Sommigen vinden dat dans niets met politiek te maken heeft. Daar denkt de Duitse theatermaakster Helena Waldmann duidelijk anders over. Waldmann maakt maatschappelijk geëngageerd danstheater en wijst met haar werk naar de ‘social sore spots’ van verschillende culturen en ziet daarin transculturele overeenkomsten.
Made in Bangladesh is een beklemmende en aangrijpende voorstelling waarin een parallel wordt getrokken tussen de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in Bangladesh en die binnen dansgezelschappen wereldwijd. In de foyer van het Zuiderstrandtheater grijpt de Wereldwinkel deze opvoering aan als een kans om handtekeningen te verzamelen van het binnendruppelende publiek: zij roept de gemeente Den Haag op om geen producten van kinderarbeid toe te laten. Het theater wordt politiek speelveld.
Twaalf khatakdansers uit Bangladesh voeren in Made in Bangladesh een hedendaagse choreografie uit van Waldmann. De gecompliceerde staccato ritmes van khatak dienen als choreografische reflectie van het ritme van de naaimachine. De dansers staan in traditionele kledij op een rij voor op het toneel, terwijl de op de grond bevestigde microfoons het geluid van hun stampende voeten versterken. Achter hen worden beelden van ritmisch heen en weer bewegende naalden van naaimachines op een groot doek geprojecteerd.
Later staan de uitvoerenden op kleur gesorteerd in een 4-4-3-1 opstelling ritmisch en razendsnel te draaien, als klosjes garen op een naaimachine. Achter hen wordt een tabel geprojecteerd die aangeeft of ze hun targets halen. Ze moeten 100 kledingstukken per uur naaien, anders krijgen ze geen lunchpauze. En wie geen lunchpauze heeft mag niet naar het toilet! Niemand haalt de target. In de 30 minuten dat de dansers bezig zijn heeft volgens de projectie een naaister in Bangladesh 30 eurocent verdiend, terwijl een handelaar in Duitsland voor vele duizenden euro’s aan kleding verkocht.
Een harde knal klinkt ineens door de zaal. Dan de bekende World Press Photo van Taslima Akhter: Final Embrace. Een referentie naar de ineenstorting van een kledingfabriek in de buitenwijken van Dhaka, Bangladesh, in 2014. Het volume van de soundscape van stadsgeluiden en toeterende auto’s wordt geleidelijk opgeschroefd. De dansers rennen in paniek rond. Een brok in mijn keel. Tranen rollen over mijn wangen. Maar net als ik me voorneem nooit meer kleding te kopen die uit zulke fabrieken afkomstig is, eindigt de eerste helft van de voorstelling met in koeienletters: “Don’t boycott our products”.
In de tweede helft van Made in Bangladesh is de choreografie gespiegeld, maar verder nagenoeg hetzelfde. Alleen de context (kostuums en decor) is anders, want nu treden de dansers op als zichzelf: als kunstenaars. Waldmann maakt duidelijk dat zij gebukt gaan onder dezelfde slechte arbeidsomstandigheden en voorwaarden als de naaisters in Bangladesh: ze moeten hard en lang werken, worden onderbetaald, lopen continu het risico om ontslagen te worden, maar zijn desondanks toch blij met hun baan. Het feit dat dansers gepassioneerd zijn over hun werk, betekent echter niet dat ze bereid zijn het gratis te doen: “We have to pay our bills just like you do and we don’t want to live on starvation wages. Thank you for understanding.”
De volgende dag zie ik op Facebook dat mijn beste vriendin, die tevens danseres is, een nieuwe baan heeft als cheerleader van een basketbalteam. Als ik haar feliciteer, verzucht ze dat het nog maar moet blijken wat het gaat opleveren. Voor de repetities krijgt ze niet betaald. Als ik haar vraag wat ze verdient, zegt ze dat ze zeven dagen per week werkt aan verschillende projecten en dan, in een goede maand, duizend euro ontvangt. “Als ik betaald zou krijgen voor alles wat ik doe, zou ik meer dan 3.000 euro per maand verdienen!” laat ze mij weten.
Ik moet meteen terugdenken aan de vraag die Waldmann het publiek in het nagesprek stelt: “The exploitation in Bangladesh is known, but are we willing to see the exploitation that happens in our own community?”
Made in Bangladesh was te zien op 21 oktober in het Zuiderstrandtheater in Den Haag. Het Festival de danse de l'Inde, georganiseerd door Korzo, duurt nog tot 31 oktober.