De Volkskrant bracht op 18 mei van dit jaar een primeur over stakingen en uitval onder het technisch personeel bij ’s lands grootste gezelschap: ITA. In Trouw luidden op de zelfde dag de verenigde theaterdirecteuren (VSCD) de noodklok over het gebrek aan technici. Het is zelfs zo erg “dat voorstellingen afgelast moeten worden”. Twee redenen worden vooral genoemd: technici hebben de sector verlaten omdat er geen werk was in coronatijd en er zijn te veel voorstellingen, omdat veel doorgeschoven is.
Dit klinkt heel logisch, maar er is toch wel meer aan de hand. De huidige crisis heeft er zeker ook mee te maken dat veel directies deze met hun eigen beleid in de hand hebben gewerkt. De podiumsector is immers ruimhartig ondersteund door de overheid. Dat was bedoeld om ervoor te zorgen dat de sector in leven zou blijven en vooral wendbaar en weerbaar uit de crisis zou komen.
Positief saldo, personeel weg
De sector is inderdaad in leven gebleven, maar met de wendbaarheid en weerbaarheid is het slecht gesteld. Heel veel theaters hebben ervoor gekozen om voorstellingen te annuleren en door te schuiven. Het werk lag dus stil, de – vaak freelance – technici zaten werkloos thuis. Ook al werden ze soms via speciale regelingen gecompenseerd, werkloos thuis zitten past niet bij de harde werkers in het theater, waar soms werktijden van 12 uur per dag gelden.
Het inkomenseffect voor artiesten was nog veel groter. Het resultaat is bekend: theaters kwamen soms met een flink positief saldo uit de coronacrisis. We constateerden een ruime verdubbeling van het eigen vermogen in de sector. In goed nederlands: het geld klotst tegen de plinten op.
Investeringen bleven uit
Het geld is niet geïnvesteerd. Van innovatie is geen sprake geweest. De theaters hebben collectief de zaak op slot gedaan. Er zijn wel positieve uitzonderingen. Het Utrechtse TivoliVredenburg heeft bijvoorbeeld druk geëxperimenteerd met nieuwe vormen van programmering,
Eerder brachten we ook het verhaal van het Wilminktheater in Enschede, dat stevig heeft ingezet op eigen producties. Zelf heb ik, als directeur van Concordia, ook in Enschede, ervoor gekozen volledig digitaal door te gaan. Inmiddels experimenteert mijn opvolger met het interactief maken van de bij hen verplichte livestreams.
Leren van elkaar
Als de andere theaters tijdens de corona-crisis ook door waren gegaan en innovatieve manieren hadden onderzocht was de sector als geheel sterker geworden en had men van elkaar kunnen leren.
Theatertechnici hebben nu ontdekt dat andere sectoren op hen zitten te wachten. Als je moet kiezen tussen een baas waar je weggestuurd werd toen het even tegen leek te zitten en een baas waar je met open armen ontvangen bent, is het niet moeilijk te voorspellen wat er gebeurt.
De directeuren zouden beter moeten weten
Het overschot aan aanbod dat nu op het publiek wordt afgevuurd zorgt daar bovenop voor werkdruk. Het is ook niet publieksvriendelijk. Je weet als bezoeker van gekkigheid niet wat je moet kiezen, en als je gekozen hebt is de voorstelling van je keuze alweer weg. Theater is uit je systeem verdwenen. Het publiek heeft alternatieve tijdsbestedingen gevonden.
De theaterdirecties die hun geld hebben opgepot tekenden daarmee hun eigen brevet van onvermogen. De VSCD zou beter moeten weten. Keuzes uit het verleden geven duidelijke effecten in de toekomst.
Nu voorbereiden is noodzaak
Maar het is nog niet te laat. We zijn, naar algemeen te vrezen valt, nog niet van de pandemie af. Er zullen nieuwe coronagolven komen. Gebruik daarom het opgepotte geld om mensen echt aan het werk te houden, bedenk hoe je kunt vernieuwen en bind het publiek aan je met nieuwe manieren om verhalen te vertellen.
Het is mooi om te zien dat er een paar witte raven zijn, die wel technici en zzp-ers in dienst gehouden hebben, maar mijn eigen constatering is dat zalen en ook producenten massaal zzp-ers en (dom, dom, dom) ook vast personeel op straat hebben gezet, en vervolgens wel allerlei compensatie in ontvangst hebben genomen.
De sector is totaal ziek en hangt al jaren van subsidie-mazzeltjes aan elkaar.
En na 2 jaar gedwongen navelpluis pulleken, gaan we gewoon weer op dezelfde manier verder: zoveel mogelijk vooestellingen boeken en de rekening van de te lege zalen als een hete aardappel doorschuiven naar de leverende danwel afnemende ‘partner in business’.
