Jean-Michel Jarre was op bezoek in Nederland. In de Heineken Music Hall konden oude en nieuwe fans van zijn hypnotiserende werk genieten. Ik ging erheen om te luisteren, maar natuurlijk ook om te kijken.
Veertig jaar geleden bracht Jean-Michel Jarre, pionier in synthesizermuziek, Oxygène uit. Anno 2016 zijn we twaalf miljoen verkochte exemplaren verder. Op die enorme schaal produceert de Fransman gewoonlijk ook zijn concerten. Zo pakte Jarre fors uit op het 200ste jubileum van de Franse Revolutie. La Defense, de modernistische wijk van Parijs was het decor voor een megaspektakel met honderdduizenden bezoekers. Zijn elektronische pop glinstert als een laserstraal in de nacht; knettert en zindert als bliksemschichten en bevat altijd een melodielijn die zich vast haakt in het gehoor.
Loepzuiver
Jarre heeft de Guinness Book of Records-vermeldingen al lang en breed op zak. Tegenwoordig doet hij het rustiger aan. Waar zijn navolgers als Tiësto en Armin van Buuren het Jarre-idioom gestript hebben van gelaagdheid en nu de stadions vullen, speelt de grootmeester zelf in betrekkelijk kleine zalen. Voor het optreden in Nederland was de megashow in schaal gebracht, maar niet minder indrukwekkend. Dat begon in de Heineken Music Hall al met het geluid dat – voor de verandering eens niet op standje ‘bloed uit de oren’ – loepzuiver uit de immense speakers tevoorschijn kwam. Van omineus ronkende bassen tot het ietwat onvaste, maar zo behaaglijk warme geluid van de oude, analoge synths die Jarre had meegebracht.
Pulseren
Visueel pakte Jarre overrompelend uit alsof hij ettelijke Museumpleinen moest bespelen. Bewegende schermen voor het podium dienden als projectiedoek. Ik zag abstract-geometrische figuren, live-beelden van Jarre en secondanten op toetsen en percussie en bijvoorbeeld het gezicht van Edward Snowden die een bijrol vervulde. Tel daarbij een stemmige lichtshow op die het niet moest hebben van overdadig knipperen, maar leunde op smaakvol pulseren en natuurlijk de nodige lasers in veelkleurige waaiers en het plaatje was af. Een schoolvoorbeeld van wat je momenteel in een live-setting aan vertier voor het oog kunt entameren.
Invloed
Jarre heeft het lastig bij de dames en heren critici. Zijn playboy-achtige imago zal daarbij niet heel erg helpen. De sufste geestdodende ambient, zogenaamd meditatieve klankbaden met field recordings in plaats van aan Luc Ferrari schatplichtige musique concrète-composities, lompe EDM, glij-electro of infantiele reclamedeuntjes: daarmee krijg je de handen in het kritische muzikale discours niet op elkaar. Toch staan ze allemaal onder diepe invloed van Jarre en dat negatieve oordeel kleurt ook zijn eigen werk en niet ten goede.
Hoogten
Het werk van Jarre zelf heeft ook geruime tijd in een dal gezeten. De grote hoogte van baanbrekende albums als Oxygène, Equinoxe of Les Chants Magnétiques liggen al zo ver achter ons dat hij ze zelf ook alleen nog maar van verre kent. De albums van rond de eeuwwisseling laten een Jarre horen die nogal krampachtig mee probeert te liften met de tijdgeest en meermaals uitkomt bij de vreselijkste kitsch. Die rol past hem overduidelijk niet. Nadat hij er eerder al een tweede deel aan toevoegde, kondigde Jarre onlangs een derde plaat aan in de Oxygène-reeks. Die updates van zijn legendarische materiaal raken opnieuw doel.
Samenwerkingen
Radicaal vernieuwend is Jarre (68) wel weer door niet op zijn lauweren te rusten en zijn kunstje op een nooit-eindigende tournee als een ratje in een radje af te draaien, zoals sommige oudere artiesten doen. Hij heeft ook gehoord wat in de decennia sinds zijn doorbraak met het vocabulaire gedaan is. Wiens materiaal hij prima te pruimen vond, kreeg een telefoontje. Mijnheer Jarre zelf hing aan de lijn en wilde samenwerken.
Zodoende werkt hij op Electronica 1 en 2 samen met Pet Shop Boys, Gesaffelstein, Fuck Buttons, M83, The Orb en Jeff Mills. Oudgedienden dus inderdaad, maar ook jongere talenten gingen met de maestro aan de slag. Resultaat: een verzameling eigentijdse tracks waarin Jarre’s stempel onmiskenbaar aanwezig is en hij tegelijk alle ruimte aan de andere(n) laat te schitteren: muzikale pret en vrijheid tieren welig. Het zijn deze platen die Jarre momenteel live voorstelt op een lange wereldtournee.
