Hij is een getormenteerde, eenzelvige en tegendraadse kerel, maar ook een van de beste rechercheurs die het politiecorps van Oslo rijk is. En: een zeer geliefd personage. Harry Hole is terug, in de nieuwe thriller De dorst van Jo Nesbø.
Of het interview een paar uur later kan, want hij heeft last van een jetlag. De populaire Noorse bestsellerauteur Jo Nesbø (1960) is net terug van een tournee van een paar weken door de Verenigde Staten, en over een paar dagen gaat hij alweer op de volgende tournee, maar dan met zijn band Di Derre. Want naast thrillerauteur en jeugdboekenschrijver is Nesbø ook nog popmuzikant. Niet zo gek dus dat het al bijna onmogelijk was een gaatje te vinden in de overvolle agenda van de Noor.
Tussendoortje
Hoe kom je nog aan schrijven toe met zo’n druk schema?
‘Gelukkig kan ik op elk moment en op elke plaats schrijven. Toen ik begon met schrijven, beschouwde ik het als iets wat ik deed als ik even niets anders te doen had, en in zekere zin is dat nog steeds zo. Wat overigens niet betekent dat het geen prioriteit heeft – ik bedoel alleen dat het een bezigheid is tussen de andere dingen in mijn leven door. Zoveel zijn dat er niet: rotsklimmen, met de band spelen. En ik heb een dochter. Dat is het wel zo’n beetje.’
Thirst is alweer de elfde Harry Hole-thriller. Zei je bij de vorige niet dat het einde van Harry Hole in zicht begon te komen?
‘Dat klopt, en dat zeg ik al een tijdje. Nadat De schim verscheen in 2011, een boek dat eindigde met een cliffhanger, vroegen mensen me steeds of het voorbij was met de serie. Er komt zeker een einde aan, maar dat betekent niet dat er niet nog een paar boeken in zitten. Dat de vorige Harry-roman Politie alweer van vier jaar geleden is, komt omdat ik allerlei ideeën had voor andere verhalen, zoals Bloed op sneeuw and Middernachtzon. Die moesten gewoon eerst. Het voelt niet alsof ik nu ben teruggekeerd naar Harry Hole – hij is er voor mij al die tijd geweest, evenals het idee dat aan dit boek ten grondslag lag.’
Geen alter-ego
Heb je van zo’n figuur als hij af en toe even een pauze nodig?
‘Ja, want het is een donkere wereld en Harry is een intens personage. Hij is zo’n vriend met wie je graag een weekendje optrekt, maar van wie je niet wilt dat hij op maandag alweer langskomt.’
Beschouw je Harry als een soort vriend?
‘Ja, toch wel een beetje, denk ik. In elk geval is hij iemand die ik heel goed ken. Het onvermijdelijk dat een hoofdpersonage veel van jezelf meekrijgt, maar Harry is niet mijn alter-ego. Hij heeft een veel dramatischer leven dan ik. Ik herken wel iets in zijn melancholie, maar niet in zijn zelfdestructieve kant. Voor mij is Harry als een kamer in mijn appartement, waar ik op elk gewenst moment kan binnenwandelen maar ook de deur van dicht kan trekken. Soms wil ik daar even niet zijn, maar ik moet er wel af en toe naar binnen.’
Vampirisme
De dorst gaat over vampirisme. Bestaat dat echt?
‘Ja. Ik deed research voor een van mijn andere boeken, een stand alone, en was afgedaald in de donkere krochten van de psychiatrie toen ik het onderwerp tegenkwam. Aanvankelijk was met name gefascineerd door de term “klinische vampirisme”, door e combinatie van dat heel wetenschappelijke woord “klinisch” met “vampirisme”, dat meer een legende-achtige connotatie heeft. Er bestond ook nog een andere naam voor: Renfield’s Syndroom, en Renfield is natuurlijk een personage uit Dracula. De benaming is bijna een vermenging van werkelijkheid en fictie op zichzelf. Zelfs het eerste artikel over deze aandoening refereerde aan fictie.
Daarom begon ik me erin te verdiepen: waar gaat dit over, die mensen die de noodzaak voelen om bloed te drinken? In de geschiedenis van de misdaad vind je seriemoordenaars die als klinisch vampirist zijn gediagnosticeerd, al is het een controversiële diagnose en zullen niet alle psychiaters onderschrijven dat vampirisme überhaupt bestaat. In mijn boeken maak ik niet per se gebruik van true crime om criminelen te beschrijven. Het vampirisme staat eerder symbool voor menselijke gevoelens. Het is een metafoor voor een monster. Zoals de film Jaws ook niet zozeer over de haai gaat – die is eigenlijk het minst interessante personage. Het draait om het feit dat de andere personages in het boek het hiertegen moeten opnemen. De emoties en drijfveren die het bij Harry blootlegt zijn belangrijker dan de vampirist op zich.’
De aard van het Kwaad
Het verhaal is soms nogal gruwelijk. Wat doet het met je om langdurig in zo’n duistere wereld te verkeren?
‘Dat is geestelijk heel uitputtend en eist z’n tol, dus daarom moet ik er af en toe echt even uit weg. Het is geen wereld waar ik graag ben, al is er blijkbaar een reden dat ik er wel steeds naar terugkeer – om de aard van het Kwaad te onderzoeken. Ik besef trouwens heel goed dat schrijven daarover volledig in het niet valt bij ermee moeten dealen in de realiteit, zoals een psychiater, gevangenisbewaarder of politieagent doen. Als ik de deur van die kamer achter me dichttrek, is die wereld even weg. Mensen die in het dagelijks leven écht met zulke zaken te maken hebben, hebben die luxe niet.’
Naast de jacht op een seriemoordenaar draait het, zoals ook in veel van je je eerdere boeken, om vader-zoonrelaties. Waarom houdt dat je zo bezig?
‘Dat is inderdaad een terugkerend thema in mijn boeken. In De zoon wist ik van tevoren dat de vader-zoonrelatie de kern van het boek zou gaan vormen, maar bij de Harry Hole-serie duikt het steeds weer op zonder dat ik weet waarom. Ik had zelf een hechte relatie met mijn vader. Hij stierf toen ik 34 was, voor mijn gevoel nog veel te vroeg. Dus misschien schrijf ik over getroebleerde vader-zoonrelaties om uiting te geven aan het verlies? Ja, wellicht is dat wel waar het écht over gaat: het verlangen naar een vader.’