Vandaag moet ik schrijven over A.L. Snijders, de totaal eigenzinnige uitvinder van het Zeer Korte Verhaal. Ik bewonder zijn werk sinds ik het ontdekte via Vrijstaat Austerlitz (1997-1999), een literair tijdschrift dat slechts vier keer is verschenen. Dat zijn waarschijnlijk de beste literaire tijdschriften, hoe minder nummers ze beslaan hoe beter. Arjan Witte en Tommy Wieringa, twee van de oprichters van het blad, wisten toen al hoe goed hij was.
Een jaar of vijftien later schreef ik hem een brief vanuit een auto met drie vrouwen erin, van wie één nog ongeboren.
25 januari 2015
Utrecht
Waarde A.L. Snijders,
Vanmiddag strandde ik, drie kwartier voordat de zon onder ging, met de auto in een woonwijk nabij Scherpenzeel. Met de verblindende winterzon pal in mijn gezicht durfde ik niet verder te rijden, ook omdat ik een huilende dochter van bijna drie en mijn hoogzwangere vriendin bij me had. We parkeerden in de schaduw van een doorzonwoning en wachtten tot de zon laag genoeg stond om verder te rijden. Er was niets in de buurt dat de moeite van het uitstappen waard was – het was een woonwijk waar alleen de mensen die er wonen, iets te zoeken hebben. De auto werd een ruimteschip, de woonwijk een vijandige planeet.
Zo voelt een vampier zich dus, dacht ik. Je belandt elke ochtend opnieuw ergens waar ze je niet moeten, en daar moet je dan wachten op het doodgaan van het licht.
De gedwongen schaduwtijd gaf wel de ruimte om dit bericht te schrijven, hoewel ik het nu pas afmaak, het is na elven, terwijl ik naar Radio 1 luister.
Ik vroeg hem of hij wilde optreden tijdens de presentatie van mijn verzamelde gedichten in 2016 in Theater De Kleine Komedie. Indertijd heb ik hemel en aarde bewogen om het te laten uitgeven op hetzelfde papier van zijn prachtige uitgaves bij AFdh, een uitgeverij die ooit is opgezet om zijn ZKV’s uit te geven zoals het label Excelsior werd opgericht om het tweede album van de band Daryll-Ann uit te geven, uit liefde.
De papiersoort heet Munken Pure of Greentop, dat weet ik niet meer zeker. Ook weet ik niet meer zeker of mijn uitgever gehoor heeft gegeven aan mijn verzoek, vijf jaar later was ik zelfs vergeten dat ik daar ooit belang aan had gehecht.
Ik weet nog wel dat A.L. Snijders kwam, voordroeg en met één wenkbrauw de show stal.