Skip to content

For God's sake, keep an open mind! Rolf Orthel on Making is Most Beautiful

Maken is het mooist, de laatste film van Rolf Orthel, is een ode aan het maken en de makers. Waarom fascineert het maakproces? Wat is creativiteit of kunstenaarschap? We spreken elkaar in bodega Keijzer in Amsterdam, waar de ober zijn koffievoorkeur kent. We praten over film, ouders, ouder worden, lagere school, bossen, ommetjes maken om nieuwe dingen te zien. Als we teveel afdwalen, roept Orthel me weer bij de les.

Zijn film meandert net als ons gesprek, maar in beide houdt hij de regie. Soms spreekt hij met ineens een felle nadruk, op andere momenten zijn we beiden tot tranen geroerd. Maken is het mooist laat de kijker dicht bij het maakproces komen, de kwetsbaarheid, het harde werken en de schoonheid. Tijdens de filmreis toont Orthel ook fragmenten uit eerder werk, om zijn eigen maakproces te onderzoeken en te duiden. Dat levert soms ijzersterke scenes op. Zijn vader, componist, pianoleraar op het Haags conservatorium en workaholic, heeft Bert Haanstra bijvoorbeeld een brief gestuurd waarin hij schrijft dat de jonge Rolf niet zo veel kan. Orhtel heeft nog steeds geen idee waarom dat was. Wel weet hij dat Haanstra het niet met vader eens was.

Hoe begin je aan een film die over datgene wat je het meeste dierbaar is, het maken?
Was er een soort lightbulb moment, waarop je het idee kreeg?

Nee, ik weet het begin niet meer, maar ben in latere jaren steeds meer gaan rondlopen met mijn camera. Ik heb bijvoorbeeld een film gemaakt over mijn Parijse vriend, die op een vrije school lesgaf. Na zijn overlijden heb ik een film gemaakt voor zijn familie. Als je willekeurige dingen filmt, kun je dat bij elkaar brengen en heb je een mooie variatie van hoe iemand was of is. Ik heb ook een film gemaakt voor een voorstelling, waarvoor ik een aantal mensen heb gesproken. Het ging over lesgeven en hoe je daar een aantal dingen in kunt verbeteren. Je ontdekt dan van alles, het gaat om de zoektocht.

Ontmoetingen

Het beste voorbeeld speelde zich tien minuten geleden af. Ik begin volgende week aan een nieuwe film, ik weet nog niet waar die over gaat, maar hij gaat over mensen waar ik van houd. En wat gebeurt er dan? Ik loop eindeloos heen en weer tussen huis, het café voor een koffie, het Stedelijk. Er is een nieuwe winkel gekomen voor blaasinstrumenten. Die vind ik zo mooi, er staat een klein tafeltje voor het raam en daar zit een aardige vrouw dingen te repareren. Ik ben vandaag extra vroeg van huis gegaan en heb bij haar aangeklopt omdat ik zo  graag wil filmen hoe ze daar die instrumenten maakt. Zo begint een film.

Ander voorbeeld is de Vinse school, waar leerlingen gestimuleerd worden creatief te zijn. De school bestaat zo’n 7 jaar en is succesvol in het binnenhouden van ‘dropouts’. De ontwikkeling van de leerlingen staat centraal, maar ze halen ook een diploma. Wat anders is, is dat je bijvoorbeeld voor je eindexamen een film kunt maken, En dan gaat het er absoluut niet om wie de beste is, de wereld gaat ten onder aan individualisme en iemand moet de beste zijn, waardoor er alleen nog maar verliezers zijn. Het gaat alleen nog maar over de bankrekening, wat een flauwe kul. Bij de Vinse school gaat dat dus anders.

Nieuwe plannen

Een van de twee films die ik nu wil maken gaat over de mensen waar ik van houd en waar ik afscheid van wil nemen voordat we allebei doodgaan. De andere film gaat over school. De ene helft van de energie moet gaan in leren schrijven, praten, weten waar Timboektoe ligt, dat je weet dat 1600 de Slag bij Nieuwpoort was, de Franse revolutie, je moet gewoon kennis hebben. De andere helft van de energie kan gebruik maken van die kennis, maar moet expliciet gaan over dat de kinderen kunnen ontdekken wie ze zijn, met wie ze goed kunnen samenwerken of juist niet, en een begin van welke richting ze op willen. Dat is mijn nieuwe film. Daar begin ik in november mee, als ik uit Wenen terugkom voor mijn ander film.

