Simon Stone (28) schreef een nieuw stuk op basis van Henrik Ibsens toneelklassieker De Wilde Eend uit 1884. De in Zwitserland geboren Australiër voorzag het Noorse stuk van een geheel eigentijdse taal en aankleding. De acteurs zitten achter glas, maar wel vlakbij het publiek, dat hun stemmen via microfoons kan horen. Een technische vondst, die Nederlandse theaterkijkers kennen van het werk van bijvoorbeeld Ivo van Hove van Toneelgroep Amsterdam.
We geven hier het interview in delen. Met de vertaling eronder. Het hele interview is te beluisteren op onze soundcloud .
Australische acteurs zijn de beste acteurs van de wereld.
Hoe on-Australisch is je werk?
“Het is heel on-Australisch. Ik doe eigenlijk gewoon of ik nog steeds in Europa ben. Maar let wel: Ik houd van Australië. Ik houd van Australische acteurs. Er zit iets in hun manier van spelen dat veel echter is dan wat ik in andere landen acteurs zie doen. Daarom is dit misschien wel een on-Australisch stuk in de opvatting van de regie, maar het kan alleen werken omdat het gespeeld wordt door Australische acteurs. Zij kunnen zo eenvoudig zijn, en een seconde later zo extreem, en toch denk je nooit dat ze je neppen. Het is natuurlijk nep, dat is theater altijd, maar voor mij moet theater altijd zijn of het echt vlak voor je gebeurt. Het moet voor de toeschouwers zijn alsof ze in een restaurant zitten en het stel naast hun krijgt ruzie. Of je doet je raam open, en ziet een stel ruziemaken aan de overkant. Dat je niet kunt geloven dat het echt gebeurt, omdat het zo privé is, maar toch zie je het. Australische acteurs zijn daar erg goed in. Ze zitten dicht bij hun emoties, en tegelijkertijd moeten ze hun techniek elke dag blijven trainen, want er is weinig werk voor acteurs, dus je moet de beste blijven.”
Mensen in Australië kennen Ibsen niet.
Hoe groot is het Australische theater?
“Het is groter aan het worden, maar er is geen geschiedenis. Australië is een land dat gestolen is van de mensen van wie het eigenlijk is. En daarna is het in een nieuwe kunstmatige vorm herschapen door een heleboel veroordeelde misdadigers, moordenaars en dieven. En corrupte politiemannen natuurlijk. Wat daar echt interessant aan is: dat heeft gezorgd voor dat gelijkheidsdenken in Australië. Iedereen verdient een kans. Iedereen verdient om verzorgd te worden. We veroordelen niemand, maar we hebben geen respect voor traditie en geen respect voor geschiedenis.
“Tegelijkertijd is het idee om naar theater te gaan zo totaal vreemd. Dat is heel anders dan in Europa: daar is het iets dat je ouders deden, dat hun ouders weer deden. Iedereen is door zijn ouders meegenomen naar het theater. Zelfs als je niet van theater houdt, ben je er weleens geweest. Dat is niet zo in Australië. Daar ga je alleen als je deel uitmaakt van een intellectuele grootstedelijke elite.
Mijn grootste ambitie in Australië is dus om mensen het theater in te krijgen. Ik wil ze laten weten dat dat iets cools is. En dat het cool is omdat ze iets zien gebeuren dat anders is als wat er verder in hun leven gebeurt. Het is niet dat ouderwetse, vervelende oude ding. Ze zien mensen praten zoals wij nu praten. Ze praten zoals mensen die praten zoals je in de pub praat, of op straat. Maar de context is tragisch, en kennelijk gedaan door iemand die al hel lang dood is.
“Mensen in Australië kennen Ibsen niet, ze lezen hem niet. Ze zien dus een nieuw stuk, dat eruit ziet als hun eigen leven. Maar je moet ook de mensen aanspreken die Ibsen wel kennen. Daarom doe ik onderzoek. Ik heb al het werk van Ibsen gelezen. Ik heb ze bestudeerd, herlezen. Ik zorg ervoor dat alle nuances van het oorspronkelijke verhaal behouden blijven.
