De nouveau d'actualité, maintenant que le Toneelgroep Amsterdam fait revivre la pièce, ma critique de 2014. Cette semaine, l'adaptation théâtrale de The Fountainhead a été présentée pour la première fois. Le livre est terrible, la représentation ébranle, les acteurs ne gagnent que de justesse. Le contenu, lui, crée encore plus de confusion, c'est pourquoi je ne t'empêcherai pas d'aller le voir. Et Hans Kesting, bien sûr. Je résume la situation en quelques mots.
[Tweet “1: The Fountainhead blijft van graniet”]
Ik kwam niet door de eerste 100 pagina’s van The Fountainhead heen. En het zijn er meer dan 700. Ayn Rand schrijft over eng grote personages, karikaturen die niet zozeer worstelen met, maar staan voor grote ideeën en daarom ook allemaal twee meter boven het gepeupel uitsteken. In de toneelversie zijn de dialogen uitgebeend tot slechts die Grote Zinnen. Dat geeft de voorstelling iets puberaals mee. Ondanks het spel van Ramsey Nasr als Roark en Halina Reijn als de op zelfvernietiging gerichte eeuwige minnares Dominique, die hun best doen mensen te maken van Ayn Rands Grote Voorbeelden.
[Tweet “2: The Fountainhead is artistieke zelfbevrediging”]
Kunstenaars die stukken maken over kunstenaars die lijden onder hun compromisloos nastreven van het hogere, terwijl de wereld om hen heen verzandt in slapheid en gekonkel. Het komt in de beste families voor. Shakespeare deed het in Hamlet, Molière in De Mensenhater en Tsjechov in Een Meeuw. Het is mooi als zulke grootheden het doen. Puberaal wanneer mindere goden het proberen. Ayn Rand is een mindere kunstenaar. Maar daar kunnen de acteurs weer niets aan doen.
[Tweet “3: In iedereen schuilt een Howard Roark. #Fountainhead”]
De aantrekkingskracht van het werk van Ayn Rand is duidelijk. Haar pleidooi voor compromisloos egoïsme, tegen alle klippen op, delen we diep in ons hart allemaal. Dat het alternatief vies en voos is, want communisme dan wel fascisme dat zich vermomt als wellevendheid en naastenliefde, komt bij goed nadenken wat minder aantrekkelijk over. Waar in dit ideologisch debat de makers van de toneelversie zich bevinden, is niet geheel duidelijk. Het lijkt erop of men zich vooral beperkt tot de kunst, en de maatschappelijke gevolgen van Rands ideologie naar het tweede plan schuift: een ideale samenleving die bestaat uit creatieve heersers en een gepeupel van ’tweedehands mensen, uitzuigers en parasieten’. Maar kan dat? We zuchten nu toch onder een regime dat bijna zegt dat armoede een keuze is en ziekte iemands eigen verantwoordelijkheid?
[Tweet “4: De wereld hangt van clichés aan elkaar in The Fountainhead.”]
Grote mannen vallen diep, de goede echtgenote wordt altijd vervangen door de fatale minnares en de koele vrouw valt altijd voor de ruwe bonk, maar zal vervolgens kiezen voor het geld. De taal van de Bouquet-reeks was Ayn Rand niet vreemd. Sterker nog: haar werk geldt zo’n beetje als het schoolvoorbeeld van de stuiversromannetjes van de 20ste eeuw. In de – nog verder ingedikte – toneelversie zie je elke wending dus ook ruim van tevoren aankomen. Vier uur lang.
[Tweet “5: Architecten hebben geen seks. #Fountainhead”]
De wereld waarin Dominique (Halina Reijn) opgroeit, is een wereld van architecten, en zoals iedereen weet, avoir architecten geen seks. Ze gelden algemeen als het saaiste soort mens dat bestaat. Dat Howard Roark (Ramsey Nasr) dus architekt is, is hoogst ongeloofwaardig. Want hij heeft seks. En hoe. Dominique komt steevast binnen de minuut klaar. Een hele prestatie. Voor een architect.
[Tweet “6: Als alles verloren lijkt, komt de cavalerie. #Fountainhead”]
Na de eerste dikke twee uur puberaal grote ideeëntoneel snak je dus naar iets tastbaars, iets echts, iets waarmee je als mens verbinding kunt leggen. En laat Toneelgroep Amsterdam daar nou iets speciaals voor in huis hebben. Hij heet Hans Kesting en als hij spreekt, dan zegt dat wat, en als hij breekt dan kraakt er iets. Zonder Hans Kesting als redmiddel na de pauze hadden de toch al niet onverdienstelijk spelende spitsen van Toneelgroep Amsterdam de volgende ronde niet gehaald.
[Tweet “7: Kijken of niet? Laat uw prefrontale cortex beslissen. #Fountainhead”]
Het grenzeloze, libertijnse egoïsme dat Ayn Rand propageert vindt zijn beste uitwerking bij pubers, en – vreemd genoeg – bij mensen in groepen. Sociaal bewustzijn, altruïsme, zelfreflectie staan het compromisloze egoïsme in de weg, en wat Ayn Rand niet wist, en wij wel, is dat sociaal bewustzijn, altruïsme en zelfreflectie het gevolg zijn van een goed ontwikkelde prefrontale cortex. Het puberbrein heeft dat niet, en dat maakt pubers zo aantrekkelijk egoistisch, onverwoestbaar en onsterfelijk. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de prefrontale cortex ook wordt uitgeschakeld wanneer we in een groep optreden. Dat maakt voetbalsupporters, vrouwen op een theekransje en ISIS-strijders eveneens zo aantrekkelijk egoïstisch, onverwoestbaar en onsterfelijk. Ben benieuwd wat Ayn Rand daarvan zou vinden.
Maar het is mooi dat een voorstelling erin slaagt om al dat soort gedachten los te maken. Ga er dus heen, denk zelf, maar praat er vooral over met je buren. Je hebt ze nodig.
Je moet het maar durven: de auteur van een stuk, dat meer dan 60 jaar na creatie nog steeds wordt uitgevoerd omdat de thematiek kennelijk tijdloos is, karakteriseren als ‘een mindere kunstenaar’ en ‘het schoolvoorbeeld van stuiversromannetjes’. Dat soort laatdunkende spierballentaal is misschien een (onbegrepen) poging tot humor, maar getuigt vooral van misplaatste arrogantie.
Voor een serieuze recensie van het toneelstuk kijkt men inderdaad beter elders.
Het is duidelijk dat deze recensist een flinke hekel heeft aan Ayn Rand. Ook wordt duidelijk dat deze recensist niet de capaciteiten heeft om iets van het gedachtengoed te begrijpen.
Jammer, voor de belangstellenden verwijs ik naar andere recensies, die beter kunnen verwoorden waar de essentie van het stuk om draait.
Les commentaires sont fermés.