Ik ga naar een jongen die ik leerde kennen toen ik daar lesgaf. Het was een ontzettend leuke student, misschien wel de beste die ik ooit gehad heb daar. En nu maakt hij ieder jaar een korte film, dat lukt hem gewoon. Hij is bezig zijn eerste speelfilm gefinancierd te krijgen. Daar val ik voor, voor zo’n brein. Het gaat dus niet allen over oude types die nog eens vertellen hoe het vroeger allemaal was.

Hoe kom je aan je mensen voor je films?

De film waar we het over hebben bestaat uit allemaal toevallige ontmoetingen. Carolien Bijvoet, de schilder uit het begin van de film, die ontdekte ik door een foto die bij een vriend van me lag, met haar werk.
Ik ben al heel lang bevriend met Evelien van Cleeff, die de moeder is van Belle van Heerikhuizen. Belle wilde naar het toneel, heeft in Maastricht de regieopleiding gedaan, en heeft daarna in Amsterdam met vrienden de Ilias gemaakt. Ik wist dat ze weer een stuk wilde maken, met een aantal vrienden. Na endeloos overleg werd dat een stuk over Boelgakov, op die manier is zij erin gekomen. Zo kon ik meer meekrijgen van haar maakproces.

Ik wist dat ik absoluut iets met pianoles wilde. En ik wilde dat ook doen op het conservatorium waar vader heeft lesgegeven in Den Haag. Er bleef een jongen hangen en dat was Abel. (lachend) Ja, en dan kan ik niet helpen dat die man dan zo ontzettend leuk blijkt als je gaat filmen. Hij krijgt ontzettend op zijn lazer in de film, maar is wel daarna met een 9 afgestudeerd.

Film als reis

Ik kan alleen maar zeggen dat ik per definitie geïnteresseerd ben in hoe dingen ontstaan in ons brein. Wat gebeurt er in godsnaam dat iets je opvalt? Wat doe je daarmee? En dan blijkt dat ideeën op de meest onverwachte momenten zomaar komen. Het is absoluut niet iets van ik kan gaan zitten en een film bedenken, zo werkt dat niet. Zeker in documentair terrein, als je dingen wilt ontdekken, kun je alleen maar je camera pakken en erachteraan.

Ik wilde onderzoeken wat maakt dat maken zo leuk en interessant is, en belangrijk is. Dat was mijn premisse, mijn richting, en daarna kan het alle kanten op. Ik vind dat je de beste films krijgt als de film de reis is, en de reis de film, dat levert het meest levendige materiaal op.

In de film zitten acht meisjes die een boom moeten tekenen. Acht meisjes, acht verschillende bomen. En het leuke dat er in vier van die tekeningen een schommel zit. Hoe komt dat dan? Een meisje vroeg aan de juffrouw of ze ook een schommel mocht tekenen. Natuurlijk mocht dat! En dat is overgenomen door nog drie andere kinderen.

Dat is mooi, want dan zie je hoe dat gaat, dat maken, hoe we inspiratie doen.

Je leent eindeloos van de buren, van de vorige generaties en van je wat je in de krant gelezen hebt.

Zei Jim Jarmusch niet iets over intelligent stelen? Dat je moet stelen wat je inspireert?

Je voelt je ermee verwant, dus dan kun je het ook als iets eigens gebruiken. In die zin jat je niet. Iets of iemand brengt je ergens op en dat vertaal je naar je eigen machinerie.

Als ik mijn vragen niet meer kan ontcijferen, laat Rolf me zijn opschrijfboekje zien. Keurig handschrift, met achterin productie, voorin afspraken. Met Kees Hin bijvoorbeeld, waarbij vaak mee samengewerkt heeft. Er staan veel dode vrienden in zijn boekje. Hij heeft 30 boekjes.
Ik laat mijn modereer schriftje zien, met mijn aantekeningen in het donker. En ik ontcijfer mijn vraag weer. Naast alle vrolijkheid en schoonheid van het maken, zitten er ook passages in over de zwaarte, het geweten van de maker en het gewicht van het weten. We praten over Bert Haanstra, de meest genereuze filmmaker van Nederland, volgens Orthel. Hij heeft veel filmmakers een eerste kans gegeven door materiaal en mensen beschikbaar te maken. Ook Orthel is bij hem begonnen als assistent en heeft later tien filmrollen gekregen om zijn eigen film te maken over Westerbork.

