Misschien is God dood, maar Zijn kerk leeft. In elk geval in Denemarken. Dat heeft te maken met wat je de Deense geloofsparadox zou kunnen noemen: een sterk geseculariseerde samenleving met een Lutherse Folkekirke (=Volkskerk) die door een grote meerderheid van de bevolking wordt gesteund [hints]De Amerikaanse socioloog Phil Zuckerman heeft over dit aspect van Denemarken (en ook een beetje Zweden) een leuk boek geschreven: Society without God (2008) Phil Zuckerman [/hints]. Al is die meerderheid nauwelijks in de kerk te vinden op zondagmorgen.
Maar trouwen en rouwen doe je in de kerk. En als je een kind krijgt, geef je het aan op het parochiekantoor, want dat doet een deel van de burgerlijke stand in Denemarken. Met andere woorden: de kerk is op een heel praktische manier verlengstuk van de samenleving. Voor de staat als registratiekantoor, en voor de doorsnee-Deen als verzamelpunt voor de hoogtepunten in je leven.
L'art libère Dieu
In de Deense stad Aarhus, dit jaar Europese culturele hoofdstad, waren de kaartjes voor Befri gudstjenesten (= bevrijd de eredienst) dan ook binnen een mum van tijd uitverkocht. De domkerk zou, in samenwerking met theater Svalegangen uit Aarhus, een voorproefje geven van wat je allemaal zou kunnen veranderen aan een doorsnee Lutherse dienst.
Domprovst Poul Henning Bartholin, die aan het hoofd staat van de domkerk van Aarhus en de andere Lutherse kerken binnen de stad, kwam met het idee voor zo’n grensoverschrijdende dienst.
‘In Aarhus waren we in 2015 aan het brainstormen over hoe we twee jaar later het Lutherjaar zouden gaan vieren. [hints] 1517 is het jaar waarin de Reformatie van start ging, toen Maarten Luther 95 stellingen over godsdienst aan de deur van zijn kerk in Wittenberg spijkerde.[/hints] Toen we ons realiseerden dat het Lutherjaar samenviel met het jaar waarin Aarhus culturele hoofdstad van Europa zou zijn, gingen we erover nadenken hoe we dat konden combineren. Zo kwamen we aan de praat met Per Smedegaard van theater Svalegangen.’
Le service honorifique comme pierre d'achoppement
‘Het werd al gauw duidelijk dat een biografische of historische voorstelling over de persoon Luther niet erg aantrekkelijk zou worden voor veel mensen. Toen filosofeerden we door. Wat betekent Luther? Wat wilde Luther? Hij wilde de kerk als instituut wegnemen tussen de mens en God, hij zag de kerk als een struikelblok. Toen zei Per (van Svalegangen): eigenlijk is de dienst voor mij zo’n struikelblok. De taal, het feit dat je achter elkaar zit en elkaar niet ziet, in plaats van dat je staat of loopt.’ [hints]Dat zitten in een kerk, dat is trouwens iets wat pas later de kerk in kwam. In oude kerken zie je nog wel dat er gemetselde zitplaatsen langs de muren waren, maar dat was voor de ouderen. De rest van de gemeente stond gewoon. [/hints]
Zo ontstond het plan om de bestaande eredienst helemaal door te vlooien en te bevrijden van, om het zo maar eens te zeggen, oude vormen en gedachten. Geheel volgens het gedachtengoed van Luther overigens, zegt Bartholin: ‘Het was Luther die erop wees dat een kerk die vasthoudt aan oude vormen, zich verwijdert van de kerkgangers. Daarom wilden we uitproberen hoe we nieuwe vormen konden gebruiken in de kerk.’
Pasteur en difficulté
En een veelvoud van nieuwe vormen tuimelde over de kerkgangers/bezoekers heen tijdens de première. De voorstelling begint klein, intiem bijna. Een kleine, rood belichte doorgang leidt het publiek de kerk binnen, waar enkele zangers flarden muziek zingen, met op de achtergrond een lang aangehouden akkoord van het orgel.