“Maar Australië is een mooi fenomeen. Want als je Australiërs kunt overtuigen van theater, dan gaat het ergens anders ook werken. Want Australiërs raken erg snel verveeld. En waarom zou je ook naar het theater gaan als je in Sydney woont? He hebt het strand, Je hebt de hele dag zon.
Je hebt toch het beroemde operagebouw?
“Maar je gaat naar het operagebouw om het gebouw te zien. Van buiten. Je gaat niet naar binnen om een opera te zien.”
Het is een culturele omkering
“Waar ik geboren ben, in Basel, daar had je de Fastnacht. Een paar dagen per jaar doen mensen daar gek, terwijl ze de rest van het jaar heel netjes zijn. Puur theater. Het is een uitlaatklep. Ik kon in Australië mijn ruigere kant onderzoeken, omdat de samenleving daar toleranter is. In Europa houden mensen van ruig theater, terwijl het dagelijkse leven helemaal niet zo wild is. In Australië is het omgekeerd. Daar willen ze geen wild theater zien, want dan zeggen ze: ‘als ik dat wil zien ga ik gewoon naar de kroeg. Waarom moet ik dat op een toneel zien?’ Het is een culturele omkering.
Als de acteur het niet echt kon laten klinken, herschreven we het.
“Ik heb de helft van de tekst eerst geschreven. Daarna ben er met de acteurs mee aan de slag gegaan. We bepaalden wat er daarna most gebeuren. Zo werk ik altijd. Je kunt immers niet weten wat een personage wel of niet vervolgens doet als je het personage nog niet kent. Dus met de acteurs doe ik de eerste delen van het script, zodat ze hun personages leren kennen. Daarom klinkt de dialoog zo natuurlijk, omdat ik het steeds ben blijven herschrijven. Als de acteur het niet echt kon laten klinken, herschreven we het. Net zo lang tot het klonk als het echte leven.”
Structuur is het allerbelangrijkste
“Catharsis is de reden waarom we überhaupt naar het theater gaan. Theater gaat over een man die erachter komt dat hij al die jaren met zijn moeder geneukt heeft. Of een vrouw die haar man vermoordt. Of een vrouw die haar kinderen vermoordt om wraak te nemen op haar man. Dit zijn de plots waarmee de kunstvorm theater ontstaan is. De grootste schrijvers in de geschiedenis zijn allemaal mensen die de extremiteiten opzochten, Het theater is een plek voor uitersten. Op tv is het milder, daar gelden de weten van de continue soapopera. In film moet je voorzichtiger zijn.”
“We gaan naar het theater om ons uit te laten kleden door een tragedie, of belachelijk te laten maken door komedie. Het mag dan wel lijken op een Hollandse voorstelling omdat ik alles zo kaal heb gehouden, tot op de microfoons die het geluid heel dichtbij laten komen. Maar de structuur is ongelooflijk goed doordacht en uitgekiend voor het grootste effect op je emoties.
“Structuur is zo belangrijk voor me. De volgorde waarin dingen gebeuren en het ritme waarmee ze elkaar opvolgen en hoe en waar en in welke context: dat is mijn hele werk. Je hebt uiteindelijk alleen een acteur nodig om het echt te laten klinken. Mijn taak is het waar, waarom en hoe snel.
“Na die structuur die ik aanbreng is er ruimte voor totale chaos. Dat is waar de acteurs het overnemen. Dan wordt het toneel die glazen kist waar alles mogelijk is, maar waar de uitkomst steeds hetzelfde is.”
Zonder die wand wordt het zelfbevrediging
De acteurs spelen achter glas. Heb je ooit overwogen geen glazen muur te gebruiken?
