Op 2 septembeer 2010 opende actrice, schrijfster, theater- en televisiemaakster Joan Nederlof het Nederlands Theaterfestival met een speech die even onderhoudend als provocerend was. Nu het haar beurt was om de jaarlijkse ‘Staat van het theater’ uit te spreken greep de in 1962 geboren Nederlof de kans om haar eigen generatie op te roepen om stelling te nemen in het maatschappelijke debat. Ze deed dat op haar eigen relativerende manier, bekend van haar rollen op tv (Hertenkamp) en in het theater (Inside Out):
Ik stel mezelf graag als proefkonijn ter beschikking aan de theaterwetenschap. Ik ben volwassen geworden in een postmoderne, individualistische, seculiere vrije-markt economie en ben daar dus de levende uitkomst van.
In tijden van bezuiniging is het volgens de theatermaakster niet genoeg om te klagen over de stiefmoederlijke behandeling van de kunsten door subsidiënten en politiek. Al is de verleiding groot, erkent ze:
Ik voel me soms net die mevrouw één rij voor me op een Kunsten ’92 bijeenkomst, die op de vraag naar de noodzaak van kunst met geknepen stem riep ‘kunst is zuurstof!’. Ja daar komen we nu dus niet meer mee weg poppetje. Zuurstof is vooralsnog gratis en kunst niet.
Het theater van haar generatiegenoten staat volgens Nederlof buiten de samenleving, bevindt zich op een eiland en weet geen brug te slaan naar de samenleving:
In de vijfentwintig jaar dat ik theater maak, heb ik nooit een echt verhit debat meegemaakt over het functioneren van onze samenleving naar aanleiding van een voorstelling. Want die samenleving was meer een schuimrubberen matras, als je je vuist erin plantte veerde die mee. Het postmodernisme heerste en als je iets beweerde, dan beweerden tegelijkertijd allerlei mensen iets anders dat evenveel bestaansrecht had. Onze handen waren vrij maar leeg, concludeerden we. En onze creatieve betrokkenheid lag dan ook eerder in de vormvernieuwing dan in het inhoudelijk engagement.
En dan kom je er dus niet met het actualiseren van je werk:
De actuele verwijzingen kunnen je nog zo om de oren vliegen, er kunnen nog zoveel moderniteiten uit het grit op de toneelvloer kletteren, nog zoveel keer het woord Uruzgan vallen, nog zoveel staande ovaties zijn, nog zo vaak in het programmaboekje staan dat het stuk verwijst naar de hedendaagse graaicultuur, in mijn ogen betekent dat niet automatisch dat het getoonde er wezenlijk toe doet.
Nederlof roept theatermakers dus op om midden in de samenleving te staan en, in navolging van wat de Poolse dichter Adam Zagajewski al schreef, op te gaan treden als wet– en maatgever in onze steeds complexer wordende samenleving.
De hele speech van Joan Nederlof is hier te downloaden: Staat van het Theater 2010
Wat een wáánzinnig inspirerend betoog, en wàt een verschil met de ingeslapen speech van Pierre Audi vorig jaar. Dank u mevrouw Nederlof!
Reacties zijn gesloten.