‘Wat we zo vaak vergeten is gewoon eens te praten over onze liefde voor theater.’ Eric de Vroedt, artistiek leider van Het Nationale Theater, wil het nu eens over de inhoud hebben. En dan met de hele podiumkunstsector. Binnenkort is er SPOT-Live, het vernieuwde Congres Podiumkunsten, en daar wil hij over liefde praten. ‘Heel toevallig gebeurde het een maand geleden. De technici waren in de grote zaal het decor voor ‘De Wereld volgens John’ aan het opbouwen, voor het eerst. Ik zag dat het een meter te ver naar achteren stond. Dat maakte het beeld totaal anders en moest dus aangepast worden, maar ik durfde het bijna niet aan de eerste inspiciënt te vragen.’
De Vroedt vroeg het toch.
‘De inspiciënt zei: “Eric, als dat voor de voorstelling nodig is, dan doen we dat. Dan maken we het werk af en vanavond, na afloop breken we het helemaal af en zetten we het goed neer.” Dat betekende dat ze dus al het werk van die dag over moesten doen. Dat deden ze zonder morren, omdat iedereen snapte dat het voor de voorstelling noodzakelijk was. Niemand klaagde over roosters of afspraken.’
Ambachtelijke liefde
‘Dat is het mooiste van werken in het theater, dat iedereen gaat voor het ding dat gedaan moet worden. Mensen stijgen steeds weer boven zichzelf uit omdat er iets moois tot stand wordt gebracht. Het is ambachtelijke liefde. Er zit romantiek bij. Het is die boog naar de première toe. In die acht weken heb je allemaal maar één doel en dat is ook het enige doel in je leven. Alles heeft zin, en alles staat in het kader daarvan. En het is ook letterlijk zo dat je na de première weer in de realiteit terecht komt. Dan is alles opeens heel banaal en denk je dat niemand op je zit te wachten.’
Je zit natuurlijk ook in een enorme bubbel. Hoe vaak ga je naar een museum? Lees je een boek, ga je demonstreren voor het milieu?
‘Ja, dat is zeker zo. Die acht weken zijn heel intensief en hoe dichter je bij de première geraakt hoe geïsoleerder je raakt. Dus zelfs je huwelijk lijdt daar onder. Ik zou bij wijze van spreken nog eerder kunnen gaan demonstreren dan naar mijn vrouw gaan, want dat demonstreren doe je hier in Den Haag. Naar een museum ga ik al helemaal niet meer. Ik ben heel monomaan. Dus zo’n première is altijd weer heel spannend voor ons huwelijk. Maar na zo’n première kom ik weer op aarde en ben ik weer helemaal in de wereld.’
Connectie met de wereld
‘Ook in de research-fase ben ik juist heel erg gericht op de buitenwereld. Aan deze voorstelling is bijvoorbeeld een hele periode voorafgegaan dat ik bijna dagelijks in Duindorp was, documentaires heb gekeken en boeken heb gelezen. Daarom doe ik ook dit soort projecten, omdat ik daarmee de connectie met de wereld juist kan opzoeken. Juist omdat ik weet dat ik me sowieso veel afsluit.’
Je wilt theater weer een plek in de gemeenschap geven. Je ambitie is om van de Koninklijke Schouwburg een gemeenschapshuis te maken. Prachtige ambitie, maar als je naar je eigen premières kijkt zit daar toch weer de upper class van Den Haag. In de ‘provincie’ gaat het ook niet al te best met het theater. Wat zie jij voor oplossing?
‘Ja. dat is de hamvraag. Want het is natuurlijk wanhopig makend. Op slechte dagen denk ik dat we met zijn allen een product zitten te maken dat kennelijk niemand wil hebben. We kijken hoe we het theater anders in de stad of in de samenleving kunnen zetten. Meestal gaat dat heel erg goed maar tegelijk merken we een enkele keer dat dingen faliekant aan het mislukken zijn.’
