Sterker dan ooit is in de laatste jaren de invloed van spindoctors op de politiek te merken. Was het eerst alleen de PVV die in de persoon van Martin Bosma de Amerikaanse methodes van ‘framing’ introduceerde, inmiddels is het ook staand kabinetsbeleid. We kennen allemaal de Henk en Ingrids, de hardwerkende Nederlanders en de kopvoddentaks. En nu is er de laatste, op 1 juni geïntroduceerd door Staatssecretaris Halbe Zijlstra van Cultuur: “we geven nog altijd honderden miljoenen aan cultuur”. Hij gebruikt het sindsdien steeds als hij ter verantwoording wordt geroepen over de onrechtvaardige, onnodige en vooral uit rancune geboren afschaffing van de cultuursector zoals die decennialang de internationale trost van Nederland was.
Een klassieke framing, die zin. Want niemand kan ontkennen dat het kabinet nog steeds honderden miljoenen uitgeeft aan cultuur. Al klinkt 650 miljoen dan iets exacter. Als je tegenwerpt dat het kabinet ook honderden miljoenen heeft afgepakt van de cultuur, zit je klem. Je bent in de val getrapt, want nu ben je iemand die zeurt in plaats van iemand die blij is met wat er (nog) is.
Zelfde principe wordt overigens toegepast bij het verkopen van de bezuinigingen op de zorg, het persoonsgebonden budget en defensie, al zijn die allemaal meer in proportie. Rutte zegt daarover: “kijk nou liever wat we nog wél doen: wie het echt nodig heeft, helpen we.” Daarbij zit dus het venijn in het woordje ‘echt’. Dat impliceert dat er nu veel geld gaat naar mensen die het niet echt nodig hebben. De niet hardwerkende mensen, zo gedoopt nu Rutte niet meer gebruik maakt van de PVV-term Hardwerkende Nederlanders.
Er gaan dus nog altijd honderden miljoenen naar cultuur, en de trots waarmee het kabinet van technocraten dit zegt, is huiveringwekkend. En terecht, want ze hadden eigenlijk helemaal niets meer aan cultuur willen uitgeven, zoals Martin Bosma eigenlijk had gedicteerd. Kortom: iedereen die klaagt moet blij zijn dat er nog wat is, en verder ophouden met zeuren. Dat de bezuiniging op cultuur per saldo nauwelijks iets bijdraagt aan de totale bezuinigingsopdracht van het kabinet maakt de druiven extra zuur. Verwende kleuters zijn de Gijs Scholten van Aschats en de Muziekcentrums van de Omroep.
Blijft één prijsvraag over: is er een tegenframing mogelijk?
Misschien zit er materiaal in vrijdag 10 juni. Die dag brachten wij op een liveblog verslag uit van de vuurstorm die naar nu blijkt voor de kleine en middelgrote organisaties in de kunsten fataal wordt. Zij worden immers uit de overheidsbescherming gesmeten en overgeleverd aan de gemeentes en provincies, die nog veel meer moeten bezuigingen dan de staat. Om in de analogie te blijven: de kelder en de onderste tien verdiepingen van het cultuurgebouw zijn onbewoonbaar verklaard en worden niet meer onderhouden. In de penthouses gaat het leven door, al zullen de bewoners merken dat de lift kapot is en de trap halverwege ophoudt.
Na een tijdje sterft die bovenkant dan vanzelf af. Al stroomt het geld daar nog steeds met honderden miljoenen tegelijk naartoe. terwijl ze het niet echt nodig hebben.
Hier onze liveblog.