Alan Gilbert dirigeerde het Koninklijk Concertgebouworkest woensdag 8 februari voor de vijfde keer. Tot eind van dit seizoen is hij chef van de New York Philharmonic, waarmee hij zijn liefde voor eigentijdse muziek uitbundig heeft uitgedragen. Hij bleek de ideale dirigent om het nieuwe werk van Joey Roukens in première te brengen en voerde de musici trefzeker door de enerverende partituur van diens Boundless (Hommage to L.B.).
Roukens schreef zijn stuk in het kader van de herdenking van de honderdste geboortedag van Leonard Bernstein in 2018, waarmee het Koninklijk Concertgebouworkest een jaar op de troepen vooruitloopt. Een ode aan de Amerikaanse eclecticus is een kolfje naar de hand van Joey Roukens. Boundless (Hommage to L.B.) is zijn derde compositie voor het hoofdstedelijk orkest. – Beter gezegd een deel van het orkest, want de bezetting vraagt enkel om strijkers, slagwerk, harp, celesta en keyboard. Het stuk flankeerde Bernsteins Serenade voor viool en strijkorkest voor een vergelijkbare bezetting.
Adams meets Bernstein
Boundless (Hommage to L.B.) valt meteen met de deur in huis. In een moordend tempo horen we sappige, herhalende motieven à la John Adams, gekruid met swingende syncopen à la Leonard Bernstein. Opvallend is de soepelheid waarmee de musici de swingende tempi over het voetlicht brengen. Alsof ze nooit anders gedaan hebben en al hun vrije tijd doorbrengen in rokerige jazzclubs. Een groot contrast met vorige week, toen Gustavo Gimeno hen eveneens door composities van Bernstein voerde en we een soort swing-op-klompen hoorden.
Na de stuwende opening legt Roukens de beweging stil met een ferme klap in het slagwerk. Een diep zoemende bastoon introduceert een passage met nevelige strijkers die een ingehouden spanning creëren. Deze is enigszins verwant aan de broeierige sfeer van de Vierde Symfonie van Sibelius, die na de pauze werd uitgevoerd.
Speeldoosjesmuziek
Na een dramatisch aanzwellend crescendo klinkt tinkelende speeldoosjesmuziek van harp en celesta. Deze zweemt naar de laatste van de reeks Anniversaries voor piano solo, waarmee Bernstein vrienden en collega’s eerde. Het stuk komt weer op stoom en eindigt met driftig op de snaren stuiterende stokken die spatgelijk tot stilstand komen met een donderend patsboem van de slagwerkers.
Roukens mag zich in zijn handen knijpen met de geweldige uitvoering van zijn enerverende stuk. Gilbert kneedt de klank van het Koninklijk Concertgebouworkest met evenveel gemak tot een bekoorlijk lentebriesje, als tot orgiastische klankuitbarstingen. Roukens krijgt vaak het verwijt dat zijn muziek neigt naar kitsch, maar weet die klippen wat mij betreft voldoende te omzeilen. Effectief en aansprekend is zij zeker wel, ook al hield Boundless de spanning niet de volle vijftien minuten vast.
Romig en geraffineerd
Gilbert toonde opnieuw zijn klasse in de Serenade van Bernstein. De verfijnde, romige klank van het strijkorkest vormde een perfecte ondersteuning voor het zangerige spel van Augustin Hadelych. De Amerikaanse violist verving Liviu Prunaru, concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest, die wegens ziekte had moeten afzeggen. Hoewel hij het stuk pas voor de tweede keer uitvoerde, speelde Hadelych uit zijn hoofd. Een prestatie van formaat.
Ook de Vierde Symfonie van Sibelius was een toonbeeld van raffinement. Gilbert introduceerde dit broeierige werk met een paar raak geplaatste kanttekeningen. Zo wees hij op de lichtpunten in het tweede en het laatste deel, die de gangbare opvatting ondergraven dat dit een pessimistisch werk zou zijn. De uitvoering was memorabel. De vele door elkaar kronkelende, licht dissonante thema’s, de Wagneriaanse uitbarstingen, de dreiging van duistere Finse bossen, de dansante lichtvoetigheid, het klonk allemaal als een klok.
Het concert wordt de komende dagen nog enkele malen herhaald. Ik zou zeggen: zorg dat je erbij bent!
Een speellijst vind je hier.
Meer Roukens horen? Amsterdam Sinfonietta start vrijdag 9 februari een tournee met zijn voor strijkorkest bewerkte strijkkwartet Visions at Sea.
In 2016 sprak ik met Roukens over zijn nieuwe Vioolconcert dat hij componeerde voor Joseph Puglia en het Asko|Schönberg. Je leest het hier.