Je zal maar witte man zijn van zekere leeftijd. Sommigen van ons zijn het zo zat overal de schuld van te krijgen dat ze uit pure wanhoop PVV of erger hebben gestemd bij de laatste verkiezingen. Daarom is het goed dat toneelschrijver Erik Snel, zelf witte man van zekere leeftijd, een stuk heeft geschreven over het archetype van de Nederlandse witte man van zekere leeftijd. Dat stuk, getiteld ‘Dit is van ons’, gaat over de man door wiens tunnels velen van ons dagelijks kruipen, of in wiens straat we de hond uitlaten: Jan Pietersz Coen.
Reinout Bussemaker, een van mijn favoriete acteurs en ook witte man van zekere leeftijd, is de gedroomde vertolker van de gezagsdrager die in het begin van de zeventiende eeuw de handel in peperdure muskaatnoten veiligstelde door de volledige bevolking van Bantam, waar die noten groeiden, middels genocide over te halen niet met de Britse concurrent in zee te gaan.
Van zijn voetstuk
Er staat een standbeeld van ‘zeeheld’ J.P. Coen in Hoorn, een Noord-Hollands stadje dat al zijn historische – en nu toeristische – rijkdom aan hem te danken heeft, en onlangs weigerde excuses aan te bieden voor het slavernijverleden in de Oost en de West. Centrale vraag in de voorstelling die Erik Snel schreef voor Theatergroep Aluin is of het nu niet eens tijd wordt om Coen van zijn voetstuk te trekken.
Om Bussemakers Coen cirkelen drie jonge acteurs, waarvan Susannah El Mecky de belangrijkste rol vervult. Zij is activiste Just die de massamoordenaar-met-standbeeld terughaalt uit 1620, om hem in het Nederland van nu met zijn erfenis te confronteren. De manier waarop ze dat doet is een van de grappiger vondsten in dit stuk van krap zeven kwartier, dat op zoek is naar een balans tussen woede om het verleden en machteloosheid in het nu, terwijl het ook nog eens licht genoeg moet blijven om een modern en overwegend wit publiek niet af te laten haken.
Genocidaal heden
Als schrijver weet Erik Snel vrijwel alles aan te raken wat met onze huidige omgang met het beladen verleden te maken heeft. Hij slaagt er ook in om de twijfel een plekje te geven. Hoe schuldig moeten we ons nu nog voelen over iets dat 400 jaar geleden is gebeurd?
Die neiging om het verleden te bagatelliseren, onder verwijzing naar onze huidige staat van beschaving, haalt Aluin dan weer onderuit door een heldere koppeling met genocidale oorlogen in het heden. We hebben immers nog steeds de neiging om mensen, met wie we een appel te schillen hebben, niet als mensen te zien, maar als amorfe monsters of beesten, dan wel natuurrampen.
Indonesia Roept
Binnen dit alles heeft zeeheld Coen een opmerkelijke rol. We leren hem kennen als een pragmaticus en een plichtsgetrouw ambtenaar, die staand Nederlands beleid uitvoerde en dus geen grensoverschrijdende eenling was. Daarmee sluit de voorstelling naadloos aan op de indrukwekkende serie ‘Indonesië Roept!’ van Hans Goedkoop, die afgelopen september werd uitgezonden. Daarin ontdekt de televisiemaker steeds meer over het werk van zijn opa, die een hoge officier was in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger tijdens de politionele acties in het midden van de vorige eeuw.
Op dit moment wordt onze Tweede Kamer geleid door een partij die de excuses wil intrekken, die de Nederlandse staat inmiddels heeft aangeboden. Men speelt daarbij ook in op de angst die onder vooral witte Nederlanders van zekere leeftijd leeft, dat ‘we’ aan zelfhaat ten onder gaan en onze welvaart moeten inleveren via herstelbetalingen die inmiddels in de honderden miljarden zouden moeten lopen.
Hoe terecht die herstelbetalingen ook zouden zijn, zeker omdat wij in die jaren zulke betalingen zelf wél hebben geëist – en gekregen – van het net onafhankelijk geworden Indonesië, Aluin laat dat antwoord aan ons, het publiek.
Moordend tempo
Als we daar tenminste nog lucht voor hebben, na afloop. Regisseur Victorine Plante zet de voorstelling in met de frisse energie die kenmerkend is voor haar werk bij Aluin, en dat houdt je uitstekend bij de les. Het moordende tempo levert vanaf de start echter ook een oplopende woede op bij de jonge spelers. Die woede is volledig voorstelbaar, en aan het eind komt die ook terecht keihard aan, maar iets meer dosering zou dat einde nog net wat beter laten landen.
We zullen nooit in staat zijn de schade te repareren die ons gedrag in het verleden heeft opgeleverd. Het is iets waar we mee moeten leven. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat niemand ooit nog dezelfde fouten maakt.
Best een klus.