“Ik gebruik maar een keer een glazen wand in mijn carrière, en dat is in deze show. En dat is vanwege het melodrama. Hoe verder weg je het brengt, hoe makkelijker accepteert het publiek het tragische. Deze mensen moeten het daar in die glazen doos zelf oplossen. Het gaat om hen, ze zijn op zich zelf aangewezen. Je bouwt veel meer sympathie op met mensen die jou niet om hulp vragen. Zonder die wand wordt het zelfbevrediging. Dan laten die acteurs alleen maar zien hoe erg ze kunnen zijn. Dan gaan ze imponeren. Zo voelt het vaak bij het traditionele theater wanneer het er zo extreem aan toe gaat. Dankzij het glas kan ik ze ook veel dichterbij het publiek zetten. Omdat er een reden is waarom ze er heen moeten: ze kijken uit een raam, of willen tegen een muur leunen. Er is dus afstand, maar er is ook nabijheid, omdat je ze zo gedetailleerd hoort. Dat is een paradox, maar die sluit ook aan bij de paradox van het toneelstuk. Dat gaat erover dat je nooit kunt weten wat er in iemand omgaat, hoe dichtbij je ook bij iemand bent, hoe intiem je ook wordt.”
‘Zie je nu wat er gebeurt? Als je zo doet gaan er meisjes dood.’
“De originele versie van Ibsen, daarvan vond ik het mooi hoe het vertelde over de waarheid en het belang ervan, maar ik hield niet van de manier waarop mensen erover praatten. Ik houd er niet van als mensen over de inhoud van het stuk praten, terwijl ze in het stuk zitten, tenzij het een komedie is. Bij Ibsen zijn alle personages precies op de hoogte van wat ze willen, waarom ze dat willen en hoe ze dat kunnen bereiken,. Daar praten ze de hele tijd over. Dat is een thema voor ze. Dat paste in die tijd. Het was in die tijd dat in Europa mensen bezig waren om de wereld intellectueel te benaderen. Op een bepaalde manier maakt Ibsen zijn hoofdfiguur ook belachelijk. Het publiek zal in hem we de intellectueel herkend hebben die in een café op luide toon over Nietzsche gaat praten. Nu is dat minder in de mode. Mensen zijn niet meer zo ideologisch. Het zou ten koste gaan van het realisme als we dat er allemaal in zouden laten. Het zou de zaak op afstand zetten, op een verkeerde manier. Ik was er ook niet blij mee dat Ibsen de zelfmoord van Hedvig gebruikt als afsluiting van een conflict. Zo van: ‘Zie je nu wat er gebeurt? Als je zo doet gaan er meisjes dood.’ Dat geloof ik niet. Niemand heeft schuld aan een zelfmoord. Iemand besluit er een eind aan te maken. Het is een keuze van de zelfmoordenaar. Het is een tragedie, maar het is niemands schuld. Het is een aaneenschakeling van situaties die samen naar die afloop hebben toegeleid.
“Wat me interesseert is dat Gregor denkt dat de waarheid iedereen zal helpen. Ik ben het er niet mee eens dat het dat is waar het stuk om zou moeten draaien. Voor mij draait het erom dat mensen zichzelf niet begrijpen en dat dingen daarom fout gaan. Het is niet dat we onszelf verkeerd begrijpen, het is dat onszelf niet begrijpen. Dat is het grote probleem van het leven: we kunnen nooit een setje regels bedenken dat voorschrijft hoe je moet leven. Dat heb ik meegekregen van mijn jeugd in al die verschillende landen: iedere cultuur heeft andere opvattingen over hoe je moet leven. En niemand heeft een oplossing voor het leven. Iedere keer loop ik daar weer tegenaan. Maar we gaan door. We kunnen niet anders.”
Daar gaat je epiloog ook over.
“Je moet doorgaan. Er gebeuren kutdingen, maar je moet doorgaan. Dat is de echte tragedie. Je moet altijd door. Het tragische is dat uiteindelijk de twee ouders niet meer zullen huilen als ze het over Hedvig hebben. Dat duurt misschien 10 of 20 jaar, maar uiteindelijk zullen ze er bijna gewoon over kunnen praten. Dat is het echte treurige. Het publiek is verscheurd, maar de personages zullen uiteindelijk doorgaan. Maar dat is ook de essentie: als alles wat verschrikkelijk was ons ook zou verwoesten, zouden we als soort niet zoveel voorstellen.”
Reacties zijn gesloten.