De rest van de kerk is dan nog afgeschermd. In de loop van de dienst wordt de kerk steeds meer in gebruik genomen, en het hoogtepunt is toch wel aan het einde, als een bijna honderdkoppig gospelkoor aan het eind van de dienst naar binnen loopt en ’I Will Try To Fix You’ van Coldplay zingt.
Maar onderweg zijn er nog wel meer verrassingen. De introductie van de dominee bijvoorbeeld. Een vrouw verschijnt, ze staat letterlijk in haar (over)hemd, en spreekt over angst: ’Wie zijn wij? Wat is de bedoeling van het leven?’ Ze worstelt met woorden en ook letterlijk met de helpers, die haar lijken te overweldigen maar haar opeens boven henzelf en de toeschouwers verheffen. Ze houdt haar armen breed gespreid, als een soort Jezusfiguur. Het publiek houdt de adem in. Ze zetten de frèle dominee weer neer, die een korte jas krijgt aangereikt. Haar hemd verdwijnt onder het uniformjasje en zo kruipt dominee Christina Laursen in haar rol.
(Repetitiebeelden uit Aarhus Stiftstidende ici)
‘Fader vor!’
Terwijl het publiek staat bij te komen van deze emotionele intro, komt het kleinkoor naar voren, glimlachend. Ze steken hun vuist uit. En slaan die op hun hart. En dan op hun dij. Er ontstaat een soort handklapspelletje waaraan leden van het publiek beginnen mee te doen, eerst lacherig maar daarna enthousiast. Dat alles gebeurt zonder woorden, totdat een van de koorleden op de maat begint te scanderen: 'Fader vor! Du som er i himlene!'
Dat is in het Deens het begin van het onzevader. We zijn weer thuis, dát kennen de meesten wel.
Niet iedereen doet mee. Een man naast mij in een oranje jack ziet dit alles als versteend aan. En hij kijkt er ook niet vrolijk bij. Maar voor de meesten werkt het aanstekelijk, bevrijdend haast na het wat desoriënterende, sombere begin. Bijna naadloos gaat het onzevader over in een performance van rapper Per Vers , die de tekst van Prediker 3:1-8 onder handen heeft genomen.
Cœur de bœuf et thé vert
Dan is het tijd voor het Heilig Avondmaal, de symbolische handeling van het delen van eten en drinken waarmee Jezus een pact sloot met zijn volgelingen: als je dit doet, ter herinnering van mij, ben ik weer eventjes bij jullie. Het publiek wandelt dieper de kerk in, waar een tafel met kelkjes groene thee staan, en een tafel met aardewerken kroezen. Ragout van runderhart is de inhoud (artisjokhart voor de vegetariërs). Met dank aan restaurant Gastromé – een van de culinaire toppers in Aarhus, bekroond met een Michelinster.
Ondertussen staat de dominee midden in het gangpad voor een groot vat pappadums en deelt die uit. Mensen hebben handen tekort om de goede gaven aan te nemen en te verorberen. Je verwacht het niet in een kerk. De ragout geurt heerlijk, zangers en muzikanten spelen een medley van gezangen van Maarten Luther. Langzaam keren we terug naar voren in de kerk waar de banken staan. Terug naar de zone de confort van een ’gewone’ dienst.
Danse avec une planche
Hoewel er af en toe nog ontregelende elementen zijn. Dansers van fysiek theater Don Gnu begeleiden onderdelen van de liturgie door een soort vechtdans door het middenpad van de kerk. Of door een dans-/balansoefening voor twee mannen met plank. En ja, dat ziet er net zo gek uit als het leest.
Maar er is een overdenking – vast element van een dienst. Of eigenlijk zijn het er twee: een voordracht van toneelspeler Rønne over geloof, en van dominee Christina Laursen over atheïsme. Rønne wijst op de elementen die jodendom, christendom en islam met elkaar gemeen hebben, de kinderen van Abraham zoals Rønne zegt. Daarmee verwijst hij naar de aartsvader die alle drie geloven met elkaar gemeen hebben. Wat zijn de overeenkomsten? Waar kunnen deze geloven zich in elkaar herkennen?
Wat ontbreekt, is het voorlezen uit de bijbel. Er is wel een geloofsbelijdenis, maar die is spiksplinternieuw, bedacht door Christina Laursen.
