Schrijvers praten graag, en mensen praten graag over, met en via schrijvers. Hoezeer dat ook reden kan zijn om een literatuurfestival te organiseren, het is ook de reden waarom literatuurfestivals en -radioprogramma’s nogal eens doodsaai zijn, vooral voor de niet ingewijde buitenstaander. De organisatie van Writers Unlimited heeft daar wat op gevonden: houd de schrijvers kort, dril presentatoren om niet verliefd op hun eigen stem het publiek te vergeten en wissel de boel af.
Een beetje ‘De Wereld Draait Door’ op zijn literatuurfestivals. Het werkt.
De meeste programma-onderdelen op Writers Unlimited duurden tijdens de afgelopen editie niet langer dan drie kwartier. Het is de tijdsduur die ook als maximum geldt op festivals als De Parade. Het geheim ervan is dat je als toeschouwer nooit het gevoel hebt dat je van alles mist omdat je per ongeluk in de verkeerde zaal bent gaan zitten. De informele, weinig heilige sfeer doet de rest. Geen probleem als je later binnenkomt in een lezing of een discussie, ook al verstoor je net een dichter in zijn tweede vrije vers.
Belangrijkste pluspunt van het festival zijn de gasten. Natuurlijk zie je ook hier de usual suspects van boekenland, maar veel fascinerender zijn de vele nog grotendeels onontdekte schrijvers afkomstig uit landen waarvan wij, hoogbeschaafde Hollanders, tot voor kort nog dachten dat ze er niet konden schrijven.
In Uruguay, Libanon of Kenia leidt de politieke situatie er ook nog eens toe dat dat schrijven een geweldige stuwkracht met zich meekrijgt. Niet dat verdrukking nodig is voor betere kunst en scherpere verhalen, maar soms zou je willen dat iets van die pure vertelkracht ook zou worden gedeeld door schrijvers die in onze contreien leven.
Alleen al om het daar eens over te hebben, zouden onze dichters en schrijvers allemaal eens langs moeten komen op Writers Unlimited.
Om te luisteren.