Terwijl in Nederland haatblog GeenStijl de stemmen van 400.000 bezorgde Nederlanders naar eigen anti-Europese hand zette, kwam Vlaanderen met iets nieuws: het burgerkabinet. Duizend gewone Vlamingen hebben drie maanden on- en offline gewerkt aan aanbevelingen voor het cultuurbeleid van cultuurminister Sven Gatz. Uiteindelijk werd een groep van honderdvijftig burgers uitgekozen om met een tekst te komen. Die is gisteren aan de minister aangeboden, en de minister heeft inmiddels toegezegd dat hij de aanbevelingen serieus gaat nemen. In een verklaring stelde hij op zondag 27 september dat ‘de tekst van het Burgerkabinet geen dode letter zal blijven‘.
Deze vorm van directe burgerbetrokkenheid is beter dan een referendum, dat slechts een eenmalig antwoord kan geven op een vraag, waarvan de formulering alleen al tot veel misverstanden kan leiden. Het burgerkabinet kan na lang overleg met afgewogen adviezen komen. Dat past beter bij een open samenleving.
De aanbevelingen zijn terug te vinden in een lijvig rapport waarin uitvoerig uit de doeken wordt gedaan hoe men tot de tekst gekomen is. Te wollig wellicht voor snelle schreeuwers, maar er staan zowaar dingen in die, als de minister ze overneemt, een cultuuromslag in Vlaanderen teweeg zullen brengen. En het gaat niet eens over geld.
Zo pleit het Burgerkabinet voor een gelijk aandeel van kunst en sport in de journaals van de publieke omroep. Men wil ook steun voor straatcultuur en vraagt om de invoering van een cultuurpas voor iedereen.
De burgers komen nu dus met 17 zaken die, als Sven Gatz er ook maar drie van realiseert, een vooruitgang kunnen betekenen ten opzichte van de slechte positie van de Nederlandse kunst. En dat door praten, en niet door schreeuwen.
Maar misschien kunnen we er een volgende keer ook om dobbelen. K