Kun je daar iets meer over vertellen? Wat maakt weten ze zwaar?

Als je iets maakt, kan het niet anders of je gaat op zoek. Dat kan in een heel klein gebiedje, of iets groter of heel groot. Maar je gaat op onderzoek. Je ontdekt zonder enige twijfel dingen die je niet meer zo goed wist, of die helemaal nieuw zijn, en daar moet je iets mee. Daar ga je je toe verhouden. Je komt minder fraaie dingen tegen, dingen die je niet wilt weten en dingen die je heel graag wilt weten. En dus leer je jezelf beter kennen.

Ik heb dat heel erg meegemaakt, en daarom ken ik het zo goed, omdat ik tussen 1965 en 1975 de film heb gemaakt waarvoor Bert Haanstra mij tien rollen film gaf. Ik heb drie jaar lang SS-ers ontmoet, Primo Levi ontmoet, een boek gelezen over de vier ergste, meest misdadige SS-ers. Met die laatste mensen wilde ik niets te maken hebben. Ik wilde gemiddelde SS-ers hebben. Ik wou de man hebben die in 1939 in Polen woonde en krijgsgevangen werd gemaakt. Hij kreeg de keuze: wilt u bij de SS aan onze kant, of wilt u bij de krijgsgevangenen in Polen? Hij koos voor de SS en stond even later als bewaker in Auschwitz. Hij is de man die waarschijnlijk als eerste Zyklon-B gebruikt heeft.

Om iets te laten inzinken en beseffen wat er echt gebeurt is, dat is verdomd moeilijk. Dat is die zwaarte.

Wat heb je geleerd, wat voor nieuws heb je geleerd op je ontdekkingstocht?

Schilderen, of muziek maken kan ook een vlucht zijn, omdat de buitenwereld onverteerbaar is. En door dat des te meer te beseffen, heb ik steeds meer de noodzaak gevoeld om in de film herinneringen en dingen die vandaag de dag kunnen gebeuren, of in mijn leven hebben plaatsgevonden, in de film te vlechten. Dus mijn eerste vrouw gaat dood, ik zag de misère in 2003 in Kosovo: dit gebeurt er in onze wereld. Daar moet je je toe verhouden. Ik ben me er meer van bewust dat je probeert je ogen niet  te sluiten voor dingen die in de wereld gebeuren. Maar je kunt het ook niet allemaal in je leven toelaten.

Je bent 86 en hebt nog volop plannen. Hoe doe je dat?

Wat maakt nou dat je niet al te oud wordt? Ik wil mensen ontmoeten. Er gebeuren vast weer onverwachte dingen. Hou in godsnaam een open oog voor wat er gebeurt. Denk niet “oh daar heb je dat weer”. Blijf kijken.

Appreciate this article!

Happy with this story? Show your appreciation with a small contribution! That's how you help keep independent cultural journalism alive. (If you don't see a button below, use this link: donation!)

Donate smoothly
Donate

Why donate?

We are convinced that good investigative journalism and expert background information are essential for a healthy cultural sector. There is not always space and time for that. Culture Press does want to provide that space and time, and keep it accessible to everyone for FREE! Whether you are rich, or poor. Thanks to donations From readers like you, we can continue to exist. This is how Culture Press has existed since 2009!

You can also become a member, then turn your one-off donation into lasting support!

Wijbrand Schaap

Cultural journalist since 1996. Worked as theatre critic, columnist and reporter for Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool and regional newspapers through Associated Press Services. Interviews for TheaterMaker, Theatererkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Podcast maker, likes to experiment with new media. Culture Press is called the brainchild I gave birth to in 2009. Life partner of Suzanne Brink roommate of Edje, Fonzie and Rufus. Search and find me on Mastodon.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)