‘In dit museum hemelen we het landschap zo vaak op, dat we nu eens de destructie, de ontreddering en de dreigende verandering van het landschap wilden laten zien.’ Volgens Han Steenbruggen, directeur van Museum Belvedere in Heerenveen-Oranjewoud, werd het tijd voor expositie die toont wat oorlog, natuurrampen en klimaatverandering met het landschap doen: ‘Met deze tentoonstelling reflecteren en reageren we op wat je nu om je heen ziet gebeuren: overstromingen in Pakistan, bosbranden in Moskou en dan ook nog een kabinet in wording met gedoogsteun van Wilders. Je vraagt je af hoe beroerd een landschap kan zijn.”
Steenbruggen bouwde de expositie op rondom vier apocalyptische werken van de schilder Olphaert den Otter met de ‘Elementen’ als thema: Een aan het water gelegen stad, in lichterlaaie gezet door zware bombardementen, kreeg de subtitel ‘Vuur’ mee. In een ander werk met de titel ‘Water’ gaf den Otter een ondergelopen polderlandschap in eitempera nogal precies weer. Voorzichtig beroert de zon de kerkjes en huisjes die onder water staan. Hier geen sprake van een fatalistische voorstelling: wanneer het water zakt, zal het leven zeker weer zijn gang nemen. In zijn schilderij ‘De Buitenplaats’, afkomstig uit een andere serie, toont Den Otter ons het laatste stukje aarde dat nog leefbaar is. Je ziet een hut met een roodgeverfde pallet als vloer en daarop een televisiescherm dat aanstaat: een stille verwijzing naar menselijke aanwezigheid? Er omheen vooral water met daarin her en der de contouren van half ondergelopen continenten. “Zo gaat onze wereld er in de toekomst uitzien”, lijkt Den Otter te willen zeggen. Een subtiel maar ook melancholisch werk, dat in al z’n romantiek en schoonheid toch een tikje wringt.
De verwoeste bossen die Henri de Haas aquarelleerde of het massagraf dat hij in sepiakleuren opzette, zijn beduidend minder subtiel. Zijn werk komt voort uit de oorlogstrauma’s die zijn familieleden in twee wereldoorlogen hebben opgelopen. En inderdaad, je kunt er niet omheen: de dood heeft in deze aquarellen zijn werk goed gedaan. Renie Spoelstra, die naast het gebruikelijke academiewerk ook een opleiding film en fotografie deed, hanteert in haar zwart-wit tekeningen nog steeds de principes uit het fotovak. Haar enorme werken op papier vol slagschaduwen en avondlicht vormen een mooie mix van tekenkunst en fotografie. De tekeningen zijn laag over laag met houtskool tot stand gebracht. Er gaat een verhulde dreiging uit van zo’n donker, nachtelijk boerenlandschap. Maar het zijn ook subtiele werken die door hun omvang en technische kwaliteit imponeren. Het effectvolle werk van Raquel Maulwurf daarentegen bevat hemelsbrede statements. In haar zwart-wit tekeningen komen bommen en granaten vol spectaculaire effecten tot ontploffing; ze zetten de donkere avondlucht in lichterlaaie. De reusachtige paddenstoelwolk na de ontploffing van een atoombom oogt in al zijn oogverblindende licht wonderschoon, ook al weten we wat voor schade zo’n bom kan aanrichten. En dat is tegelijkertijd ook het interessante aan deze tentoonstelling: de schoonheid van de werken contrasteert in hoge mate met de onderwerpen. Kijk je wat langer, dan krijgen huivering en ontzetting de overhand.
‘Beroerd Landschap’ t/m 24 oktober in Museum Belvédère, Heerenveen-Oranjewoud: www.museumbelvedere.nl