Niemand snapt nog waarom de theaters, musea en concertgebouwen dicht moeten blijven, terwijl de winkels en contactberoepen weer volop aan het werk zijn. En terecht: we willen allemaal weer een normaal leven, samen naar de film, dansen bij een tof concert, en slenteren langs kunst in een museum. We hebben ontspanning nodig.
Er is echter ook een keerzijde aan dit alles, want de financiële gevolgen van een snelle heropening zouden weleens heel slecht kunnen uitpakken voor de kunstsector. De kans dat de gebouwen weer volstromen is namelijk klein, zo bleek uit de heropeningen in het afgelopen jaar. Niet alle toeschouwers hebben zin in QR-toegangsbewijzen, vooral ouderen (het grootste deel van het publiek) zijn huiverig, en de anderhalvemeter maakt sowieso de volle zaal tot een verre fata morgana.
Olifant
Publieksinkomsten zullen dus achterblijven en tegelijkertijd is een enorm gebrek aan ervaren personeel ontstaan. De grote olifant in de kamer is het enorme aanbod aan voorstellingen dat eerst zal moeten worden weggewerkt voordat nieuwe makers aan bod komen. Mensen zoeken juist nu zekerheid en zullen niet kunnen kiezen in een enorm aanbod van voorstellingen en concerten dat nauwelijks de kans krijgt in de publieke aandacht te beklijven.
Zo veel aanbod, zo weinig vraag. Op dit moment is er bovendien een opvallende tweedeling. Theaters en concertzalen zwemmen, dankzij de ruime Coronasteun, bijkans in het geld, terwijl zelfstandige acteurs en musici, maar vooral ook zzp’ers in de techniek, ´hospitality’ en logistiek, tot de bedelstaf veroordeeld zijn. Velen zoeken werk elders, of zijn al vertrokken.
Druppel
De eerste steun voor de sector kwam in maart 2020 los na een motie van D66 Kamerlid Jetten (‘steun de culturele sector, met name omdat deze voor 60% uit freelancers bestaat.’). Het was dus de verwachting dat de steun aan de instellingen zou doorsijpelen (‘trickle down’) naar die enorme groep zelfstandigen in de kunst, maar dat is nauwelijks gebeurd. Er zijn positieve uitzonderingen, zoals TivoliVredenburg in Utrecht. Daar is geïnvesteerd in nieuwe projecten, een eigen streamingstudio, een podcastruimte en anderhalvemeterconcerten in de Walk The Line-serie. Zo kon een groot deel van de ‘flexibele schil’ van het personeel aan het werk blijven.
Andere zalen hebben de steun vooral gebruikt om een buffer op te bouwen. Die buffer loopt, gerekend over de sector, in de miljoenen. Geld dat oorspronkelijk bedoeld was om acute nood te lenigen, ligt nu dus klaar als ‘weerstandsvermogen’.
Perfect storm
Het is nu de vraag of die reserve groot genoeg is voor de ´perfect storm’ die na de lockdown wacht. Het is vooral ook de vraag wat de gevolgen waren geweest van het wel actief laten doorsijpelen van die steun naar de zzp’ers die nu de sector (dreigen te) verlaten.
We hebben het onderzocht voor 15 toonaangevende instellingen, op basis van de jaarstukken van vóór corona (2018 en 2019) en het eerste coronajaar 2020. Die zijn openbaar, dus het was een kwestie van de cijfers op een rijtje te zetten. Dat levert het volgende totaalplaatje op:
Resultaat 2018 | Eigen vermogen 2018 | Resultaat 2019 | Eigen vermogen 2019 | Resultaat 2020 | Eigen vermogen 2020 |
€ 1.807.364,00 | € 15.557.021,00 | € 1.624.935,00 | € 17.572.754,00 | € 7.728.719,00 | € 25.231.709,00 |
Het vermogen van deze instellingen is in 2020 gegroeid met bijna € 8 miljoen. Het gezamenlijke resultaat over 2020 was ruim 4 x het resultaat over 2019 en 2018.
Voor de 15 afzonderlijke instellingen is het plaatje als volgt:
De popsector lijkt meer negatieve gevolgen te ondervinden van de coronamaatregelen dan de theaters. Een verklaring hiervoor kan zijn dat poppodia meer omzet en resultaat halen uit de programmering en de extra uitgaven die publiek doet aan horeca. ‘Positieve’ uitzondering is het Nijmeegse popcentrum Doornroosje, dat het beste exploitatieresultaat in zijn recente geschiedenis heeft behaald.
De theatersector heeft daarentegen over de volle breedte ‘winst’ gemaakt in 2020. Programmeren voor theaters kost over het algemeen vooral geld. Het gedwongen opschorten van de programmering heeft alleen daarom al een positief effect op het exploitatieresultaat. De coronasteun van de overheid kwam daar nog bovenop.
Achter de schermen
Voor de podia liep de coronasteun vooral via het Fonds Podiumkunsten. Dat fonds steunde de makers in de sector via de regeling die ‘Balkonscènes’ heet en waar maximaal 7000 euro per project beschikbaar was. Een deel van de ZZP’ers is daarmee geholpen, maar een heel groot deel ook niet. Vooral in de ondersteuning achter de schermen zijn grote gaten gevallen.
Dat bleek eerder al uit onderzoek door Boekman, en is nu ook een opgave voor de Taskforce Creatieve Sector. In december maakte het ministerie van OCW bekend dat er gezocht wordt naar oplossingen. Zou het aanspreken van de opgebouwde reserves aan coronasteun zo´n oplossing kunnen zijn?
