Leven, lijden en kunst. Iggy Pop, ‘Godfather of Punk’, heeft precies de goede verweerde kop om ons in To Stay Alive – A Method door Michel Houellebecqs befaamde essay Rester vivant (1991) te leiden. Houellebecq houdt levensmoede dichters voor dat schrijverschap een manier kan zijn om jezelf aan de haren uit de waanzin te sleuren. Ga dapper door, is de boodschap die nu is verfilmd door Erik Lieshout, met Arno Hagers en Reinier van Brummelen als co-regisseurs. Met belangrijke rollen voor de ervaringsdeskundigen Anne-Claire, Jérôme en Robert, drie mensen met psychische problemen die in schrijven en schilderen nieuw houvast hebben gevonden. Donderdag 2 februari in de bioscoop.
De ondertitel is A Feelgood Movie About Suffering. Bespeuren we daar enige ironie, vragen we regisseur Lieshout.
‘Zeker. Aan de ene kant is het allemaal bloedserieus, maar er zijn ook genoeg redenen voor relativering, zoals Houellebecq in zijn teksten ook doet. Het lijkt of het in stenen tafelen gebeitelde wijsheden zijn, maar daardoor is het ook wel grappig.’
‘Hij kan twee registers bespelen, serieus zijn en de draak met zichzelf spelen. Het kan allebei waar zijn. Het is beslist niet allemaal ironie, maar hij verpakt het soms zo. Hij vindt zichzelf niet geweldig. Dat vind ik ook wel prettig aan hem, dat maakt dat hij dichtbij komt. Hij schrijft over het leven. Het hoeft niet voor de eeuwigheid te zijn. Hij schrijft voor vandaag.’
Dichters, val aan!
De ontmoeting die Michel aan het eind van de film heeft met Iggy Pop oogt aan de ene kant heel serieus en aandoenlijk direct, maar je proeft ook dat het een spel is.
‘Het is iets dat ook in zijn boeken zit en waar ik voor gevallen ben. Uiteindelijk is die hele scène door mij van tevoren uitgeschreven, op basis van Michels werk en wat Iggy mij heeft aangereikt. Je mag er om lachen, maar het gaat wel ergens over.’
‘Zo hadden we natuurlijk van Anne-Claire, Jérôme en Robert loodzware verhalen kunnen maken, maar het is geen film over probleemgevallen. In overleg met Michel hebben we wel gekozen voor figuren die behoorlijk marginaal zijn, zodat het een mooi proces is als ze daar langzaam uitkomen door het maken van gedichten en schilderijen. Maar het zou iedereen kunnen aanspreken die voelt dat hij gevangen zit in een leven dat niet zijn eigen keus is. Zoals je wel ziet op grote kantoren, wat ik intensieve menshouderij zou willen noemen. Misschien kan je dan na het zien van de film een soort bevrijding voelen en op het idee komen je haar los te gooien en er iets van te maken. Vandaar aan het eind de strijdkreet “Dichters, val aan!”. Dat geldt niet alleen voor dichters. Zeker in deze tijd.’
Was dit de eerste keer dat Iggy Pop en Michel Houellebecq elkaar in levenden lijve ontmoetten?
‘Mijn documentaire Laatste woorden was in 2009 al een voorstudie voor To Stay Alive. Ik wist dat Michel een enorme fan van Iggy was. Hij kocht zijn eerste plaat van Iggy Pop toen hij 16 was en bij zijn grootouders woonde. Zijn vader en moeder hadden geen zin meer om hem op te voeden. Die wilden aan hun eigen ontwikkeling werken. Je kan je voorstellen hoe verschrikkelijk dat was. “Toen ik die plaat hoorde wist ik dat ik niet langer alleen was”, heeft hij gezegd.’
Windkracht 6
‘Daarom heb ik toen Iggy Pop gevraagd of hij muziek wilde maken voor Laatste woorden. Ik had het grote geluk dat Iggy net in een hotel in Normandië Houellebecqs The possibility of an Island had gelezen. Hij bleek heel geïnteresseerd. Toen hij me terug belde zeilde ik op het IJsselmeer, wat een unieke ervaring opleverde. Een uur lang met Iggy aan de telefoon bij windkracht zes.’
‘Iggy schreef toen een aantal nummers voor mijn film, en bij het concert waar hij die voor het eerst live speelde heb ik Michel aan Iggy voorgesteld. Daarna zijn we Parijs ingegaan en heb ik ze verlegen om elkaar heen zien draaien. Ze hebben van elkaars kunst geleerd. Ik dacht toen al: daar moeten we meer mee doen. En dat is deze nieuwe film geworden.’
