Taal is muziek. Soms vergeten we dat. Dan denken we dat taal een manier is om objectieve betekenissen over te brengen. Beetje dom. Taal is voedsel voor alle zintuigen. Daar hoeft geen getokkel onder. Dat is pure opera zonder opsmuk. De Engelstalige voorstelling ’tis Pity she’s a whore’ die ik gisteren in het Holland Festival zag, bewijst dat. Zelfs als je geen moer verstaat van de zeventiende-eeuwse zinnen is het een genot om naar te luisteren.
En anders valt er nog genoeg te kijken. Wat staat daar een waanzinnig ensemble op het toneel. Gezelschap ‘Cheek by Jowl‘ is al een dikke dertig jaar toonaangevend in het Britse theater. De acteurs spelen wereldwijd zalen plat, ook nu weer, en dat straalt op ze af. Ze zijn dus niet alleen goed, die acteurs, ze hebben er ook nog eens geweldige zin in. Elke dieptepass komt aan op een manier die de medespeler kans biedt om met een legendarische zweefduik te scoren.
Zulk ensemblespel zie je dus maar zelden. In Nederland hadden we het weleens bij de voorstellingen van de flamboyante Vlaamse regisseur Dirk Tanghe die in Utrecht ooit een versie van Molières Tartuffe maakte die nog nazindert in de hoofden van die paar mensen die daar bij waren.
Maar Cheek by Jowl reist de wereld over. Dit stuk uit 1628 over een fatale liefde tussen een broer en zus, overspel en machtsmisbruik veroverde de harten van toeschouwers in bijna alle grote wereldsteden voor het nu, voor twee dagen slechts, in Amsterdam neerstrijkt. Twee uitverkochte zalen in het Amsterdamse theater Bellevue. Tof, maar hoeveel mensen zijn dat?
Te weinig.
Het blijft jammer dat het Holland Festival een megalomaan project als War Horse in Carré zet, voor 2000 toeschouwers per keer, en deze topper slechts laat zien aan een handjevol uitverkorenen. Had hier niet een statement gemaakt moeten worden?
Had hier niet iemand zijn nek moeten uitsteken?
U mag het zeggen.