Wunderbaum. Onder liefhebbers van fris en jong toneel bracht dit collectief van makers in het begin van deze eeuw iets teweeg. Hemelbestormers waren ze, opgegroeid onder de vleugels van Johan Simons, waar ze het jeugdelftal van diens legendarische Theatergroep Hollandia vormden. En omdat destijds echt iedere jonge maker iets moest met de wereld, wilde JongHollandia, later Wunderbaum, dat ook. Maar omdat ze in het postideologische tijdperk leefden en dagelijks zagen hoe de idealen van hun docenten, ouders en mentoren op niets uitliepen, werd het vooral een club van twijfelaars. En daar waren ze dan wel weer heel goed in.
Zei ik ‘waren’? Dat zou kunnen beteken dat Wunderbaum de lier aan de wilgen heeft gehangen, en dat is ook precies het uitgangspunt van de prachtige film ‘Stop Acting Now’, waarmee ze nu in het Holland Festival te zien zijn. De film is gemaakt door Mijke de Jong, een van ‘s lands betere filmmakers, en dat levert iets heel moois op. Typisch Wunderbaum voor de paar honderd kenners en vrienden van het kleine gezelschap, heel erg Mijke de Jong voor de duizenden kenners en vrienden van haar werk.
Maar deze film, waarin vijf zelfstandige kunstenaars besluiten hun beschermde collectief open te gooien omdat ze nu echt iets voor de wereld willen gaan betekenen, kan een miljoenenpubliek aanspreken. Ik kreeg, dankzij De Jong’s integere filmwerk en het fijne balanceren tussen fictie en werkelijkheid waar de Wunderbaumers zo goed in zijn, hele sterke associaties met ‘This Life’, de serie die me nachten wakker hield in de negentiger jaren van de vorige eeuw.
Met ‘This Life’ legde de BBC de basis voor alle latere series die wereldwijd gemaakt zouden gaan worden: Pleidooi, Friends, Sex and the city, Girls, Cold Feet, en ga zo maar door. This Life, hoewel misschien trager dan nu wenselijk is, steekt nog altijd met kop en schouders boven de nachwuchs uit: er kan er maar één de beste zijn.
‘Stop Acting Now’ benadert de impact, humor en tragiek van ‘This Life’ heel dicht. Ergens halverwege de film dacht ik: ‘Dit moet een serie worden!’, maar besefte ik tegelijk hoe moeilijk het zou worden om de vijf collectieve individualisten te koppelen aan een schrijversteam dat hun genoeg materiaal zou bieden voor drie seizoenen twijfel-tv. Hoewel ze met één aflevering op de nationale televisie al meer publiek zouden bereiken met hun geïnstitutionaliseerde dubio, zou het de acteurs al snel gaan vervelen. Ze zouden zich weer op iets anders willen storten, wars als ze zijn van hiërarchie, dwang en commercie. De Wunderbaumers leggen liever aan tien echte kijkers hun existentiële twijfel voor, dan dat ze dat proberen met een stadion vol.
Voorbeeld van die eigenzinnigheid is het ‘XL’-gebeuren waarmee ze de film op festivals begeleiden. In en zogenaamd nagesprek besluiten de acteurs om niet zelf vragen van het publiek te beantwoorden. In plaats daarvan leggen ze de toeschouwers een stuk of 50 morele en ethische dilemma’s voor, waar met handopsteken op geantwoord kan worden. Wat dan verder weer niet geduid wordt tijdens de avond, maar wel tot meer of minder levendige gesprekken leidt tijdens het bieren na afloop.
Ik vond het eigenlijk een beetje een domper, hoe prikkelend de vragen soms ook waren. Soms moet een film gewoon een film zijn, en een theatervoorstelling gewoon een theatervoorstelling. De meerwaarde van de combi zou ik in dit geval niet de reis waard achten.
Nu maar hopen dat ze – na vier jaar experimenteren met een nieuwe toekomst in ‘The New Forest’ – eens vier jaar gaan werken aan The New Life. Op TV. Of Youtube. En daarna weer iets met theater doen.