Multidisciplinaire duizendpoot Chris Marclay is doorgebroken met zijn filmproject The Clock: iedere seconde van de dag gerepresenteerd met found footage. Het heeft hem vijf jaar gekost om het 24-uur durende werk te maken. Dat zegt iets over de wijze waarop hij zijn kunst maakt. De ongelooflijke precisie waarmee hij monteert maakt zijn werk zo overtuigend dat de toeschouwer bijna in trance raakt.
Het Holland Festival presenteerde drie werken van hem in EYE, het nieuwe filmmuseum, waarin hij samenwerkte met MAZE, een nazaat van het Maarten Altena Ensemble.
Het eerste werk was The Bell and the Glass, waarin the Liberty Bell ( de klok die geluid werd ter ere van de Amerikaanse onafhankelijkheid) en The Large Glass van Marcel Duchamp de hoofdrol spelen. De meest in het oog springende overeenkomsten tussen beide objecten zijn hun locatie Philadelphia en hun befaamde barsten. Op een split screen toont Marclay collages van de klok en de Duchamps werk, maar ook interview fragmenten met Duchamp. De intonatie daarvan zijn tot bladmuziek verwerkt, af en toe ook te zien in beeld, en dit vormt dan weer het vertrekpunt voor de improvisaties van MAZE. In de handen van mindere goden kan dit een holle, pretentieuze oefening worden, maar hier hebben zowel muziek als beeld zoveel luchtigheid en schoonheid dat het publiek zich graag liet betoveren. Iemand klimt een trap op in de onderste helft van het scherm, op de bovenste helft komt iemand boven aan. De partituur van Duchamps interview. Chocolade replicaatjes van de Liberty klok. Soms becommentariëren de beelden elkaar, soms gaan ze in op het thema van The Large Glass, waarvan de officiële titel The Bride Stripped Bare by Her Bachelors, Even is. Het resultaat is het mooiste wat je met found footage kunt doen.
Het tweede deel, Shuffle, was een stuk abstracter en conceptueler. Zo zeer dat het een paar mensen de zaal uitvluchtten na afloop. De musici van MAZE kreeg een aantal kaarten met daarop visuele hints voor hun spel. Niet iedereen kreeg, zo leek het, dezelfde hint, en alle waren ze onzichtbaar voor het publiek. Dat het muzikaal interessant werd is een verdienste, maar makkelijk is dit genre niet.
Het slot, Screen Play/Everyday was weer wat toegankelijker, want het publiek had in ieder geval dezelfde visuele informatie als de musici voor de zaal. Ditmaal een collage van alledaagse en minder alledaagse gebeurtenissen. De collage, met daaroverheen abstracte animaties van bewegende lijnen en stippen die in de verte refereren aan muzieknotaties, waren het vertrekpunt voor de improvisaties van MAZE. Soms was de relatie heel duidelijk: beelden van ronddraaiende mensen en objecten met een animatie van rode cirkels met een pulserende basklarinet. Meestal was de relatie wat losser.
Marclay gaf drie varianten van zijn werk. Bij de inloop draaide The Bell in een loop, eerst zonder live ensemble, en na het ‘officiële’ begin met. Vervolgens wel geluid maar geen beeld in Shuffle en uiteindelijk beide gelijk opgaand. De beide found footage werken heeft hij expliciet bedoeld als partituur voor improv muziek en het is duidelijk dat de combinatie beeld en geluid ijzersterk is. Maar waar de beelden zonder muziek nog overeind bleven, was dat iets minder voor het omgekeerde.