Taboo
‘Het is taboe om erover te praten, maar op dit moment gaat het heel slecht met de tournee van De Wereld volgens John. Zulke slechte cijfers heb ik nog nooit gezien. Dat staat dan naast het overweldigende succes van The Nation en We zijn hier voor Robbie, waar tienduizenden mensen op af kwamen. Misschien is de titel helemaal fout, of de voorstelling helemaal fout qua inhoud, maar je kijkt ook naar een failliet bestel. Het slaat ook nergens op dat wij onze voorstellingen gewoon het land insturen, en in een seizoensbrochure van de schouwburg vijf regeltjes over De Wereld volgens John laten zetten. Natuurlijk komt er dan niemand in Venlo op een dinsdagavond.’
Nu lijkt het alleen om de marketing te gaan. Maar het heeft natuurlijk ook te maken met de verhalen die je vertelt als theatergezelschap.
‘Mensen weten in ieder geval in Den Haag de schouwburg behoorlijk goed te vinden, als het aanbod op hen toegesneden is. Dus bij Surinaamse comedy zit het hier vol met Surinamers. Bij Melk en Dadels van Daria Bukvić hebben we opeens heel veel Marokkaanse meisjes in de zaal. Die vonden ook hun weg naar The Nation. Dus het gebeurt wel. Wat alleen zo lastig is dat je heel snel terechtkomt in een soort doelgroepentheater. En dan ben je in plaats van een integratiebevorderend instituut opeens een segregatieversterkende machine, omdat die doelgroepen niets samen doen. Dat is het grote dilemma.’
Fantasie
‘Moeten er dan nieuwe en andere verhalen komen waarin meerdere perspectieven een plek vinden, waarin mensen zich kunnen herkennen? Dat is niet makkelijk, maar met The Nation is dat wel gelukt. Dat was een verhaal waarin echt verschillende groepen samenkwamen.’
Is het ook niet allemaal te dicht bij de werkelijkheid? Iedereen kijkt liever naar Game of Thrones dan naar de zoveelste talkshow waar mensen meningen geven. Moet je met het theater niet juist ook de fantasie weer de ruimte gaan geven?
‘Misschien wel. We maken veel voorstellingen die heel erg veel inhoud hebben, maar soms denk ik: we hebben nu Sadettin lopen, en A seat at my table en Onze Straat en De Wereld volgens John. Allemaal actualiteit, allemaal multiculturele samenleving. Ik sta heel erg achter deze voorstellingen en deze inhouden, ik denk alleen dat we het minder thematisch moeten marketen. The Nation ging heel erg over multiculturele samenleving, maar was ook een superspannende politie-thriller en Netflix. We moeten veel slimmer zijn in het samensmelten van ‘zware thematische inhoud’ met entertainende, meeslepende en spannende middelen en verhalen.’
‘Tegelijk zit je als maker ook gevangen in je eigen stijl. Mensen vinden het lastig als ik opeens een hilarisch stuk als de Hereniging van de twee Korea’s breng, omdat dat volgens de pers en het publiek niet bij mij past.’
Moet de theatersector niet eens wat zelfbewuster worden? Zijn jullie met zijn allen niet te bang voor kritiek en subsidievoorwaarden?
‘Toevallig hadden we het daar vanochtend over. Zouden we een stuk als De Wereld volgens John niet puur moeten maken voor Den Haag? Hier is die voorstelling geworteld, hier slaat hij aan, waarom moet hij dan ook op reis naar plekken waar ze niets met dat verhaal hebben? Dat slaat eigenlijk nergens op. We moeten fundamenteel anders over reizen gaan denken. Belangrijk daarbij: we willen absoluut veel blijven reizen, door heel het land, maar in de toekomst wel op hele andere manieren. Nieuwe modellen moeten er worden ontwikkeld!’
‘Maar het is moeilijk afscheid nemen van een structuur waar we heel lang mee gewerkt hebben en waar de hele organisatie van afhankelijk denkt te zijn.’