De rust is weergekeerd in het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Nadat ruim 400.000 mensen de succesvolle en alom geprezen Jeroen Bosch expositie hebben gezien, is het nu weer licht en rustig in de zalen. Geen openingstijden van ’s ochtends vroeg tot middernacht meer. Gewoon, rust. Hoewel de mozaïeken van Jan Fabre die er nu hangen verontrustend zijn.
Mozaïekpanelen
2016 is Jeroen Bosch-jaar in ’s-Hertogenbosch en daarom ademt het museum nog steeds de sfeer van Jeroen Bosch. Zeker in de enorme mozaïekpanelen van de Belgische kunstenaar Jan Fabre (1958). Jeroen Bosch was een directe inspiratiebron voor hem, toen hij tussen 2011 en 2013 deze grote werken maakte, van de dekschilden van de juweelkever. In zijn eerbetoon aan Jeroen Bosch stelt hij de wreedheden in de Belgische kolonie Congo aan de kaak.
Het begint al in de galerij die langs de binnentuin van het museum naar de zalen leidt. Hier staan vogelsculpturen, die een variatie op de Tuin der Lusten vormen. Hier heeft Fabre al de naast elkaar geplakte dekschilden van de juweelkever in verwerkt en daar boven opgezette vogels gezet. En dan volgen er nog veel meer van die glanzend groene schildjes, in zijn mozaïeken. Lichtschilderijen worden ze ook wel genoemd. Want de schilden van die kevers geven een felgroen, glansrijk licht. Ze zijn allemaal pal naast elkaar geplakt, waardoor ze lijken op de vroegere kunstwerken van Jan Fabre, toen hij enorme vellen papier vol zette met streepjes van Bic pennen. Nu zijn het de schilden die voor het iriserende effect zorgen.
Gifgroen
Het ziet er glanzend, intens groen uit. Gifgroen. En die kleur past goed bij de gruwelen in Belgisch Congo die Fabre veroordeelt. Hij maakte bijvoorbeeld een variatie op een poster van België na, waarmee mensen werden gelokt naar de kolonie te gaan en waar hun een paradijselijk leven werd voorgespiegeld. Hij laat de Sunlight zeep zien, die mensen in Afrika onder barre omstandigheden maakten en waarmee in België goudgeld werd verdiend. En natuurlijk is Jeroen Bosch steeds aanwezig. De beelden van de duivelskunstenaar worden regelmatig geciteerd. Zo komen de varkens met zusterkap, uit het rechterpaneel van de Tuin der Lusten, voor op ‘De varkens van het geloof’ uit 2011. En in ‘De schuld van de vruchtbaarheid’ zijn eveneens twee figuren uit dat schilderij te zien. Zo gaat het maar door in de enorme mozaïekpanelen.
Baron
Totdat je via een andere zaal belandt bij de ‘Meesterwerken uit Roemenië, de andere tentoonstelling die nu is te zien. Hier is de link met Jeroen Bosch wat verder te zoeken. Het zijn oude meesters uit de Lage Landen, die voorlopers, tijdgenoten of navolgers van Jeroen Bosch zijn. Maar zo letterlijk als bij Fabre wordt Jeroen Bosch niet geciteerd.
De collectie die hier is te zien, is verzameld door baron Samuel von Brukenthal (1721-1803). De expositie opent met portretten van hem, zijn vrouw en hun dochtertje. Von Brukenthal vond dat kunst en cultuur belangrijk waren voor de samenleving en daarom schonk hij zijn collectie, met daarin veel Vlaamse en Hollandse meesters, aan de stad Sibiu. Dat hoorde ooit bij het Oostenrijks-Habsburgse keizerrijk en ligt nu midden in Roemenië.
Het is een collectie schilderijen van grotere en kleinere meesters. Van Gillis d’Hondecoeter hangen twee mooie, verstilde landschappen. Van Joris Hoefnagel twee bijzondere, fijnzinnig geschilderde stillevens uit 1597. En Pieter Brueghel de Jonge heeft een sneeuwlandschap met de ‘Kindermoord te Bethlehem’ geschilderd, dat hard binnen komt.
Het hoogtepunt van deze tentoonstelling is klein maar fijn: 22,5 x 16,6 cm. Het is een portret van Jan van Eyck: ‘Man met een blauwe tulband’, uit ongeveer 1430. Dat is een verfijnd portret, waar de helblauwe tulband van de man alle allure aan geeft. Jan van Eyck schilderde de man met een even ingetogen als raadselachtige blik. De twee portretten van Hans Memling die ernaast hangen zijn ook verfijnde hoogstandjes in de laat Middeleeuwse schilderkunt. En deze drie werken alleen al, die zo lang niet in Nederland waren te zien, zijn eveneens een terugkeer naar ’s-Hertogenbosch meer dan waard.
Jan Fabre: ‘Tribute to Hieronymus Bosch’. Tm 18 september 2016 in het Noordbrabants Museum.
Van Eyck, Brueghel, Jordaens. Meesterwerken uit Roemenië. Tm 9 oktober in het Noordbrabants Museum.
In het kader van het Jheronimus Bosch 500 doen zeven musea in Noord-Brabant mee aan de Bosch Grand Tour. Daar zijn allerlei tentoonstellingen te zien die geïnspireerd zijn door Jeroen Bosch. Zie www.bosch500.nl