Twenty-five per cent of people have a room they can no longer enter because it is too full of stuff. This is oppressive and it is no wonder that some resort to the other extreme: radical consumerism. In TROEP, theatre group Firma MES follows Barbara, a woman who wants to live with no more than eight objects. Just like Buddhist monks. This results in a delightful, witty play that is seriously thought-provoking and shows how giving up can become just as oppressive as keeping it.
Een keukentrapje in de vorm van een pandabeer. Een frietzakje van aardewerk in een ijzeren standaard. Een goudkleurig plastic Boeddhabeeldje waar een waxinelichtje in moet. Het is echte troep waar Roos Eijmers, Lindertje Mans en Daan van Dijsseldonk tussen staan op de speelvloer van Theater aan het Spui.
Firma MES is een jong Haags toneelgezelschap, gespecialiseerd in locatietheater en out-of-the-box-concepten, zoals voorstellingen op de Scheveningse pier en in seksclub Mayfair. De laatste tijd houden zij zich bezig met de spullen die mensen vaak ongewild verzamelen. Het leverde al een ruilbeurs voor ongewenste cadeautjes op en één voor kleding. Mans zong bovendien op de Parade liedjes gemaakt van marktplaatsadvertenties (‘Marktplaatsmuziek’). Toen de leden van Firma MES de restanten van een van de ruilbeurzen naar de kringloop brachten, ontmoetten ze Barbara. Deze Haagse vrouw van 42 doekt haar hele inboedel op omdat ze heeft besloten te gaan leven als een Thaise monnik: met niet meer dan acht spullen.
Ugly mug
De acteurs vertellen over hun contacten met Barbara en kruipen af en toe in de huid van de personages. Eijmers wordt Barbara, Mans haar vriendin Wilma die niet weet of ze ‘nog zo’n obsessie van Barbara wel aankan’ en Van Dijsseldonk echtgenoot Rob, die niets begrijpt van Barbara’s probleem en steeds verder buiten haar wereld komt te staan. Daartussendoor spelen de drie ook zichzelf, wanneer ze discussiëren over herkenbare dilemma’s. Is het beledigend om een ongewenst cadeautje van een dierbare gever weg te gooien, of is het juist onbeschoft van de gever om zichzelf via die oerlelijke mok permanente aanwezigheid te verschaffen in jouw kamer? De knappe vervlechting van scènes en discussies geeft Barbara’s lotgevallen de geloofwaardigheid van het ‘waargebeurde verhaal.’
Het thema is voor iedereen herkenbaar. Wat zou je zelf bewaren als je maar acht spullen mag hebben? Telt een paar sokken voor één of voor twee? De acteurs maken elk hun eigen lijstje. Eijmers smokkelt er als negende nog een haarbandje bij ‘als het mag’. Mans: ‘O, dan ik nog die iPhone!’
Clearance coach
TROEP is vaak ontzettend grappig, maar zet ook aan het denken. Wie honderden voorwerpen telt, alleen al in zijn zithoek – ‘waarommmmm,’ neuriën de Thaise monniken als een mantra – kan zich beklemd gaan voelen. De weggooiwoede wordt echter ongemakkelijk naarmate hij dogmatischer wordt. Minstens zo eng als de ontoegankelijk volle kamer is de wel erg opgeruimde opruimcoach (‘als ik ze eenmaal zover heb dat ze hun fotoalbums weggooien, is de rest een peulenschil’).
En daarmee duwt Firma MES ons wezenlijke vragen onder de neus. Is onthechting inderdaad de weg tot een oprechter bestaan, of is het, net als extreme sporten, een uitdaging geworden voor verwende mensen in een uitdagingsloze samenleving? Een allerindividueelste zoektocht naar het allerindividueelste geluk, waaraan anderen mogen worden geslachtofferd? Met die laatste kant wordt Barbara’s man Rob op pijnlijke wijze geconfronteerd als zij besluit dat ze beter zichzelf kan zijn zonder een ander erbij.
Door de manier waarop de acteurs het publiek direct aanspreken en de lichtvoetigheid waarmee zij het thema voor het voetlicht brengen is TROEP een feestelijk en komisch lesje zelfreflectie. Alles wat je een jaar niet hebt aangeraakt moet de deur uit, heeft ook schrijver dezes al vaak te horen gekregen. Maar de dwangmatigheid van het onthechten wekt op den duur irritatie en het is dan ook bevrijdend dat een van de acteurs in een woede-uitbarsting een lans breekt voor het recht om dingen te bewaren. Gewoon, omdat je dat wilt.