Diversiteit is een feit, inclusie een daad. Eenvoudige statement, als je erop komt, en Jenny Mijnhijmer, actrice en schrijver, kwam erop. Ze werd tijdens de pandemie gevraagd als voorzitter van een commissie die voor de Auteursbond moest uitzoeken hoe die belangenbehartiger van schrijvers inclusiever en diverser kon worden.
Ze had daar eigenlijk helemaal geen zin in. We praten immers al zo lang, zei ze desgevraagd op de middag waarop haar manifest na twee jaar vergaderen werd gepresenteerd aan de leden: “Wordt het geen tijd dat we iets gaan doen?”
Dat het tijd is, daar waren de meeste (vooral oudere en witte) aanwezigen het wel over eens. Maar wat dat iets is dat we moeten gaan doen: lastig. Grappig genoeg waren er op dit symposium een paar mooie voorbeelden van hoe ingewikkeld inclusie als daad is.
Les 1: Wacht niet passief af, maar ga flink op zoek.
Zo waren er gefilmde interviews gemaakt met jonge mensen die als vertegenwoordigers zouden kunnen dienen van de groepen die nu nog niet bereikt worden door de auteursbond.
Tot grote schrik van velen, waaronder Jenny Mijnhijmer, waren alle vijf de geïnterviewden jonge vrouwen: zeer witte studenten (scenario)schrijven.
Niet heel divers, dus, al haastte dagvoorzitter Chris Keulemans zich om te zeggen dat ze “mentaal wel divers” waren. Maar in zo’n filmpje maak je slecht duidelijk of een wit en bevoorrecht ogend iemand moeite heeft met leren, ergens in het autismespectrum leeft of anderszins van de witte Amsterdam-Zuidse heteronorm afwijkt.
Voor het inclusief handelen is dit een goede les. Het bureau van de Auteursbond had de vraag uitgezet onder studenten, of ze wilden meewerken aan het filmpje, en de getoonde studenten waren de enigen die hadden gereageerd. Er was geen tijd om verder te zoeken naar mensen die meer aan het gewenste profiel voldeden.
Spijtig, dus, maar het toont maar weer aan dat diversiteit en inclusie makkelijk met woorden te belijden zijn, maar dat het tijd en inspanning vergt om die ook daadwerkelijk op te zoeken en toe te passen.
Les 2: Let een beetje op je woorden
Een ander voorbeeld betreft een incident met een 30 jaar ‘jonge’ verslaggever die na de openingswoorden vroeg waar het debat bleef, en iets te koket lik op stuk kreeg van moderator Keulemans (“Je hebt de microfoon, dus ga je gang.”). Getergd verliet de man die ook werkt als diversiteitsdeskundige de zaal. Keulemans bood te laat excuses aan, het leed was geschied.
De vraag of de boze man te ‘eager’ reageerde, en misschien even had moeten wachten tot de discussie gepland was, doet niet ter zake. Vanaf het podium kun je rekening houden met gevoeligheden. Probleem is mogelijk wel dat dat ‘op eieren lopen’ juist leidt tot onhandige uitspraken.
Les 3: Hou het concreet.
Dichter en schrijver Gustaaf Peek had de eer om deze dag de keynote te houden. Deze speech zou de tongen in beweging moeten zetten met een paar ferme statements en prikkelende ideeën. Helaas is Peek meer iemand van prachtige zinnen en poëtische formuleringen, waardoor na afloop de aanwezigen weinig meer konden uitbrengen dan: ‘mooi gezegd’.
Les 4: durf te vragen.
De weglopende diversiteitsdeskundige kreeg dus uiteindelijk wel gelijk: een debat kwam niet op gang, mede doordat er geen omstreden statements waren. In dit geval hadden die pittige stellingen wel klaar moeten liggen, zodat daarover actief vragen in de groep hadden kunnen geworpen. Want het moge duidelijk zijn dat binnen de oudere en tamelijk witte achterban van de Auteursbond minstens evenveel scepsis leeft over diversiteit&inclusie, als onder de vertegenwoordigers van het establishment van de beeldende kunst. De reacties in serieuze media als NRC op de diversiteitsslag die het Stedelijk Museum maakt, geven daar alle aanleiding toe.
Toegift:
Het manifest is alleen via een besloten link op de website van de Auteursbond te lezen. Lees het manifest daarom op onze site hieronder.
Dag Wijbrand,
Het manifest staat wel online: https://auteursbond.nl/wp-content/uploads/2023/01/Manifest_Diversiteit_Auteursbond_def.pdf
Comments are closed.