En er is muziek. Heel veel muziek.
Fællessang
Weinig orgel, veel zang, dat is in het kort de conclusie over de muziek in deze baanbrekende dienst. Grotendeels zang door negen koorzangers, die bij binnenkomst al brokstukken populaire Deense muziek zingen, bijeengehouden door het orgel dat een grondtoon speelt waar alle stukjes zang omheen wervelen.
Er is het ensemble Den Danske Salmeduo, dat instrumentele jazz-versies speelt van psalmen en gezangen.
En er is fællessang, samenzang – de ruggegraat van Deens saamhorigheidsgevoel. Geen feest, bijna geen vergadering zelfs, gaat voorbij zonder een gemeenschappelijk gezongen lied. Filmbedrijf Zentropa doet het. Het Deense parlement doet het. En in de kerk is er al helemaal geen ontkomen aan.
De kern van fællessang is de herkenning van gouwe ouwen, maar deze voorstelling zou haar doel voorbij schieten als hier ook geen vernieuwing zou plaatsgrijpen. Daarom gaat een klassiek gezang als Altid Frejdig (een gezang dat in Denemarken een extra lading heeft als lijflied van het Deense verzet in de Tweede Wereldoorlog) op de schop. En de indie/reli-band Kloster brengt een heel nieuw gezang, Når dagen sænker ned, vanaf mei dit jaar te vinden in het nieuw uit te geven Gezangenboek. Vanavond is het voor het eerst te horen in een kerk. Met hulp van een korte oefensessie en een powerpoint loodst de voorzanger het publiek erdoorheen.
Het toppunt van fællessang is het al eerder vermelde I Will Try To Fix You van Coldplay, dat ter afsluiting van de dienst meeslepend door de kerk dondert met het orgel, de muzikanten, het gospelkoor en het publiek op volle sterkte.
Pas de véritable service
Als dramatische voorstelling is de ’nieuwe dienst’ goed gelukt. De lichteffecten, de muziek, de mengeling van bekend en nieuw, de gimmick van een sterrenrestaurant dat voor het heilig avondmaal zorgt, de manier waarop het publiek wordt meegesleept in de voorstelling door mee te doen – het overtuigt. Als voorstelling. Maar ook bij elk nieuw element vraag je je af: blijft dit? Ragout en groene thee? De nieuwe kostuums van de dominee en haar helpers?
De reacties van het publiek na afloop zijn overwegend positief. En dat kan domprovst Bartholin na twee voorstellingen beamen.
”We hebben heel veel positieve reacties op de voorstelling gehad. Ik had ook niet verwacht dat de voorstellingen zo snel uitverkocht zouden zijn. Maar er is ook kritiek. Veel mensen waren boos omdat een vrouwelijke imam spreker was in een van de voorstellingen. Maar ze preekte niet, ze was uitgenodigd om te praten over fællesskab (saamhorigheid). En, wellicht ten overvloede: het is geen echte dienst. Ook misten gelovigen Jezus Christus in de geloofsbelijdenis. Die wordt in de nieuwe versie helemaal niet genoemd. Verder vonden mensen dat de taal niet mooi, en dat de inhoud te oppervlakkig was.”
Qu'est-ce qui peut rester ?
Zou u elementen uit de voorstellingsdienst willen overnemen?
”Dingen een-op-een doorvoeren, dat kan niet, daar gaat heel veel voorbereiding binnen de kerk als geheel aan vooraf. Daarnaast speelt de aankleding van de kerk, zoals die tijdens de voorstelling is, ook een rol. Zonder het licht, de zangers, het gebruik van de kerk door te lopen of te zitten, valt een groot deel van de atmosfeer weg. En dus ook het effect van zo’n los element.”
Welke elementen uit de voorstelling zou u willen behouden?
”Ik zou verder willen werken aan verschillende dingen. Bijvoorbeeld de volgorde, de opbouw van een dienst, zoals die in de voorstelling was. Eerst een gevoel van saamhorigheid opbouwen door een gezamenlijke handeling, zoals in de voorstelling door middel van het heilig avondmaal. Of door een doop. En dan de verdieping.”