Niet verplicht
Volgens Berend Schans, voorzitter van de VNPF, is het laten doorsijpelen van coronasteun naar ZZP’ers niet mogelijk. ‘Het subsidie dat is ontvangen, was uitdrukkelijk niet bedoeld om zelfstandigen te ondersteunen. Dat werd weliswaar in de Tweede Kamer en in de media door bewindslieden en andere betrokken partijen geroepen, politici doen wel meer om goed in beeld te komen, maar het stond niet als zodanig in de Staatscourant. De beleidsinstrumenten ontbraken (en ontbreken) daar eenvoudigweg ook voor.’
‘Ook in de beschikking van bijvoorbeeld de Podia COVID-19 regeling (die pas in juli 2020 duidelijk werd), die liep via het Fonds Podiumkunsten, stond niet dat de middelen aangewend moesten worden voor zzp’ers of andere ketenpartijen. Desgevraagd werd dit door de subsidiënt meer dan één keer bevestigd.’
Hoofdelijk aansprakelijk
Ook wijst Schans op het gebrek aan perspectief voor de popzalen: ´Ingeval van een mogelijk aankomend faillissement is voorzichtigheid wel geboden met het doen van (selectieve) betalingen aan derden. Bij faillissement van een stichting kan de bestuurder namelijk hoofdelijk aansprakelijk zijn.´
Het positieve resultaat is volgens de VNPF in goed overleg met de subsidiënten als reserve op de balans gezet: ‘Het coronavirus trekt zich niets aan van kalenderjaren. Het positieve resultaat dat bij sommigen is ontstaan, is daarom te duiden als een tussenstand, omdat de gevolgen van de pandemie voor de bedrijfsvoering voor de middellange termijn op dit moment totaal niet te overzien zijn. De middelen worden vooral ingezet voor de continuïteit van de organisatie. Het is lang niet overal even duidelijk of er nog terugbetaald moet worden ja of nee. Ook veel definitieve toekenningen van de generieke steunmaatregelen moeten nog definitief worden vastgesteld.´
Weerstandsvermogen
Ook Marijke van der Woude, directeur van Stadsschouwburg De Harmonie, wijst op het dreigende gevaar dat de economie niet zomaar weer op het oude peil zal terugkeren: ‘De Harmonie erkent uiteraard volledig het grote belang van zelfstandige makers, technici en andere professionals voor de culturele sector. Net als de vaste medewerkers van de culturele instellingen zijn deze ZZP-ers een onmisbaar onderdeel van de fijnmazige culturele infrastructuur.´
‘Voor het weer goed kunnen functioneren van de sector is er in de komende periode veel weerstandsvermogen nodig. De hele sector is er bij gebaat dat theaters een stabiele kern van werkgelegenheid blijven bieden, ook aan ZZP-ers. Daarvoor is een verstandig, langjarig financieel beleid noodzakelijk.’
Culturele hoofdstad
´De steun die wij in 2020 hebben mogen ontvangen heeft onze organisatie beslist geholpen. Hierdoor zijn er geen gedwongen ontslagen gevallen en hebben we toen en nu kunnen laten zien dat we paraat staan om steeds, zodra het weer kan, het theater te openen voor ons publiek, voor makers en voor collega-organisaties. Dat zich daaronder een grote groep ZZP-ers bevindt, spreekt voor zich.´
‘De hoogte van de steun die wij ontvingen op basis van de Regeling Podia Covid-19 (en de daarmee samenhangende gemeentelijke matchingsbijdrage) is voor een belangrijk deel bepaald op basis van referentiejaar 2018. Dat jaar was voor ons een topjaar vanwege Leeuwarden Culturele Hoofdstad. Hierdoor was dus ook de in 2020 op grond van deze regeling door ons ontvangen steun relatief hoog.´
Tussenstand
‘Maar bovenal moeten we ons realiseren dat het resultaat 2020 slechts een tussenstand betreft in een pandemie met ongekende gevolgen, waarin wij ons nog steeds bevinden.´
Voor de podiumkunstsector is de toekomst dus allerminst veilig. Een te snelle opening zou weleens veel slechter kunnen uitpakken dan gefaseerd heropenen. De opgebouwde reserves kunnen verdampen voor je er erg in hebt, mede omdat ze niet zijn ingezet om de flexibele schil overeind te houden.
Dat dit voor de zelfstandigen in de sector het gelag alleen maar harder maakt, mag duidelijk zijn.
De 15 onderzochte theaters met de steun die zij ontvingen van het fonds podiumkunsten zijn:
Naam Podium | Toegekend bedrag FPK | Resultaat 2020 |
Paradiso Amsterdam | € 1.000.000,00 | – € 303.000,00 |
Popcluster (013 Poppodium) | € 1.000.000,00 | – € 92.149,00 |
Tivoli/Vredenburg | € 1.000.000,00 | – € 193.014,00 |
Stichting Melkweg | € 933.298,00 | – € 11.000,00 |
Het Concertgebouw N.V. | € 870.331,00 | € 95.416,00 |
De Doelen | € 802.838,00 | € 582.000,00 |
Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw De Vereeniging | € 647.514,58 | € 882.554,00 |
Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede | € 599.234,00 | € 1.043.687,00 |
Parkstad Limburg Theaters | € 581.000,00 | € 804.000,00 |
Doornroosje | € 562.378,00 | € 903.541,00 |
Muziekgebouw Eindhoven N.V. | € 558.536,06 | € 35.958,00 |
Theater Orpheus | € 545.243,00 | € 553.000,00 |
SPOT Groningen | € 500.000,00 | niet gepubliceerd |
Stadsschouwburg en Philharmonie Haarlem | € 491.090,00 | € 890.428,00 |
Theater De Meervaart | € 480.350,00 | € 789.000,00 |
Stadsschouwburg De Harmonie | € 469.978,81 | € 1.311.130,00 |