In een tijd waarin stripverfilmingen, superhelden en alternatieve dystopische realiteiten hoogtij vieren, vreesde ik het ergste toen HBO Damon Lindelof’s Watchmen aankondigde. Zelf heb ik geen uitgebreide kennis van Alan Moore en Dave Gibbons’ stripboek Watchmen, maar wel vond ik de film uit 2009 een teleurstelling. Lindelof is de man achter de beruchte serie Lost. Waar de kijker bij Lost soms het zicht op de verhaallijnen kwijtraakte, is het — onderliggende — realisme in Watchmen duidelijk zichtbaar. Watchmen toont een dystopie waarin zowel de held als schurk zich letterlijk en figuurlijk verschuilt achter een masker, maar waar de pijnlijke en confronterende realiteit zich niet laat verbergen.
Ik moet toegeven dat de serie mij op een goede manier heeft verrast. Hoewel ik Watchmen hier en daar betrapte op voorspelbare elementen, zijn de verhaallijnen boeiend. De cinematografie — een visueel hoogstandje — leek soms elementen van Bertolt Brecht’s episch theater te bevatten. Het deed me nadenken over mens en samenleving. Bovendien staat de cast van Watchmen als een huis. Vooral — de voor mij enigszins onbekende— Tim Blake Nelson zette als Looking Glass/Wade een interessant personage neer.
Feit of fictie?
Watchmen’s openingsscène bekeek ik met horror en fascinatie. Was het werkelijk een historische Amerikaans gebeurtenis? Om met de onsterfelijke woorden van Queen’s Bohemian Rhapsody te spreken: “Is this the real life? Is this just fantasy?” Dat is meestal het probleem met film en televisie; de ‘waarheid’ op het scherm vervangt de gebeurtenissen zoals die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het is dan gemakkelijk om zulke scènes als fictief te bestempelen. Vooral in een alternatieve wereld waarin Nixon vijf termen aan de macht is geweest en Robert Redford zijn opvolger was. Na wat onderzoek van mijn kant, bleek HBO’s ‘naspeling’ van de Tulsa Massacre van 1921 helaas een keiharde en verschrikkelijke waarheid te zijn.
Zwart-wit
In de Verenigde Staten schiet een blanke politieagent een donker persoon zelfs in zijn of haar eigen huis dood. Het is geen op zichzelf staande gebeurtenis. Dat racisme een heikel, maar reëel probleem is, laat Watchmen zien. In Moore en Gibbons’s strip was de Koude Oorlog nog Amerika’s grootste zorg. In de serie is dat ‘white supremacy’, oftewel, een organisatie van blanke racisten genaamd ‘Seventh Cavalry’. Een Ku Klux Klan versie 2.0 met hun eigen Rorschach maskers. Lindelof gaf aan in een interview met The New York Times dat er een culturele onrust heerst in Amerika. De reden hiervoor is, voor hem, de angst voor een vergelding.
Ik moest inwendig zuchten toen Watchmen mij een bekende wereld voorschotelde, waarin de betrouwbare politie een niet te winnen en voorspelbare strijd voert tegen het onuitroeibare alt-right. Stereotypen. Goed vs. slecht. Zwart-wit, waar grijs ontbreekt. Wanneer je meer inzicht krijgt in de werkwijze en structuur van de politie, besef je als snel dat in Watchmen niets is wat het lijkt.
Verwijderen van de maskers
In Moore en Gibbons’ Watchmen zijn de gemaskerde superhelden die de wereld en samenleving behoren te beschermen, niet foutloos. ‘Who watches the Watchmen,’ oftewel, wie houdt zicht op de superhelden? In de serie vervullen de agenten de rol van gemaskeerde ‘helden’. Wederom rijst de vraag: wie houdt de politie aansprakelijk voor zijn daden. Wie zit er werkelijk verborgen achter het masker en de gepresenteerde façade? Bij Watchmen kijk je toe hoe het masker langzamerhand wordt verwijderd.
https://www.youtube.com/watch?v=-33JCGEGzwU