Uit onvrede over het kunstbeleid van de stad verlaten beeldend kunstenaars Amersfoort. Niet fysiek, maar met hun werk. In het komende jaar exposeren ze gezamenlijk op tal van plekken in Nederland. Hun eigen woonplaats laten ze grotendeels links liggen. Ze hebben weinig vertrouwen in de nieuw te ontwikkelen cultuurvisie van de gemeente. Waarom? Dat lees je hieronder. En ook dat hun eigen idealisme mede ten grondslag ligt aan deze ontwikkeling.
De recente aanleiding voor de kloof tussen beeldend kunstenaars en de gemeente Amersfoort vormt het debacle rond De WAR. Deze broedplaats voor cultuur en techniek huurt al meer dan 14 jaar de voormalige kleurstoffenfabriek van Warner & Jenkinson. Kunstenaars en uitvinders vinden er een werkplaats, kennis en een plek voor experimenten. Al vrij snel stelden de mensen van De WAR voor om zeggenschap te krijgen in de verhuur, wat de gemeente bij monde van de tussengeschoven verhuurder weigerde. Toen het terrein niet meer lucratief leek voor projectontwikkeling – het betrokken bouwbedrijf zegde zijn claim op – stelde De WAR voor om het terrein te kopen.
In de jaren durende gesprekken die volgden werd De WAR steeds aan het lijntje gehouden. Tot de gemeente plots besloot het complex in de openbare verkoop te doen. De WAR startte een crowdfunding die bijna 600.000 euro opleverde. Omdat de gemeenteraad bovendien het College van B&W opdracht gaf de maatschappelijke waarde mee te wegen, leken alle lichten voor verkoop aan de initiatiefnemers van DE WAR op groen te staan.
Niet dus. Eind september 2016 besloot de gemeenteraad (VVD, PvdA, D’66, ChristenUnie) de inmiddels weer zeer gewilde locatie net buiten het centrum en vlakbij rivier de Eem toch te verkopen aan projectontwikkelaar, Rovase. De commercie won het van de kunst. Van de techniek en van de innovatie. Het onbegrip bij initiatiefnemers van De WAR, betrokken beeldend kunstenaars en sympathisanten was groot. CultuurPers berichtte al eerder over de ophef die dit alles veroorzaakte.
Wat doet de gemeente voor de beeldend kunstenaars?
Een tweede klap voor de kunstenaarsgemeenschap in Amersfoort vormde een brand bij de voormalige ‘vleesconserven’ NOACK-fabriek, schuin achter het centraal station. Enkele tientallen kunstenaars moesten op zoek naar een nieuwe werkplek. Net als de leden van kunstenaarscollectief Kleistad. Het voormalige buurthuis waar zij zijn gevestigd wordt omgebouwd tot een vestiging van de Aldi.
Gevolg van dit alles: een groot gebrek aan betaalbare atelierruimte
Amersfoort profileert zichzelf graag als een stad met een rijk cultureel aanbod. Dat gaat gepaard met missers in het verleden en in het heden. Er is een theater, een filmhuis, grote street art en jazz festivals, een moderne Kunsthal en een populair historisch museum. Liefhebbers van klassieke muziek, jazz en blues kunnen bijna elke dag wel ergens terecht. Het publiek wordt dus wel bediend en ook initiatieven als het street art festival Spoffin kunnen mede dankzij het stadhuis hun vleugels uitslaan.
Maar wat doet de gemeente voor de beeldend kunstenaars? Wat voor belang hecht Amersfoort aan hun aanwezigheid in de stad?
Makkelijke partij om ‘genaaid’ te worden.
Natuurlijk, ze worden af en toe uitgenodigd voor een bezoekje aan de wethouder van Cultuur, zoals nu ook weer, bij het opstellen van de nieuwe cultuurvisie. Hun stem wordt gehoord, maar wordt er ook naar geluisterd? Veel beeldend kunstenaars ervaren het zo: ze worden in Amersfoort geduld, hun aanwezigheid wordt in woorden geprezen, maar als het om daden gaat, boter bij de vis, laat de gemeente het hopeloos afweten. Dat blijkt uit het ontbreken van een doortastend atelierbeleid maar vooral ook uit het drama rond De WAR, waarna het vertrouwen van de kunstenaars in de gemeente totaal is verdwenen.
Toch is het goed om op te merken dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de beeldend kunstenaars zelf. Zij hebben uit goedbedoeld idealisme decennia lang verzuimd met de vuist op tafel te slaan. Schoven keer op keer weer bij de beleidsmakers aan, zonder hiervoor bijvoorbeeld eisen te stellen of een marktconform tarief te vragen. Wat dat betreft waren zij ook een makkelijke partij om genegeerd, of sterker geformuleerd ‘genaaid’ te worden.
Bye, Bye Amersfoort. Ontheemd.
Maar als het aan kunstenaar en kunstaanjager Ron Jagers ligt – een begrip in cultureel Amersfoort – komt hier een einde aan. Als beeldend kunstenaars in Amersfoort niet gewenst zijn, dan verdwijnen ze gewoon uit de stad. Gaan ze met hun werk op zoek naar plekken waar ze wel welkom zijn. Een actie om een statement te maken. Om aan de Amersfoortse politiek duidelijk te maken dat het geduld nu echt op is. Mogelijke voorbode van een kunstenaarsvrije stad.
De allereerste stop van Ron Jager’s http://www.uncleronshyperbolicroadshow.nl is op 19 februari bij galerie Kortom in Zeist. Daar doen in ieder geval al 18 Amersfoortse kunstenaars aan mee. Andere plaatsen volgen. Titel van de tentoonstelling: Bye, bye Amersfoort. Ontheemd.