Deze week viel officieel het doek voor de Theatre Emabassy, een club bevlogen mensen die Nederlandse kunstenaars liet samenwerken met kunstenaars in ontwikkelingslanden als Honduras, Bhutan en Congo. De voorstellingen die dat opleverde waren maar sporadisch in Nederland te zien, maar zo nu en dan maakte een project ook hier breed indruk, zoals een ‘Op Hoop van Zegen’, gespeeld door echte vissers, maar dan uit Mali.
Het was woensdag 3 oktober één van de eerste van de vele begrafenisplechtigheden die we de komende maanden mee zullen gaan maken, en misschien daarom ook wel extra indrukwekkend. Want er viel niet slechts één kunstorganisatie te betreuren, maar zeker drie. De Theatre Emabassy had namelijk na de subsidiestop in 2011 onderdak gevonden in het Koninklijk Instituut voor de Tropen, waar ze een fusie was aangegaan met het Tropentheater. Dat leek een mooie, ondernemende reddingsactie, tot in de loop van 2012 bleek dat niet alleen Halbe Zijlstra ongenadig ging snijden in de cultuurbudgetten, maar dat ook Uri Rosenthal zijn ministerie van Buitenlandse Zaken opdracht had gegeven om alles wat maar naar cultuur rook uit zijn beleidsterrein te verwijderen. Zo stopte het geld voor het Institut Neêrlandais in Parijs, verdwenen de laatste culturele attaché’s van de ambassades en viel ook het doek voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen en het Tropenmuseum, en het theater in dat gebouw, dat als opvang had gediend voor de Theatre Embassy.
Niet dat iedereen moest huilen, die woensdag in dat Tropentheater, want natuurlijk is er ambitie voor een doorstart. Maar de club die zich had toegelegd op het exporteren van het Nederlandse begrip ‘Cultureel Ondernemerschap’ moet nu wel met erg veel tegenwind rekening houden. Ontwikkelingssamenwerking is helemaal uit, en onder druk van het demissionaire kabinet is het buitenland feitelijk afgeschaft.
Dat de plechtigheid onverwacht werd opgevrolijkt door een Angolese dansgroep, die geheel zelfstandig een paar optredens had geregeld in Nederland was aangenaam, maar voor de piskijkers onder ons ook een beetje wrang: Os Kuduristas, dat graag de Angolese droom over de wereld verspreidt, is ontsproten aan de kringen van rond de Angolese president. Kringen die inmiddels bekend staan als de rijkste van Afrika, in een land waarvan de bevolking tot de armste van de wereld wordt gerekend.