeken. Mijn favoriete boek was The Lionheart Brothers van Astrid Lindgren. Dat heb ik wel honderd keer uit de bibliotheek gehaald.
Van Thea Beckman is Children of Mother Earth me het meeste bijgebleven. Ik vond het idee van een wereld na een grote kernramp (nu zouden we het een dystopie noemen) heel boeiend en natuurlijk ook haar beeld van een mannen- en vrouwencultuur. Dat zijn onderwerpen die nu nog steeds relevant zijn; ze stelde vragen waarop we nu het antwoord nog steeds niet echt hebben. Thea Beckman was haar tijd echt ver vooruit. Daar heb ik veel respect voor.’
Veel meiden trokken zich op aan haar stoere, zelfstandige vrouwelijke personages. Gold dat ook voor jou?
‘Ik heb nooit een personage als held of idool gezien, van geen enkel boek. Maar Thea Beckman heeft inderdaad ‘fiere’, krachtige vrouwelijke personages neergezet. Lekker eigenwijs ook. Daar hou ik zelf ook van. Hasse is voor mij haar krachtigste personage. Zelf nadenken en kiezen waar je voor staat, dat droeg ze uit. In die tijd een hele opgave voor een vrouw, maar ook nu nog zo belangrijk! Voor iedereen eigenlijk.’
Haar personages moesten vaak tegen moeilijke omstandigheden opboksen. Zelf zit je in een rolstoel en schrijf je met een spraakcomputer. Was het moeilijk om die manier te leren schrijven?
‘Door een spierziekte zijn al mijn spieren heel erg slap. En met slap bedoel ik ook echt héél slap: ik kan mijn armen bijvoorbeeld niet optillen en typen is te zwaar. Vandaar dat ik met spraakherkenning werk. Dat is een computerprogramma dat alles wat ik zeg (in de microfoon) omzet in tekst. Dat gaat best goed, al maakt het programma wel regelmatig fouten, dus daar moet ik op bedacht zijn. Soms zijn het grappige fouten, maar een “voorruit in een 17-eeuwse roman waarin de mannen “vooruit” moeten gaan – dat wil je niet.
Het was een heel proces om over te gaan van typen naar spraakherkenning. In het begin lukte het niet en ging ik volledig op slot. Dus ik heb de overgang langzaam gemaakt, door eerst alleen mijn mailtjes te beantwoorden met behulp van spraakherkenning en steeds een beetje op die manier meer te doen. Inmiddels heb ik al jaren niet eens meer een toetsenbord bij mijn computer, ik doe nu alles met spraakherkenning en kan het geen dag meer missen. Waarschijnlijk zou het nu voor mij raar zijn om een verhaal via mijn vingers de wereld in te brengen.
Maar het helpt niet om bijvoorbeeld meer op het ritme van de tekst te kunnen letten of preciezere bewoordingen te kiezen, want met spraakherkenning werken vraagt veel aandacht voor het proces. Ik moet steeds controleren of hij het wel goed gedaan heeft. Soms lees ik een dag later iets terug en denk dan: wat heeft hij daar in hemelsnaam van gemaakt? En dan ben ik echt even aan het puzzelen wat ik ook alweer bedoeld had. Ook leestekens en dergelijke moet je hardop benoemen.’
Makkelijk is het dus niet. Waarom schrijf je dan toch zo graag?
‘Schrijven is echt mijn alles. Het creëren, het leren kennen van een nieuw personage, het bedenken van een spannend verhaal en er tijdens het schrijven helemaal in opgaan, daar word ik heel gelukkig van. De ene keer duik ik diep de research in, de andere keer baseer ik een verhaal meer op mijn fantasie. Ik vind het heerlijk om nieuwe werelden te ontdekken vanachter mijn computer.’
Hendrick, de Hollandsche indiaan van Bianca Mastenbroek is verschenen bij De Vier Windstreken, € 16,95