De Grote Zaal van het Muziekgebouw aan ’t IJ is pikdonker. Dan floept een spotlight aan op het eerste zijbalkon rechts. Daar spelen Alexander Sitkovetsky, Maria Milstein, Rosanne Philippens en Jacobien Rozemond drie delen uit Concert voor vier violen van Telemann. Ze eindigen in een freeze, waarna de fluisterzachte, breekbare tonen klinken van Schatten van György Kurtág. We zien alleen de uitvergrote schaduw van cellist Michiel Weidner op het achtertoneel. Zodra hij klaar is, verschijnt het silhouet van Servaas Jessen, die het stuk nog eens uitvoert, in de versie voor contrabas. Dan klinkt opnieuw de levendige barokmuziek van Telemann.
Zo laat Amsterdam Sinfonietta een avond lang muziek en beeld met elkaar vervloeien. ‘De roep van violen’ blijft verrassen, mede dankzij de uitgekiende choreografie en belichting. Solisten, trio’s en kwartetten ‘interrumperen’ vanuit alle hoeken van de zaal het betoog van het strijkorkest. Volkomen organisch weven zij delen uit Kurtágs cyclus Signs, Games & Messages door muziek van Telemann en Vivaldi. Het levert een spannend schimmenspel op, waarbij de raakvlakken tussen klassieke en moderne muziek op poëtische wijze worden uitgelicht.
Gelegenheidsconcertmeester Sitkovetsky heeft een mooie, ranke toon en speelt met veel vuur. Indrukwekkend ook zijn Milstein en Philippens, die als furies hun snaren geselen in het neobarokke Concert voor drie violen van de Finse componist Olli Mustonen. Amsterdam Sinfonietta speelt eveneens op wereldtopniveau. De strijkers hebben een overweldigende inzet, een diep begrip van de uitgevoerde noten en musiceren als één ademend en fraserend geheel. Hoe lastig de soms razendsnelle ritmes ook zijn, alles klinkt spatgelijk – zonder dirigent. Ook de dynamiek is om door een ringetje te halen.
Samen vertellen de musici een verhaal dat je onherroepelijk bij je lurven grijpt. Bij mij komt steevast het Engelse woord ‘elevating’ op. Zij voeren je mee naar hogere sferen, tillen je uit boven de dagelijkse werkelijkheid. Zelfs de wat kleurloze, alle kanten op schietende Serenade in C van Ernö Dohnányi smeden zij tot een aansprekend geheel. Terecht dwong het publiek na afloop met een stormachtig applaus twee toegiften af.
Dit schitterende schimmenspel is vanavond, 7 oktober, opnieuw te horen in de Stadsgehoorzaal te Leiden. Daarna klinkt het in iets gewijzigde vorm in Oostburg en Breda. Ik zou zeggen: zorg dat je erbij bent!