‘Plattenbau’, zegt de chauffeur met enig afgrijzen als we langs wat dichtgespijkerde betonnen portiekflats komen. De door de DDR uit de grond gestampte flatwoningen liggen in Alt Schöndorf, twee kilometer buiten het historische centrum van Weimar. Al jaren dichtgespijkerd, en ook krakers keken er niet naar om. Een gehate erfenis, maar meer door het westen dan door het oosten.
De wijk had zijn eigen samenhang, nu zijn de slechte huizen die er nog staan voor de mensen die je in de binnenstad alleen in dienende rollen aantreft, of in één van de vier falafelrestaurantjes die de binnenstad rijk is: ‘immigranten’.
Schöndorf wordt gerenoveerd, maar dat gaat langzaam. Het geld uit Berlijn gaat volgens de bewoners eerst langs een aantal strijkstokken in het westen voor het bij de stadsvernieuwing in Thüringen terechtkomt.
Veel extremer
Drieëndertig procent van de inwoners van Thüringen stemde afgelopen zondag voor de partij die openlijk nazileuzen voert, en hier vooral bekend is als anti-immigratiefront. Minder dan de 45 procent die ingewijden vorig jaar nog vreesden, maar genoeg om je zorgen over te maken. AfD is vele malen extremer dan onze lichtgewicht varianten PVV en BBB. Toch weiger ik te geloven dat het allemaal nazi’s zijn.
Al wordt dat wel makkelijk gemaakt. Dat AfD immers ook het herdenkingscentrum van Buchenwald wil wegbezuinigen, en vooral internationale kunst nog verder wil beteugelen dan nu al gebeurt, krijgt in Nederland weinig aandacht. Kunstfest Weimar, de reden waarom ik zelf dit jaar voor de derde keer in Thüringen was, merkte dat kunstvijandige sentiment overigens al veel eerder. In 2012 verlaagde de bondsregering de subsidie van ruim 12 naar krap 1 miljoen, omdat internationale kunst een zaak was voor de hoofdstad en behoeftige deelstaten als Nordrhein-Westfalen (NRW), waar de Ruhrtriënnale dit keer wel in de prijzen viel.
Vooral nieuws uit het westen
Vrijstaat Thüringen kon vervolgens alleen doorgaan met steun als alle makers ook uit Thüringen afkomstig waren. Reden waarom het festival overeind gehouden wordt met partners uit andere landen en (deel)staten, van Spanje tot Chili, of het eerder genoemde NRW.
Dit jaar zag ik bijvoorbeeld een anarchistische straattheatergroep uit NRW-cultuurstad Bochum optreden in Alt Schöndorf. Rumpel Pumpel is een grappig clubje parade-achtige artiesten die hun anarchie al hebben opgedaan tijdens de zangles, vroeger, want de liedjes die ze in hun kermisvoorstelling inzetten zijn nogal bewust vals en aritmisch.
Ze willen theaterliefde brengen op plekken waar mensen nooit met theater in aanraking komen, en dat is natuurlijk alleen maar te prijzen. Of dit de methode is? Jeugd- of familietheater kan zoveel beter. Maar misschien zijn we in Nederland verwend.
De kinderen vonden het na afloop in ieder geval leuk om een rondje te draaien in de oude draaimolen. Zou met meer kwaliteit het schaarse publiek op het parkeerplaatsje tussen de dichtgespijkerde plattenbau zich niet serieuzer genomen voelen?
Wij in Rotterdam
Ik vroeg me dat allemaal af toen ik afgelopen week, na terugkeer uit Weimar, bij ‘Wij’ ging kijken. Het is de presentatie van een soort zomerkamp dat Maas Theater en Dans in Rotterdam heeft opgezet. Een grote groep kinderen gaat onder begeleiding van profesionele acteurs, rappers, componisten en vormgevers aan de slag met de eigen fantasie.
Uiteindelijk leverde dat een middag op, waar je als publiek in groepjes uiteen gaat en een serie kleine presentaties meemaakt die de kinderen en jongeren hebben bedacht.
Het is allemaal zuiver, wat er gebeurt. De kinderen zijn niet gedrild, maar hun spontaniteit is door de begeleidende kunstenaars zo ingekleurd, dat het allemaal meer wordt dan de som der aandoenlijke delen. Hier leren kinderen van allerlei lagen en kleuren die in Rotterdam te vinden zijn, wat het is om kunst te maken. Ze leren wat vrijheid is, eigenlijk, en dat gevoel krijg je langs de kant, als toeschouwer, haarfijn mee. En dan blijkt het kwartiertje dat je zelf mee hebt mogen kleien opeens onderdeel te zijn van een grandioos finalebeeld.
Ook hier wordt theaterliefde overgebracht op mensen die daar doorgaans niet zo snel mee in aanraking komen. Ook Rotterdam heeft zijn eigen achterstand, al zit die minder in ‘plattenbau’ dan in oude wijken. Maar zulk zendelingenwerk vereist wel dat je kwaliteit meeneemt. Als die kinderen in Weimar zoiets zouden kunnen doen als ‘Wij’ in het Maaspodium?
Misschien moeten zij in Rotterdam en Weimar eens met elkaar gaan praten.