Je staat er eigenlijk weinig bij stil, hoe raar stilstaan in een winkelcentrum als Hoog Catharijne is. Tenminste: als je niet stilstaat met je hoofd naar een etalage of je vingers in een bak fastfood. De code om met glazige blik door een shopping mall te zweven is zo algemeen dat het ook voor jezelf wennen is wanneer iets je dwingt om opeens echt te kijken. De kunstmanifestatie Call of the Mall bereikt dat effect in heel korte tijd. Voor je het weet is een schreeuwend verlichte schoenendiscounter een kunstinstallatie geworden, inclusief bijpassende klanten en muziek: wat echt is, lijkt opeens helemaal niet echt meer. Sterker kan kunst niet werken.
Call of the Mall is een unieke manifestatie, omdat Hoog Catharijne zich opeens van een andere kant laat kennen. Namelijk die van een van de grootste en meest toegankelijke kunstgaleries ter wereld. Het Winkelhart van Nederland wordt gehaat door iedereen die er van buiten naar moet kijken, ’s avonds door- of omheen moet lopen, of op een drukke zaterdag verzeild raakt op weg van het station naar de terrassen in het centrum van Utrecht. De kunstmanifestatie maakt er nu iets van dat het nooit geweest is: een avontuurlijke plek, waar niets meer is wat het lijkt. Zelfs de schoonmakers doen mee in het complot.
De werken lopen uiteen van spektakelstukken als de touwenfontein van Troika of het kleurenhuis van Krijn de Koning tot een hele etage van de een van de talloze parkeergarages die veranderd is in een levende zwart-witfoto van die plek in 1973: grijs geschilderde auto’s uit dat jaar maken de illusie compleet. De megatheepot op het dak van de Catharijnebrug van Lily van der Stokker vormt een pachtig contrast met de gestrande UFO op het dak van het oude NS Hoofdkantoor, om de hoek
De manifestatie biedt ook toegang tot plekken die niemand verwacht. Op het dak van Hoog Catharijne is een urban farm ingericht door Esther van de Wiel. Waar zij nu tuinbonen en aardappels verbouwt was in de allereerste maanden van het bestaan van Hoog Catharijne een wandelgebied, inclusief straatnaambordjes, zitjes en terrasjes. Het heeft er niet lang mogen zijn, omdat de vele hoekjes en onduidelijke doorgangen vooral in trek bleken bij mensen die andere plannen hadden dan grootsteeds flaneren. Zoiets geldt ook voor de galerijen in Hoog Catharijne zelf: ooit waren daar ook winkels, nu zijn ze afgesloten omdat ze kort na de opening al meer in trek waren bij mensen die spullen naar beneden gooiden, of zelfs door de reling heen urineerden. De enige plek die nog in gebruik is, is het Mirliton-theater, een cabaretzaaltje dat nog in volledig originele jarenzeventig-staat is. De film die er vertoond wordt is een licht verontrustend werkstuk van 14 minuten, waarin we mensen zien wachten en staren.
Verontrustend zijn de kunstwerken verder nergens, wel ontregelend, zoals de Tankman, een wassen beeld van de Chinees met boodschappentas die tijdens de opstand in 1989 op het Chinese Plein van de Hemelse Vrede een hele colonne tanks tegen wist te houden. Hij staat nu midden op een van de drukkere looproutes. Met een hekje om hem heen en een stevige bewaker, omdat het winkelende publiek zich kennelijk wat minder makkelijk opzij laat drukken dan een Chinese tankcolonne.
Verbazing wekt het enige echt opruiend te nomen werk van Nathan Coley. Aan een gevel boven de bouwput waarin over een paar jaar weer het water van de Catharijnesingel stroomt hangt in grote neonletters de tekst “Burn the Village, Feel the warmth”. Een kreet die gebruikt werd bij de rellen in Engelse binnensteden een paar jaar geleden. Een kreet ook, die menig passant binnensmonds wel eens gemompeld zal hebben, bij het zien van Hoog Catharijne.
Vooralsnog mag de boel wel blijven staan, want de manifestatie laat je echt op een volledig nieuwe manier stilstaan bij kunst, maar vooral ook bij de bizarre wereld van de shopping mall.