Politiecordon
‘Michel en Iggy hebben er allebei creatief aan meegewerkt. Iggy kwam bijvoorbeeld met een oude opname van het nummer Open Up and Bleed, dat gaat over een moeilijke periode die hij doormaakte. Hij woonde in een trailerpark en was er psychisch slecht aan. Hij heeft zich toe aan zijn eigen haar omhoog getrokken. Vanuit innerlijke noodzaak is hij de muziek gaan maken waarmee hij de basis voor de punk legde. Michel heeft zich op een soortgelijke manier door schrijven uit het moeras gewerkt.’
‘Als we voor de casting mensen opzochten was dat een heel spektakel. Michel heeft Sousmission geschreven, en hij stond op de cover van Charlie Hebdo ten tijde van de aanslag, dus sindsdien heeft hij bescherming. Dat had als kolderiek gevolg dat als we mensen wilden spreken we daar met een compleet politiecordon voor de deur stonden.’
Het is Iggy die in de film optreedt als verteller, niet Michel zelf.
‘Iggy is een heel goede verteller met een vaste stem en Michel niet. Nog buiten het feit dat Michel het gewoon niet wilde doen. Hij wil niet te dicht in de buurt van zijn eigen biografie komen, dat is een soort zelfbescherming. Dat is ook de reden waarom hij in de film niet zichzelf speelt, maar een personage dat heel dicht bij hem in de buurt ligt. Wat we zien is eigenlijk een speelfilmscène die verwijst naar Michels echte werkelijkheid. Misschien zijn we op deze manier nog wel dichter bij die werkelijkheid gekomen. De echte gesprekken tussen Iggy en Michel gaan trouwens ook veel moeizamer dan wat we in de film zien, vanwege het respect dat ze hebben voor elkaar.’
Er is veel aandacht besteed aan de fotografie, de enscenering en de cameravoering. Het is bijna speelfilmachtig. Het stijgt uit boven een doorsnee documentaire. Was dat een bewuste keus?
‘Ja, ik had zelfs een echte speelfilmversie geschreven. We hebben heel lang getwijfeld of het een speelfilm moest worden of een documentaire. Nu is het een tussenvorm. We verfilmen een bestaande tekst die al vastligt, en daarbij maken we gebruik van elementen uit het echte leven. Van de verhalen van Anne-Claire, Jérôme en Robert hebben we die onderdelen gebruikt die ons van pas kwamen. Ik denk dat het een interessante en levendige vorm is. Als Jérôme huilt is dat echt, maar er is ook veel stilering. Zo kan je een soort frisheid krijgen die je in speelfilms alleen met heel goede acteurs bereikt.’
Het mooie van de bijdragen van Anne-Claire, Jérôme en Robert is dat ze laten zien dat de tekst van Houellebecq voor meer mensen geldt.
‘Ja, dat vind ik het fantastische van goeie kunst. Juist als je schrijft over wat heel diep in jezelf is blijkt het voor meer mensen te gelden. Ik heb gemerkt dat mensen er echt door geraakt worden. ‘Een louterende ervaring’, heb ik al gehoord.’
Jezelf opnieuw uitvinden
At Rester vivant stelt Houellebecq dat alleen rechtstreeks vanuit een emotie werken tot iets waarachtigs leidt. Heeft zoiets ook bij het maken van de film gespeeld?
‘Jazeker. Waarom ik zo door dat boek werd aangetrokken weet ik niet precies, maar ik voelde dat ik er iets mee moest doen. We zijn bij het draaien behoorlijk intuïtief te werk gegaan. Bij het monteren hebben we niet het schema van het scenario vastgehouden maar ons altijd afgevraagd: welke scène zou nú mooi zijn.’
‘Het heeft ook met mijn eigen ervaringen met psychische klachten en drugs te maken. Het had me bijna op de knieën gekregen, maar gaandeweg heb ik mezelf, onder meer door het maken van films, opnieuw weten uit te vinden. De psychiater die kort in de film zit vertelde me dat als mensen een zware crisis doormaken het voorkomt dat hun zelf wordt uitgewist. Ze zijn weer als een baby. Die beseft dat hij bestaat als hij zijn eerste gehuil hoort. Volwassenen kunnen een nieuwe identiteit creëren door hun eigen verhalen, films of boeken te maken. Je kan jezelf opnieuw uitvinden.’
‘Mijn problemen waren niet zo heftig als die van Michel, die er bijna aan onderdoor ging, maar het deed me wel iets, zoals hij de gruwelijkheid van het leven beschrijft met toch licht aan het eind van de tunnel. Ga door! Wees niet bang, het ergste heeft u achter de rug. Vandaar: ‘Dichters, val aan!’ Het is niet echt een happy end, want je weet niet hoe het verder zal gaan, maar het heeft iets pamflettistisch. Geef niet op, ga door. Dat vind ik in de huidige tijd een oproep waar ik helemaal achter sta.’