Feestelijk verdwalen. In welk nieuwbouwpand kan dat nog? Het kan in het Utrechtse TivoliVredenburg, het gebouw dat nu een jaar officieel open is. Zaterdag 13 juni werd die verjaardag gevierd met een herhaling van het openingsfeestje. Omdat dat zo’n onverwacht succes was. Tijdens die herhaling werd opnieuw duidelijk waarom: TivoliVredenburg geeft een nieuwe invulling aan het begrip festival.
Het is een wonderdoos, die kolos aan het Vredenburg, nu nog midden in de enorme bouwput die het plein en de helaas overeind gebleven resten van Hoog Catharijne al een paar jaar zijn. Vierkant van buiten, van alles van binnen. 6 zalen, geloof ik, maar het kunnen er meer zijn. Die zullen mensen wellicht nog ontdekken, over een paar jaar. Foyers en barretjes, trappen die tribunes blijken en gangen die altijd ergens uitkomen, maar je weet nooit precies waar. Architect Hertzberger heeft een gebouw gemaakt dat een jaar na zijn opening misschien wel een paar geluidslekjes heeft, maar verder alles heeft wat een cultuurgebouw moet hebben.
Je kunt er mensen zien, mensen bekijken, mensen ontmoeten en vooral ook weer kwijtraken, en dat kun je het beste meemaken als er in alle ruimtes van het complex iets te beleven is: dat het Radio Filharmonisch in de grote zaal staat te spelen, Triggerfinger in de popzaal, iets prachtig breekbaar wereldmuziekachtigs van Ernst Reijseger in Cloud Nine en 6 contrabassen die de natuurlijke trilling van de Hertz, de kamermuziekbonbonnière, proberen te ontregelen.
Het is los, het is rumoerig, en voor de beste beleving van het werk van Telemann door Holland Baroque Society moet je misschien inderdaad absolute stilte hebben, maar wat een sfeer, wat een totale samensmelting van cultuur, en wat een boel mooie dingen worden er toch gemaakt.
Dit gebouw heeft toekomst omdat de meisjes die al die tijd hebben gewacht op een handje van Kenny B, die Nederlands met ze wil praten, ook een glimp op kunnen vangen van die andere muziek, al is het alleen maar omdat ze nieuwsgierig zijn waar die roltrap rechts heen voert.
TivoliVredenburg zou elke maand één keer deze totale chaos toe moeten kunnen laten. Kost wat, maar levert ook onnoemelijk veel op. Wat is nou beter dan een continu festival in de stad te hebben? TivoliVredenburg smeekt erom. TivoliVredenburg is zelf een festival. Iedere cent die je erin steekt om het te laten leven verdien je als stad dubbel en dwars terug. Al is het alleen maar in blije gezichten.
Bijgewoond: Wij zijn 1, festival in TivoliVredenburg, Utrecht op 13 juni 2015