Everyone balks. Let's put that first. And a lot of people are badly affected. Hospitality, retail, schoolchildren and especially students: everything that is not necessary for survival balks. So does the arts. Not all art, of course, especially larger institutions are coming through the corona crisis reasonably well so far. Quiet and closed, but not bankrupt. We can't say the same of all those restaurants that can no longer open when they are allowed to.
Zodra iedereen gevaccineerd is en de antivaxende complotdenkers in een eigen veilig land zijn ondergebracht, zal de boel natuurlijk geweldig opveren. Op de ruïnes van wat de lockdowns niet overleefde zal een nieuwe economie feestvieren en zich, al is het maar voor een paar weken, laveloos drinken en vrijen tot er een nieuwe babyboom en andere toestanden komen, waar we nu nog niet teveel naar vooruit willen kijken.
Of er dan nog op een beetje niveau bij gedanst wordt, en of de muziek een beetje wil klinken, en of de grappen dan nog een beetje scherp willen zijn, is wel de vraag. Want met een jaar stilstand gaat – en nu overdrijf ik niet – een hele generatie kunstenaars verloren. Ze zijn elders aan het werk gegaan, hebben het bijltje erbij neergegooid, of erger, en ze hebben allemaal gemeen dat ze hun routine en souplesse kwijt zijn.
Dat is erger dan het lijkt. Een beoefenaar van kunst die niet 24/7 met de kunst bezig is, of het nu dansen is, of schrijven, of acteren, is geen kunstenaar. Natuurlijk, er zijn baantjes, een paar dagen in de week, klussen die een paar maandjes kosten, maar kunst maken is een manier van leven die je alleen met volle overgave kunt doen. Anders verlies je kwaliteit en loopt je publiek weg. En van dat publiek, of het nu Henk en Ingrid zijn, of leden van subsidiecommissies, moet je het hebben.
Daarom is het erg dat het niet over kunst gaat op de persconferenties van de minister president. De mensen die ons er dadelijk weer zo vakkundig mogelijk bovenop moeten helpen, liggen in de touwen en niemand laat ze zich gezien voelen. Dat is erg, want niet gezien worden is voor iemand die moet leven van gezien worden de dood in de pot.
Whining toddlers
Het mag misschien lijken of de kunstsector bestaat uit een leger zeurende kleuters, zoals sommigen in politiek Den Haag en de pers denken, maar die aandacht waar ze om schreeuwen is precies de aandacht die wij, gewone burgers, ze zo graag geven omdat ze dingen doen die wij niet kunnen, durven of vies vinden, zoals De Avonden schrijven.
Is de teleurstelling van de kunstenaars over het niet genoemd worden bij de coronapersconferenties dus terecht? Natuurlijk wel. Kunst is zo’n beetje de enige levenswijze waar stilte en stilstand dodelijk zijn. Een barkeeper kan zo weer een biertje tappen, maar een tapdanser verliest zijn kunde en zijn schwung. Elke maand dat het langer duurt wordt hij ouder, strammer, gedesillusioneerder.
Laten we onze kunstenaars koesteren, en vooral behandelen met het respect dat we ze allemaal geven, als we thuis die plaat opzetten om ons te troosten, als we naar die mooie instaplaatjes kijken, als we een oude tv-serie bingen. Want die mensen zijn zo ontzettend veel belangrijker voor ons geestelijke en lichamelijke herstel, en voor onze weerstand, dan al die ommetjes in het park bij elkaar.
Lieve Mark Rutte: noem de kunsten in je volgende persconferentie. Alleen noemen. Meer hoeft nog even niet. Je zult er ruim voor beloond worden.