Wanneer gaan we nu eens de handen uit de mouwen steken om dit gezamenlijke systeemprobleem (ja, dat is het wel, geen uitdaging, geen incidentele tegenwind, geen externe extremiteit) zelf op te lossen ?
Hallo Ineke en Angelique
Dank voor jullie reacties; de wereld is inderdaad genuanceerd.
Het werven en vasthouden van personeel heeft te maken met waardering, perspectief, werksfeer, ontwikkel-mogelijkheden, woonomgeving (probeer Twente eens ;-)) en, tot op zeker hoogte, met beloning. Met het laatste alleen los je de problemen niet op.
Concurrentie binnen de sector is killing en doet geen recht aan de publieke functie en financiering van de culturele sector.
ITA heeft inderdaad flink geïnvesteerd, maar weigert om deze kennis echt te delen.
Klotsen is een niet nauw gedefinieerd begrip, maar ook Theater Zuidplein heeft haar vermogen zien groeien in 2020, met ongeveer 400K (zie https://anbi.nl/wp-content/uploads/stichting-theater-zuidplein/Jaarverslag-2020_THeater%20Zuidplein_def.pdf ). Heel goed dat jullie de technici in dienst hebben kunnen houden.
Ik ben echt geschrokken van de verhouding “klagen / innovatie / financiële resultaten” die onze sector heeft laten zien de afgelopen jaren.
Ha Willem Jaap,
Ik denk dat je voor een deel gelijk hebt. Als het fout gaat ligt het uiteindelijk altijd aan de keuzes die een directeur maakt. Tegelijk is het ook te makkelijk. Ik denk dat een combinatie van jarenlang teveel druk op mensen leggen, altijd maar flexibiliteit verwachten en daar weinig waardering tegenover zetten iets doet met mensen. Dat kan best lang goed gaan als mensen met plezier naar hun werk gaan, maar de lockdowns hebben voor rare bij effecten gezorgd. Inderdaad, veel technici zijn ander werk gaan doen, nieuwe technici hebben geen kans gehad te ontdekken hoe leuk onze sector eigenlijk is, dus weinig nieuwe aanwas, alle voorstellingen zijn in dit laatste half jaar gepropt, mensen moeten te lange dagen maken omdat er te weinig collega’s zijn, het pariteitsbeginsel wordt vaak noodgedwongen losgelaten, dat probleem komt bij de ontvangende theaters terecht. Allemaal druppels die samen een te volle emmer maken. Zegt de vrouw die al 22 jaar met een theatertechnicus (en sinds kort getrouwd) is.
Dat ‘geld dat tegen de plinten op klotst’ dat herken ik in mijn eigen theater dan (helaas?) weer niet, en in mijn stad volgens mij ook niet direct. Ik zie wel de idiote gevolgen ervan die de sector door elkaar schudden (“ik verdubbel je dagprijs als je dat tourtje afzegt en bij mij komt werken”). We concurreren elkaar nog kapot.
Bij Theater Zuidplein hebben we gelukkig iedereen in dienst kunnen houden en zoveel mogelijk werk geprobeerd te creëren door ZZP technici op alternatieve manieren in te zetten. Ondanks dat we door omstandigheden (nieuw pand) geen aanspraak konden maken op NOW. Wij hebben die keuze gemaakt, en ik ben heel erg blij met en trots op de technici van Theater Zuidplein dat ze kans hebben gezien deze ellende te ‘overleven’. Dat wij net een mooi nieuw theater hebben heeft daar vast bij geholpen, maar ik denk dat het voor veel theaters simpelweg niet mogelijk was om iedereen in dienst te houden.
Ik vind je pleidooi voor meer inzetten op innovatie mooi, maar ik meen begrepen te hebben dat juist ITA een van de eersten was die een enorm bedrag investeerden in live-streaming. Dat heeft bij ITA kennelijk niet geholpen om de crisis te bezweren, en heeft blijkbaar weinig betekend voor de sfeer, de werkdruk etc.
Het is altijd makkelijk om achteraf vingers op zere plekken te leggen, maar ik sta niet graag in de schoenen van de directeuren die dit op moeten lossen. Er zijn radicalere keuzes nodig, vanuit de overheid en vanuit de sector zelf.
Dag Willem Jaap,
Ik ben na het lezen van jouw betoog waarin je de nadruk legt op werk versus geen werk met als gevolg leegloop, benieuwd of jij, en ook de collega’s die nieuwe wegen hebben gezocht, geen last hebben van vacatures in hun TD-ploeg? Het lijkt alsof dit een rechtstreeks verband heeft met elkaar, maar dat is niet wat ik zie en ervaar. Ook bij (meer dan voldoende) werk is het lastig om nieuwe vacatures, wat ook door natuurlijk verloop ontstaat, in te vullen. Ik zie aldus een relatie tussen werk – beloning.
Comments are closed.