Hildegard von Bingen (1098-1179) était compositrice, scientifique, écrivain, médecin, mystique et fondatrice d'un couvent. Une religieuse catholique donc, mais qui a exploré l'orgasme féminin.
Die laatste paradox resoneert, besefte Herman Finkers uiteraard toen hij het scenario schreef voor ‘De Beentjes van St. Hildegard’. De beschrijving van het orgasme door Hildegard luidde: ‘Als een vrouw de liefde met een man bedrijft, ervaren haar hersenen een sensatie van hitte. Die sensatie gaat gepaard met zinnelijke verrukking. Dit verhitte gevoel is een uiting van die verrukkelijke beleving tijdens de daad en wekt bij de man een zaadlozing op.
En als het zaad de bestemde plaats heeft bereikt, trekt de vurige hitte die uit haar hersens afdaalt, het zaad naar zich toe en houdt dit vast. Al spoedig trekken de seksuele organen van de vrouw zich samen. En alle delen die in de menstruatieperiode openen, sluiten zich nu op dezelfde manier zoals een sterke man iets in zijn vuist kan omklemmen.’
Vanaf een preekstoel zul je deze vurige ‘quote non’ van de katholieke heilige Hildegard niet horen; in de film is zwijgend een kaarsje opsteken door Finkers aan het einde afdoende. Het ging om een reis, Lorelei was maar een bestemming.
Finkers schreef een blij, tragikomisch, afwisselend carnavalesk en melancholisch, en van menselijke zwakheden doortrokken en dus katholiek scenario; maar de kerk blijft goeddeels buiten beeld. Zelfs de begrafenis van de schoonvader als begin omzeilt letterlijk de lokale kerk waarna de taferelen rond diens begrafeniscrematie de hilarische rode draad vormen.
Sous la dalle
Die loopt door relatiesores in drie generaties met hetzelfde patroon: de dode goedzak, zegt de kleinzoon bij de uitvaart, is na 63 jaar huwelijk verlost uit z’n gevangenschap van echtgenote; hun dochter Gedda (Johanna ter Steege) maakt het leven van Jan (Finkers zelf) met het bemoederen tot één langgerekte kwelling; hun dochter Liesbeth (Leonie ter Braak) zucht onder het juk van paranoïde controle door vriend lief.
Ontsnappen lukt Jan met een komische truc: dementie veinzen. Het ligt er dik bovenop, zo wordt het verhaal hilarisch. Dat Jan postuum z’n schoonvader de uitvoering van z’n laatste wens gunt, is fraai uitgesponnen. De dialogen, geen woord te veel in onderkoelde emotie, dragen de film.
Een vierde stel, dat van genoemde kleinzoon (Stef Assen) en zoon van Gedda en Jan, vormt het tegenwicht; dobber maar mee met de stroom, neem het leven zoals het is en heb lief. Bovenal luidt de boodschap van ‘De Beentjes van St. Hildegard’: hou in vredesnaam op met getob; laat de ander bloeien. ‘Twee houtblokken op elkaar, dat geeft geen vuur. Ze moeten een beetje los van elkaar liggen om te ademen.’
Het is het testament van Finkers voor ons, z’n nabestaanden: geef elkaar een beetje de ruimte. Hij is niet de belerende pastoor die zegt: gij zult niet scheiden, noch: gij zult elkaar liefhebben als uzelf, maar een die dat op de mildste wijze toont, met ironie in een eenvoudig maar sprekend verhaal. Oftewel ‘show, don’t tell’.
Message visuel
Wat wellicht de reden is geweest dat Hermenegildus Felix Victor Maria Finkers op z’n 65e aan zijn levenswerk van tien theaterprogramma’s en een oudejaarsconference nog graag een film toevoegde: een beeldend medium, dat beklijft. Zoals zijn geloof beeldend is, en hij gedijt bij de muziek van Hildegard van Bingen.
Een film met zo veel liefde en genoegen gemaakt onder Johan Nijenhuis die met een ingespeelde crew zijn gevoel voor het licht en de lucht van het platteland van Twente prachtig vormgeeft. Hij maakt dit met zijn Tukkers in Twents dialect tot een onvergetelijke film. Nou ja, zolang je die wilt onthouden, want misschien komt er een moment dat alles vergeten even nodig is…
Beentjes van St. Hildegard: bande-annonce, nog in bioscopen en later op televisie bij medefinancier Omroep Max.