Skip to content

Laurence Dale’s Ariadne auf Naxos: een opera vol ongebruikelijke koppels

De grote zaal van het Enschedese Wilminktheater is leeg, net als de orkestbak. Op het immense podium het decor voor de proloog van Strauss’ Ariadne auf Naxos. Theatertechnici bespreken licht- en boventitelingscues, iedereen oogt ontspannen. Ook regisseur Laurence Dale. Het is vier uur vrijdagmiddag, twee weken voor de première op 10 september.

Eerder die vrijdag is de proloog – die bijna de helft van de opera beslaat – met de hele cast gerepeteerd. Het komende uur staat een scène met Der Komponist en Zerbinetta centraal, een scène die in de opera nog geen acht minuten duurt. Hoewel dit een regierepetitie is, neemt ook dirigent Antonino Fogliani zijn plek in als Karin Strobos en Jennifer France het toneel betreden.

Oog voor detail

 “Kindskopf! Merkt auf: wir spielen mit in dem Stück Ariadne auf Naxos.  Das Stück geht so…”

Meteen onderbreekt Dale France, geeft niet alleen gedetailleerde aanwijzingen over waar beide zangeressen moeten staan en hoe te bewegen, maar ook over frasering en tempo.

Zesmaal wordt deze ene zin opnieuw gezongen en bovenal geacteerd, net als vrijwel iedere zin die volgt. Terwijl technici ondertussen onverstoorbaar hun werk doen, valt op hoe Fogliani nauwlettend Dale volgt en notities in de partituur maakt. En erg druk is met zijn mobiele telefoon.

“Dacht je dat hij daarmee bezig was?”, vraagt Dale me later. Als ik beken, schiet hij in de lach. “Hij heeft allemaal vertaal-apps, zodat hij niks mist, daarom kijkt hij daar de hele tijd naar.”

Niet dat dat nodig is, want Dale switcht tijdens de repetitie zelf ook van Nederlands naar Engels en Italiaans. Steeds bloedserieus, maar gelukkig ook met veel humor. Hij gebruikt regelmatig vergelijkingen met ‘populaire cultuur’ om zijn bedoelingen uit te leggen. Wanneer de scène tot in perfectie is doorgenomen, vragen beide solisten om hem nog eenmaal helemaal te doen. En het werkt. Na een uur klinkt het ook zonder orkest prachtig en ziet het er indrukwekkend uit.

ariadne

“Kijk, hier komen de dansers.”

“Kom, dan laat ik je de set even zien,” zegt Dale als iedereen vertrokken is. We lopen door het decor dat vele hoogteniveaus heeft. Eerder liet hij al zien dat elke plaats in de zaal weer een ander gezichtspunt biedt. Dat is altijd zo, maar hier gebeurt ook van alles aan de zijkanten, zodat je om alles te zien de productie eigenlijk meerdere malen moet zien. “Kijk, hier komen de dansers.”

“De dansgroep van Zerbinetta? In de proloog?!”

“Ja, de hele proloog al op het toneel.”

“Maar ze zingen niks, toch?”

“Precies, maar ze zijn er wel. En dat laten wij dus zien.”

Eenmaal achter het decor, blijkt het veel minder diep dan het lijkt vanuit de zaal. Dale neemt tien ferme stappen en grijnst. “Onze Butterfly kwam tot hier.”

Hij blijkt graag over de eerdere producties van de Reisopera te praten. Als ik vertel dat het mozaïek op de vloer me doet denken aan zijn Barbier van Siviglia, wijst Dale aan hoe gemakkelijk het is daar de kruisjes voor de positie van de solisten in te plakken zonder dat ook maar iemand in het publiek ze kan zien.

Spraakwaterval

In de twee uren die volgen toont Dale zich een ware spraakwaterval. Hij praat, naast over deze Ariadne, ook honderduit over eerdere regies, de een meer geslaagd dan de ander, en ontpopt zich als een wandelende opera- en regie-encyclopedie.

Verwonderlijk is dat niet: Dale mag tegenwoordig vooral regisseur zijn, hij heeft ook een roemruchte carrière als zanger. En dirigeren doet hij ook steeds vaker.

Die enorme ervaring werpt zijn vruchten af, maar leidde ook wel eens tot conflicten. Zo was zijn allereerste Ariadne geen onverdeeld genoegen. “Het was niet goed gecast en de dirigent stond erop vast te houden aan een traditie die er in de eeuw na de première was ingeslopen maar die niet in de partituur te vinden is.’

De befaamde opname van Von Karajan komt ter sprake, door platenmaatschappij EMI opgenomen in ‘great recordings of the century’.

“Vreselijk toch? Maar iedereen heeft hem.”

En inderdaad, ook ik heb die opname in huis.

“En? Luister je er wel eens naar?”

Zang, dans, video

We vinden elkaar in de opname van Sinopoli. Een live opname, meende ik me te herinneren, maar Dale corrigeert me en geeft gelijk aan waaraan je dat kunt horen: “der Haushofmeister.”

En hij vervolgt: “Een rol die standaard door een oudere zanger wordt vertolkt. Wij hebben juist een hele jonge. Dat verandert de dynamiek tussen hem en zijn werkgever meteen. Strauss schreef het als een spreekrol, maar niet zonder meer. Het zingen gaat over in praten en weer in het zingen. In onze productie speelt bovendien dans een belangrijke rol. Ook de zangers gaan dansen. En dan hebben we na de pauze ook nog eens die prachtige videoprojecties.”

ariadne-3

Eén nieuw glorieus kunstwerk

We krijgen het vervolgens over alle ongebruikelijke koppels in de opera: de componist en Zerbinetta; de tenor en sopraan, die vooral aan een ruziënd stel doen denken; de rijke kunstverzamelaar met een obsessie voor Bacchus en zijn huismeester; en dan natuurlijk ook nog Ariadne en Bacchus, die centraal staan in de eigenlijke opera na de proloog. Over het goddelijke, de opzettelijk onmogelijk regieaanwijzingen van Strauss en zijn librettist Hugo von Hoffmannstahl en over hoe die ene scène die ik eerder in repetitie zag misschien wel de sleutelscène van de hele opera is.

“De opera wordt vaak gezien als een conflict tussen hoge en lage cultuur, tussen de componist en het dansmeisje, maar zo zie ik dat niet. Uiteindelijk resulteert het samenkomen van die verschillende culturen in één nieuw glorieus kunstwerk. Deze opera gaat niet over conflict, maar vooral over hoe totaal verschillende mensen bij elkaar komen.’

Wie betaalt, bepaalt?

Een week later stuurt Dale me een bericht: “We hebben nog niet eens gesproken over de rol van een Mecenas in Ariadne en over hoe dat zich verhoudt tot Rijkssubsidies nu – ook dat zit in de proloog.”

Ik herlees het libretto, vind weer nieuwe details en weersta de verleiding nieuwe vragen te stellen. Na de première, misschien…

Good to know
Details en speeldata van deze voorstelling zijn te vinden via deze LINK

Henri Drost

Henri Drost (1970) studied Dutch and American Studies in Utrecht. Sold CDs and books for years, then became a communications consultant. Writes for among others GPD magazines, Metro, LOS!, De Roskam, 8weekly, Mania, hetiskoers and Cultureel Persbureau/De Dodo about everything, but if possible about music (theatre) and sports. Other specialisms: figures, the United States and healthcare. Listens to Waits and Webern, Wagner and Dylan and pretty much everything in between.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)