Liedjes
Jean-Michel Jarre was in de Bijlmer een blije man. A propos: hij doet aan nummers, liedjes dus, soms richting de zes minuten in lengte, maar compact en geen ellenlange sessies vol razende climaxen, beukwerk voor eindeloze raves of oeverloos muzakgezwatel dat voor ambient moet doorgaan. Nederland omarmde destijds Oxygène als eerste. En dat was Jarre niet vergeten, zo vertelde hij kalm keuvelend tussen de nummers door.
Die vrolijkheid spatte van de toetsen als Jarre van dichtbij in beeld kwam. Zijn vingers liet hij niet als Lang Lang over het klavier dansen, maar roste, alsof hij een DJ in een beste technoclub was. Zo sloeg hij, de beat mee-stampend en het publiek opjuttend, de dragende melodie uit de toetsen. Beschaafd, natuurlijk, want Jarre sloopt zijn apparatuur niet. Hij had ontzag voor de synthesizers en bracht ze dan ook graag close-up in beeld – gegarandeerd voer voor gear-fetisjisten. Daar doet Jarre niet moeilijk over, want hij weet dat zij met velen ademloos gefixeerd naar zijn spullen staan te staren.
Nu
Gewichtloos en zonder zorgen transporteerde Jarre het publiek naar sferen die ietwat omfloerst duister glansten, glommen en gloeiden. Hij gebruikte zijn oude, analoge machines en hypermoderne flatscreens met computersyms niet nostalgisch. Daar zorgden zijn nieuwerwetse Electronica-nummers wel voor.
Jarre is geen Wondere Wereld-futurologentype. Hij componeert als vanouds scherp en eigenzinnig voor een ondeelbaar nu. En dat bespeelde hij in de HMH zo vakkundig dat je na afloop van de show geen ander mens was dan ervoor. Niet door elkaar geschud, niet tot tranen toe geroerd, maar even twee uur helemaal weg. Dat is in Jarre’s geval geen smet op de show, integendeel.
Reliëf
In de Electronica-track ‘Brick England’ zongen de Pet Shop Boys over opbouw en afbraak. Jarre’s bloemlezing uit zijn oeuvre (ook de grote hits kwamen voorbij) was echter meer te beleven als een voortdurend uitstel van erosie, sleet, tand des tijds. Jarre jende niet met getelefoneerde demarrages die maar niet willen exploderen. Hij toonde een aandachtsspanne die langer was dan de drie seconden van Skrillex en trok messcherpe, lange voren in gelaagde, elegante composities waarin opviel hoeveel kleine, snuggere partijen het massieve geluid vulden en hoezeer daarin reliëf en ademruimte zat.
Washandjes
Het schip van de HMH golfde op de marstempo’s die Claude Samard en Stephane Gervais live drumden en wiegde mee met de vocoder-koren van de drie heren. De lasers bewezen meer te zijn dan een groen lampje; ze waaiden in smaakvolle veelkleurigheid door de zaal. Jarre bespeelde ze zelfs, want de beroemde laser harp was mee. Klonk kek, maar ook hij – Mr. Laser Harp zelf – stond toch een beetje onbeholpen lullig met washandjes in lichtstralen te wapperen. Innemend was het wel, de geste het instrument van stal te halen. Wederom een zekere fan-favoriet die ingelost werd.
Onvergetelijk?
In het razende en beklemmende ‘Exit’ repte Edward Snowden halverwege de show over het in de smiezen houden van hen die onze gangen volgen. Jarre had zijn volgelingen aan het eind van de show waar hij ze wilde hebben. De fans hadden op bhun beurt de Jarre gekregen die ze wilden. Tijd om de rollen om te keren. Jarre speelde het splinternieuwe, nog niet verschenen Oxygène 17 tweemaal. Zo kon hij met een paar high-tech camera’s voor de videoclip live-opnamen maken. Big brother was watching us. En hoe! Heel de HMH scheen op lieftallig commando met de mobieltjes licht naar de maestro; het weerkaatste van zijn spiegelende zonnebrillenglazen. Jarre’s camera’s registreerden en iedereen leek op slag Snowden’s privacywaarschuwing alweer vergeten.
Precies daarin lag de eenvoudige elegantie van het charme-offensief dat deze Jarre-show tot een speciaal spektakel maakte. Bijzonder, want onvergetelijk? Je moest vooral erg je best je af te vragen wat er dan was om niet te vergeten. Jarre spoelde je, met een bizar goede soundmix en nogal wat visuele brille, bijna helemaal leeg en schoon. Nogmaals: dat mag een compliment heten. Pionier Jean-Michel Jarre slaagt nog steeds zo goed als als enige erin het publiek weg te sturen met het gevoel na de show als een tabula rasa te zijn, met minimaal één melodie in het hoofd die rond en rond en rond zingt. Of: met een plaat met handtekening, want die verkoopt hij gewoon gesigneerd, de charmeur.
Jean-Michel Jarre; gezien dinsdag 22 november 2016, Heineken Music Hall, Amsterdam.